Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder
- 1.
aanvrager: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een
aanvraag om een omgevingsvergunning heeft ingediend;
- 2.
Awb: de Algemene wet bestuursrecht;
- 3.
besluit: besluit als bedoeld in artikel 3.30, eerste lid van de
Wet ruimtelijke ordening;
- 4.
bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet
ruimtelijke ordening;
- 5.
bouwen: bouwen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid,
Wabo;
- 6.
college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Zwijndrecht;
- 7.
coördinatie: het tegelijkertijd en in samenhang voorbereiden
van besluiten in één procedure zoals aangegeven in Afdeling 3.6
van de Wet ruimtelijke ordening;
- 8.
Omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1
en 2.2 van de Wabo
- 9.
Omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk: een
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a van de
Wabo;
- 10.
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- 11.
Wro: Wet ruimtelijke ordening;
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
- 1.
Deze verordening, gebaseerd op artikel 3.30, eerste lid van de
Wet ruimtelijke ordening, is alleen van toepassing op het
coördineren van de voorbereiding van een besluit om een
bestemmingsplan, een uitwerkingsplan of een wijzigingsplan vast
te stellen met het besluit over een of meer daarmee
samenhangende omgevingsvergunningen, met daarin in ieder geval
de activiteit het bouwen van een bouwwerk opgenomen, al dan niet
met aan de omgevingsvergunning en/of aan het bestemmingsplan
gerelateerde vergunningen en ontheffingen als bedoeld in artikel
3.
- 2.
Besluiten die bij een samenloop met een omgevingsvergunning
aanhaken en waarvoor een verklaring van geen bedenking nodig is
van Gedeputeerde Staten en/of de Minister vallen buiten de
reikwijdte van deze verordening.
Artikel 3 Gevallen waarin besluiten worden gecoördineerd
In de volgende gevallen en onder de volgende condities kan het college
van burgemeester en wethouders besluiten als bedoeld in artikel 2
gecoördineerd voorbereiden:
- 1.
het besluit over een aanvraag om een omgevingsvergunning, die
op het moment van indienen op grond van artikel 2.10, eerste
lid, sub c of artikel 2.11, eerste lid van de Wabo geweigerd zou
moeten worden en die slechts op grond van artikel 2.12, eerste
lid, sub a onder 3 van de Wabo, en het besluit over het
bestemmingsplan, het uitwerkingsplan of het wijzigingsplan dat
de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk mogelijk
maakt, maken tenminste deel uit van de te coördineren besluiten
en
- 2.
door of namens het college van burgemeester en wethouders is
vastgesteld dat het besluit als bedoeld onder 1 gecoördineerd
kan worden voorbereid en
- 3.
door of namens het college van burgemeester en wethouders is
vastgesteld dat zich geen belemmering als bedoeld in artikel 4
voordoet en
- 4.
de aanvrager zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de
gecoördineerde voorbereiding en met de gevolgen die dat voor de
aanvrager heeft.
Artikel 4 Gevallen waarin geen coördinatie op grond van de verordening
mogelijk is
- 1.
er moet op grond van artikel 7, tweede lid van de Wet
milieubeheer een milieueffectrapport worden opgesteld en het
betreft geen deelproject van een grotere ontwikkeling waarvoor
al een milieueffectrapport is opgesteld;
- 2.
er moet op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet
ruimtelijke ordening een exploitatieplan worden opgesteld en er
kan geen toepassing worden gegeven aan artikel 6.12, tweede lid
van de Wet ruimtelijke ordening;
- 3.
uit een analyse blijkt dat de bouw schade kan veroorzaken als
bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening en de
aanvrager is niet bereid deze schade voor zijn rekening te
nemen.
Artikel 5 Gevallen waarin kan worden afgezien van coördinatie op grond van
de verordening
Het college kan afzien van coördinatie bij besluiten die omvangrijk,
complex dan wel omstreden zijn.
Artikel 6 Beëindiging coördinatie
- 1.
Met in achtneming van het bepaalde in artikel 5, kan het college
op verzoek van de aanvrager of ambtshalve de gecoördineerde
behandeling geheel of gedeeltelijk beëindigen;
- 2.
Indien het college toepassing geeft aan lid 1, herleven de
wettelijke procedures die oorspronkelijk van toepassing waren op
het besluit.
Artikel 7 Procedureregeling
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan een
procedureregeling vaststellen ten behoeve van een goede
uitvoering van de coördinatieregeling.
- 2.
De procedureregeling geeft in ieder geval aan binnen welke
periode aanvragen ingediend moeten worden om voor coördinatie in
aanmerking te kunnen komen; de procedure kan bepalen hoe het
college van burgemeester en wethouders toepassing geeft aan
artikel 3.20 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 3.
Zolang het college van burgemeester en wethouders geen regeling
als bedoeld in het eerste lid heeft vastgesteld, is, aanvullend
op de artikelen 3.30 tot en met 3.32 van de Wet ruimtelijke
ordening en op deze verordening, § 3.5.3 van Afdeling 3.5
"Samenhangende besluiten" van de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing, met uitzondering van de artikelen 3.28 en 3.29 van
die wet.
- 4.
Bij de toepassing van lid 3 is het college van burgemeester en
wethouders het aangewezen coördinerend orgaan als bedoeld in
artikel 3.22 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 5.
Als de gemeenteraad besloten heeft dat het wenselijk is dat de
coördinatieregeling wordt toegepast in een of meer andere
gevallen dan de gevallen die op grond van deze verordening
mogelijk zijn, dan zijn de leden 1 tot en met 5 van toepassing
op de voorbereiding van de besluiten die behoren bij die
gevallen.
Artikel 6 Inwerkingtreding en overgangsrecht
- 1.
Deze verordening treedt de dag na de dag van bekendmaking in
werking .
- 2.
Per die datum komt te vervallen de ‘Coördinatieverordening
gemeente Zwijndrecht’ (2010-9046).
- 3.
Procedures die gestart zijn onder de ‘Coördinatieverordening
gemeente Zwijndrecht’ (2010-9046) worden geacht te zijn gestart
onder de ‘Coördinatieverordening gemeente Zwindrecht 2013'.
Artikel 7 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Coördinatieverordening gemeente
Zwijndrecht 2013’