Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Bomenbeleidsplan Midden-Delfland 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBomenbeleidsplan Midden-Delfland 2009
CiteertitelBomenbeleidsplan Midden-Delfland 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-05-2009Nieuwe regeling

07-04-2009

Gemeenteblad, 2009, 8

2009-03-07

Tekst van de regeling

Intitulé

Bomenbeleidsplan Midden-Delfland 2009

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2009, nr. 2009-03-07;

 

BESLUIT:

In te stemmen met het Bomenbeleidsplan Midden-Delfland 2009.

Aanleiding

In het in 2007 vastgestelde “Groenbeleidsplan 2007-2022“ is aangegeven dat er een heldere visie op de bomen en houtopstanden moet worden geformuleerd. Hiermee kan een goede bescherming van de groene kwaliteit worden gewaarborgd met voldoende inspraakmogelijkheden en de afwezigheid van overbodige regelgeving. Het opstellen van een bomenbeleidsplan is het middel om deze visie bestuurlijk te verankeren en tevens wordt hiermee de samenhang tussen de bomenvisie en de kapregelgeving vastgelegd.

 

Waarborgen groene kwaliteit

Bomen en groen in de directe omgeving zijn goed voor het welzijn en de gezondheid van mensen. Ontspannen of recreëren doe je in of onder het groen. Dit is een behoefte die steeds belangrijker wordt in onze haastige maatschappij. Bomen zijn ook het natuurlijke antwoord op de toenemende luchtvervuiling. Ze filteren fijnstof uit de lucht en verbeteren daardoor de luchtkwaliteit. Bomen zijn essentieel voor de leefbaarheid en dragen bij aan de beeldkwaliteit van straat, wijk of landschap. Ze zijn een onderdeel van onze culturele identiteit. Dit zijn waarden en functies die gemakkelijk verloren gaan in de waan van de dag. Een goede bomenvisie verankerd in een bomenbeleidsplan beschermt deze waarden en essentiële functies. Het kapverbod beschermt bomen en daarmee de kwaliteit van onze leefomgeving.

 

Voldoende inspraakmogelijkheden

Bomen zijn emotie. Het kappen van bomen brengt vaak grote onrust in de samenleving. Burgers vinden groen en bomen in hun directe omgeving belangrijk. De inspraakmogelijkheid voor bewoners moet recht doen aan hun betrokkenheid bij de directe leefomgeving. Publieke bomen zijn ieders eigendom. Dat betekent dat de gemeente nooit alleen kan beslissen over het lot van deze bomen. De inspraak van burgers moet gegarandeerd zijn.

 

Afwezigheid van overbodige regels

Iedereen is gebaat bij een snelle en klantgerichte afhandeling van kapaanvragen, zonder overbodige regelgeving. Het gaat wel om de juiste balans tussen enerzijds minder regels en anderzijds een effectieve bescherming. Minder kapregelgeving kan op twee manieren: inperking van het algemene kapverbod of het kapverbod alleen van toepassing laten zijn op aangewezen bomen en houtopstanden.

Visie op bomen

Deze visie op bomen heeft betrekking op de bebouwde omgeving van de dorpen Schipluiden, Maasland en Den Hoorn van de gemeente Midden-Delfland. Voor het buitengebied zal na vaststelling van het LOP (Landschapsontwikkelingsplan) apart een visie worden opgesteld. Daar waar sprake is van bomen worden ook altijd houtopstanden bedoeld.

Wat we met de visie willen bereiken is het boombeeld verbeteren en een goede boomgroei waarborgen. Hiertoe dient behalve aan de ruimtelijke en functionele kwaliteit aandacht te worden besteed aan de standplaatsfactoren, de soortkeuze en het onderhoud/beheer van de bomen.

 

Ruimtelijke en functionele kwaliteit

In het Groenbeleidsplan wordt het groen als ruimtelijke en functionele tegenhanger beschouwd van de bebouwing. Het groen, het water en de bebouwing vormen samen de stedenbouwkundige structuur van de dorpen. In de wijken en buurten van Maasland en Schipluiden ontbreken soms duidelijke herkenbare groenstructuren zoals doorlopende boombeplantingen. Hierdoor is een fragmentarisch of te afwisselend groenbeeld ontstaan. Dit beeld wordt vaak nog versterkt door de grote diversiteit in het toegepaste bomensortiment. De herkenbaarheid en beeldkwaliteit van de bomenstructuur kan worden verbeterd door het selectief aanbrengen en herstellen/versterken/omvormen van laan- en andere boombeplantingen. In Den Hoorn is een meer duidelijke groenstructuur aanwezig die over het algemeen een goede herkenbaarheid waarborgt.

 

Standplaatsfactoren

Voordat de voorwaarden voor een optimale boomgroei worden besproken is het van belang de relatie toe te lichten tussen het beeld dat we van een boom waarnemen en de plek waar deze staat.

 

Relatie boombeeld en standplaatsomstandigheden

Bomen zijn levende wezens die van nature in bossen leven. Hier staan ze zo dicht op elkaar dat het klimaat wordt getemperd en er een bosmilieu ontstaat. In het bos is een bosbodem ontstaan door verterend blad en het bodemleven. Deze bodem heeft een losse structuur; water en lucht kunnen goed in de grond dringen. Doordat de bomen met elkaar concurreren om licht, groeien ze omhoog en vormen ze stammen. Ze ontwikkelen een wortelstelsel dat net zo groot is als hun kroon. De wortels dienen voor de opname van voedingsstoffen, zuurstof en water en zorgen voor de verankering van de boom.

De bebouwde omgeving verschilt sterk van het bosmilieu. De belangrijkste verschillen zijn:

- Tussen gebouwen is vaak tocht aanwezig. Hierdoor komt de kroon vaak minder goed tot ontwikkeling;

- De temperatuurverschillen zijn extremer;

- Bomen staan vaak in smalle grasstroken tussen wegen, voet- en fietspaden, parkeervakken en langs kades of in verharding. Onder de verharding is de bodem dermate verdicht dat de wortels niet kunnen groeien. Door de verharding kan zuurstof moeilijk de bodem indringen en regenwater stroomt bovenlangs weg naar het riool. Kroon- en taksterfte is hiervan vaak het gevolg en ook de verankering van de boom is minder goed;

- Bomen staan soms te dicht op de bebouwing. De kroon kan hierdoor niet goed uitgroeien en ook het wortelstelsel ontwikkelt zich eenzijdig, wat de verankering negatief beïnvloedt.

 

Het grootste probleem voor bomen in de bebouwde omgeving is echter de ondergrondse ruimte. Deze is vaak te klein. De doorwortelbare ruimte voor bomen wordt begrensd door de sterk verdichte bodem onder verhardingen en door het grondwater. Hierdoor ontstaat een soort bloempot. De eerste jaren na aanplant is er niets aan de boom te zien. Wordt de boom ouder dan raakt als gevolg van de beperkte ondergrondse ruimte de groei uit de boom. De jaarlijkse groeischeuten worden kleiner, het blad wordt geler in de zomer en de boom verliest eerder in het jaar zijn blad. Veel bomen krijgen groeistilstand en blijven klein. Een aantal bomen krijgt taksterfte, waardoor delen van de kroon afsterven.

Een apart probleem wordt veroorzaakt door boomwortels die de verharding opdrukken. De wortels gaan tussen het verhardingsoppervlak en de verhardingsfundering groeien. Als deze wortels dikker worden, wordt de verharding beschadigd. Dit levert vooral overlast op voor fietsers en voetgangers. De beschadiging van de verharding kan ook uitsluitend bij de stamvoet voorkomen. De boom is dan te groot voor de boomspiegel geworden.

 

Voorwaarden voor een optimale boomgroei

 

Voorwaarden bij de planvorming

De ondergrondse ruimte is beperkt. Bomen kunnen zich alleen optimaal ontwikkelen daar waar geen kabels, leidingen en wegfunderingen liggen. Bij de planvorming van bomen in de bebouwde kom dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

-Voor elke boom een plantstrook reserveren

boom eerste grootte (> 15m) 16 m³

boom tweede grootte (10-15) 12 m³

boom derde grootte (6-10m) 8 m³

Deze plantstrook heeft bij voorkeur een groene invulling, bijvoorbeeld gras of heesters. Indien verharding wordt toegepast, dan moet dit een vocht- en luchtdoorlatende verharding zijn die niet zwaar belast wordt. Parkeerplaatsen voor personenauto’s of voet- en fietspaden vormen geen bezwaar. Goede doorlatende verhardingsmaterialen zijn halfverharding en klinkers.

  • -

    De boomspiegel (de zwarte grond rond de stam) moet minstens een vierkante meter groot zijn;

  • -

    Kabels en leidingen moeten minstens 2 meter buiten de stamvoet blijven. Dit om te voorkomen dat bij werkzaamheden relatief dikke wortels worden doorgezaagd;

  • -

    Bomen moeten minstens een meter vanaf de wegkant worden geplaatst. Hierdoor hebben bomen minder te lijden van strooizout en opspattend pekelwater. Tevens wordt de kans op stamschade als gevolg van aanrijdingen kleiner;

  • -

    Bomen moeten met hun stam minstens drie meter vanaf lichtmasten staan. Dit om te voorkomen dat de kronen te veel licht afschermen;

  • -

    De volgroeide kroon moet minstens een meter uit de gevel blijven. Dit om overlast aan gebouwen te voorkomen;

  • -

    Met het oog op kostenbewust bomenbeheer moeten bomen zoveel mogelijk in grasstroken of beplanting worden geplant. Bomen in verharding zijn vrij duur in het onderhoud. De kosten houden verband met het onderhoud van de boomspiegel en het treffen van verkeersmaatregelen voor dit onderhoud.

Bomen met een te kleine ondergrondse ruimte waarin eventueel ook nog kabels, leidingen, riolering en wegfunderingen liggen hebben, door de slechte groeiomstandigheden, een relatief korte levensduur. Er moet rekening worden gehouden met een afschrijftermijn van circa twintig jaar. Bij goede omstandigheden wordt, afhankelijk van de soort, uitgegaan van een gemiddelde levensduur van circa honderd jaar of in bijzondere gevallen vele honderden jaren.

Soms zal er rekening mee moeten worden gehouden dat het “hebben” van een boom toch zwaarder weegt dan het feit of er aan de voorwaarden van een goede groeiplaats wordt voldaan. In zo’n geval kunnen we spreken van een wegwerpboom.

 

Voorwaarden bij de uitvoering (het planten)

Een goede uitvoering houdt de beheerkosten laag. Voor het realiseren van een goed groeiende boom gelden de volgende voorwaarden:

  • -

    Een maat die bestand is tegen vandalisme (minimaal een stamomtrek van 18-20 cm), van Nederlandse herkomst is, NAKB-gekeurd en geteeld is volgens de Kwaliteitsnormering van Laan en Parkbomen (VNG, 1989);

  • -

    Het plantgat moet cultuurtechnisch goed worden voorbereid: spitten van de plantplaats tot tachtig centimeter diep, toepassen van bomenzand onder verharding en bomengrond buiten de verharding. In het plantgat moet een beluchtingsdrain worden aangebracht;

  • -

    Indien nodig beschermen van de stam met boombeugels en / of boomkorven;

  • -

    Indien nodig antiwortelschermen langs kabels en leidingen aanbrengen of mantelbuizen toepassen. Dit voorkomt dat wortels worden beschadigd wanneer graafwerkzaamheden in de leidingstraat nodig zijn. Dichte en zwaar belaste verharding kan op een fundering worden aangebracht, zodat de verharding niet op de kluit rust.

 

Soortkeuze

De plannen voor boombeplanting moeten zodanig worden opgezet dat na realisatie kostenbewust bomenbeheer mogelijk is. Dit betekent:

  • -

    Keuze boomsoorten in overeenstemming met en ondersteuning van de ruimtelijke en functionele kwaliteit;

  • -

    Beperkte toepassing van boomsoorten die veel onderhoud vergen (bijvoorbeeld vormbomen);

  • -

    Boomsoorten zodanig kiezen dat eenduidig beheer mogelijk is;

  • -

    In de bebouwde kom alleen boomsoorten gebruiken die bestand zijn tegen verharding, wind, luchtverontreiniging, ziekten en strooizout en die de verharding niet opdrukken. Hierdoor blijft de kans klein dat bomen voortijdig moeten worden vervangen.

 

Relatie met buitengebied

Bijzondere aandacht bij de soortkeuze is noodzakelijk bij die gebieden die in het groenbeleidsplan zijn benoemd als overgang- en verbindingsgebied tussen de bebouwde kom en het buitengebied. Van belang is te kiezen voor soorten die hier van nature thuishoren, de zogenaamde inheemse soorten.

 

Bomenbeheer/onderhoud

Bomen in de bebouwde omgeving hebben een basis verzorging nodig. De terugkerende onderhoudswerkzaamheden hebben betrekking op de snoei van bomen, onkruidbestrijding in boomspiegels en het vervangen van zieke en dode bomen. Het snoeien van bomen dient alleen in de volgende situaties te worden uitgevoerd:

  • -

    Als begeleidingssnoei van jonge bomen;

  • -

    Het snoeien van kruisende takken of het verwijderen van plakoksels;

  • -

    Het opkronen ten behoeve van de verkeersveiligheid (vrachtverkeer);

  • -

    Het verwijderen van dood hout;

  • -

    Vormsnoei/kandelaberen

Vormsnoei of kandelaberen wordt alleen toegepast bij die bomen waarbij als ruimtelijke kwaliteit is vastgesteld dat zij over een specifieke vorm moeten beschikken. (Bijvoorbeeld de piramidaal gesnoeide lindebomen in de ’s-Herenstraat te Maasland.)

In het kader van de verbetering van het bomenbeeld en het waarborgen van een goede boomgroei zijn er daarnaast aanvullende maatregelen noodzakelijk.

Typerend voor de situatie in de drie dorpen is dat er vaak sprake is van de verkeerde boom op de verkeerde plek. In het verleden is er onvoldoende rekening gehouden met de ruimtelijke en functionele gevolgen en standplaatsfactoren bij het bepalen van de soortkeuze. Behalve de hierboven genoemde nadelige gevolgen voor de boom zelf hebben inwoners daardoor regelmatig klachten over bomen. Veelal gaan deze over het wegnemen van zonlicht, last van bladval, overhangende takken, vogelpoep, luizenmelk, vallende vruchten en dat de verharding wordt opgedrukt.

De te nemen maatregelen zijn structureel of incidenteel. De structurele maatregel geeft een duurzame en toekomstbestendige oplossing terwijl de incidentele maatregelen een terugkerend karakter hebben en daarom niet wenselijk zijn.

 

Structurele maatregel

Het vervangen van bomen door meer geschikte soorten. Hiervoor dient op basis van vast te stellen criteria een inventarisatie gemaakt te worden die leidt tot een omvormingsplan.

 

Incidentele maatregelen

  • -

    Het verbeteren van de vitaliteit van bomen in te kleine plantplaatsen door grondverbetering, het aanpassen van de verharding en het losser maken van de bodem van de groeiplaats;

  • -

    Herstellen van de schade aan verharding;

  • -

    Snoeien/kandelaberen van bomen.

Het omvormingsplan moet ervoor zorgen dat er in de toekomst nauwelijks of geen incidentele maatregelen meer nodig zijn.

Relatie kapvergunning

Samenhang bomenvisie en kapregelgeving

Kapregelgeving en bomenbeleid vormen een samenhangend geheel. De gemeentelijke bomenvisie is de basis voor het bomenbeleid. De kapregels geven invulling aan die visie. Voorafgaand aan eventuele aanpassingen van de regelgeving dient de te ontwikkelen visie vastgelegd en verankerd te worden in een bomenbeleidsplan en dus in het gemeentelijke beleid. Na het vaststellen van het bomenbeleidsplan kan op basis van overeengekomen criteria per boom/houtopstand beoordeeld worden of een kapvergunning verleend kan worden

 

Kapvergunning huidige situatie

In afdeling 5 “Het bewaren van houtopstanden” de artikelen 4.5.1 t/m 4.5.14 van de gemeentelijke APV is de huidige kapregelgeving vastgelegd.

Populair gezegd komt het erop neer dat voor alle bomen, binnen de bebouwde kom, een kapvergunning nodig is indien de stamdiameter op 1,30 meter boven maaiveld minimaal 10 centimeter is. Voor bomen en houtopstanden buiten de bebouwde kom gelden de bepalingen uit de Boswet.

De regelgeving in de huidige kapvergunning is dus gebaseerd op maatvoering. Vergunning wordt verleend op basis van algemeen geformuleerde criteria die voor alle bomen, zowel publieke als private bomen, hetzelfde zijn.

Daarnaast zijn er nog enkele specifieke situaties waarbij houtopstanden onderdeel uitmaken van een bestemmingsplan zoals in het geval van buurtschap ’t Woudt en in het dorp van Maasland.

 

Kapvergunning gewenste situatie

Om te komen tot een verminderde regelgeving en een snelle en klantgerichte afhandeling van kapaanvragen is het noodzakelijk de kapregelgeving aan te passen. Dit kan op twee manieren: inperking van het algemene kapverbod of het kapverbod alleen van toepassing laten zijn op aangewezen bomen en houtopstanden. De aangepaste kapregelgeving zal moeten worden vastgelegd in de gemeentelijke APV.

 

Publieke bomen/houtopstanden

De inspraakmogelijkheid voor burgers moet recht doen aan hun betrokkenheid bij de directe leefomgeving. Publieke bomen zijn ieders eigendom. Dat betekent dat de gemeente nooit alleen kan beslissen over het lot van deze bomen. De inspraak van burgers moet gegarandeerd zijn. Om voor publieke bomen tot een verminderde regelgeving te komen dient het algemene kapverbod te worden ingeperkt. Dit kan door in plaats van de stamdiameter van 10 centimeter, waarboven nu een kapvergunning nodig is, een diameter van 15 centimeter te hanteren.

 

Private bomen/houtopstanden

Om voor private bomen tot een verminderde regelgeving te komen kan dat door een inperking van het algemene kapverbod maar effectiever is het om het kapverbod alleen van toepassing te laten zijn op aangewezen bomen en houtopstanden. Om tot een overzicht te komen van deze zogenaamde beeldbepalende bomen dient een inventarisatie te worden uitgevoerd waarbij op basis van overeengekomen criteria bomen als zodanig worden aangemerkt. Het grote voordeel hiervan is dat de gemeente de individuele inwoners kan informeren of zij eigenaar zijn van één of meerdere beeldbepalende bomen. Voor alle niet aangemerkte private bomen is dan geen kapvergunning nodig.

Uitwerking

Om te komen tot een omvormingsplan en een overzicht waarop duidelijk is welke bomen als beeldbepalend worden aangemerkt is het nodig een inventarisatie uit te voeren.

 

Omvormingsplan

Het omvormingsplan geeft aan welke bomen op de verkeerde plek staan. Dit gebeurt op basis van de volgende criteria:

  • -

    Ruimtelijke en functionele kwaliteit;

  • -

    Standplaatsfactoren;

  • -

    Soortkeuze;

  • -

    Onderhoud en beheer.

De boom scoort goed (+) of niet goed (-) op de criteria. Als een boom op één of meer van de criteria niet goed scoort wordt hij aangemerkt om te worden vervangen. Ook geeft het plan aan door welke andere soort de boom vervangen zou moeten worden. Het kan zijn dat er minder bomen terug komen dan oorspronkelijk of dat er, als de groeiplaatsomstandigheden zo slecht zijn en een wegwerpboom ook geen alternatief is, geen boom wordt herplant. De uit het plan voortkomende werkzaamheden worden in een meerjarenplanning uitgezet inclusief een overzicht van de bijbehorende kosten. De verwachting is dat de werkzaamheden kosten neutraal kunnen worden uitgevoerd.

 

Beeldbepalende bomen

Bomen bepalen voor een groot deel het aanzicht van een wijk. Omdat het een hele tijd duurt voor een boom zo groot is dat hij betekenis heeft voor het straatbeeld, is het belangrijk deze bomen te kunnen beschermen. Aan de andere kant kunnen bomen ook overlast geven. Om bewoners duidelijk te maken waarom bepaalde bomen wel of niet gekapt mogen worden en waarop een besluit in deze gebaseerd is moet er aangegeven worden welke bomen de gemeente als beeldbepalende bomen aanmerkt en op basis van welke criteria dit gebeurd.

Criteria hiervoor zijn:

  • -

    Een boom die behoort tot de groenstructuur van de gemeente zoals bepaald in het groenbeleidsplan;

  • -

    Een boom die in de tuin staat en het groene karakter van een straat bepaalt;

  • -

    Een solitaire boom of boomgroep die een baken in het gebied vormt;

  • -

    Een boom of boomgroep die een ruimte afbakent, aankleedt of begrenst;

  • -

    Een bijzondere boom: een boom die bijzonder is vanwege zijn hoge leeftijd, vorm, soort, op de lijst van monumentale bomen van de Bomenstichting staat (totaal 2 bomen; 1 kastanje Kastanjehof te Maasland, 1 linde Stationstraat te Maasland), of een bijzondere maatschappelijke betekenis heeft zoals een herdenkingsboom.

 

Schematisch levert de selectie op basis van de criteria voor het omvormingsplan en de beeldbepalende criteria het volgende diagram:

 

Inventarisatie

Om de daadwerkelijke inventarisatie te kunnen uitvoeren en blijvend te kunnen actualiseren is het noodzakelijk de beschikking te hebben over de daarvoor geschikte middelen en manuren.

 

Manuren

Om een zo groot mogelijke betrokkenheid te krijgen van de medewerkers van de gemeente die ook dagelijks de zorg voor de bomen hebben is het goed als zij ook zelf de inventarisatie uitvoeren. De bedoeling is dat met de inventarisatie van de bomen aan de hand van de criteria voor het omvormingsplan en de criteria voor het in aanmerking komen als beeldbepalende boom in 2009 wordt gestart, in 2011 wordt afgerond en met eigen mensen wordt uitgevoerd.

 

Relatie met aansprakelijkheid

Op dit moment voeren onze medewerkers al de verplichte 3-jaarlijkse VTA inspectie uit. VTA staat voor Visual Tree Assessment. Volgens deze methode wordt het afbreuk risico van een boom visueel beoordeeld op grond van bouw en groeigedrag. Met het uitvoeren van deze inspectie en het opvolgen van de conclusies daaruit kan de gemeente aantoonbaar maken dat er sprake is van voldoende zorg aan een boom. Hierdoor zal ondanks schade veroorzaakt door de boom de gemeente niet aansprakelijk zijn.

 

Middelen

Om de inventarisatiegegevens makkelijk te kunnen invoeren, bewerken, beheren en voor een ieder toegankelijk en overzichtelijk te maken heeft de gemeente de beschikking over een daarvoor specifiek ontwikkeld software pakket ondersteund met voor buitengebruik geschikte hardware.

 

Resultaat

Per dorp wordt er een kaart vervaardigd waarop alle geïnventariseerde bomen staan. Aan ieder boom hangt een paspoort met daarin de criteria en het resultaat van de beoordeling. Op deze afzonderlijke criteria kan worden geselecteerd. Dus er kan bijvoorbeeld per dorp direct een selectie worden gemaakt van die bomen die beeldbepalend zijn of bijvoorbeeld die bomen die voor vervangen in aanmerking komen. Het kaartbeeld is een samenhangend geheel van:

  • -

    Vlakken > groene zones, parken

  • -

    Lijnen > groenstructuren, weg- of singelbeplantingen

  • -

    Punten > individuele bomen

 

Communicatie

Van belang is dat de burgers worden geïnformeerd over het bomenbeleidsplan in het algemeen en de gevolgen van het omvormingsplan en de veranderingen in de kapregelgeving in het bijzonder. Openbare werken zal in samenwerking met team Communicatie hier uitvoering aan geven. Bij het kappen (omvormen) van bomen zullen de bewoners altijd vooraf worden geïnformeerd. Indien uit de reactie van de bewoners blijkt dat er behoefte is aan nadere uitleg zal een overleg worden georganiseerd. Bewoners die een beeldbepalende boom op hun terrein hebben zullen hier schriftelijk over worden geïnformeerd.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 7 april 2009.

De griffier, de voorzitter,

A. de Vos, A.J. Rodenburg