Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dinkelland

Algemene Subsidieverordening gemeente Dinkelland 2008 -

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDinkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening gemeente Dinkelland 2008 -
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening gemeente Dinkelland 2008 -
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:21 e.v.
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-200701-01-2011Nieuwe regeling

18-12-2007

DinkellandVisie, 27 december 2007

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidieverordening gemeente Dinkelland 2008

De raad van de gemeente Dinkelland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

gelet op de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Algemene Subsidieverordening gemeente Dinkelland 2008

 

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Activiteit: elke vorm van handelen of nalaten daarvan, door een subsidie-ontvanger zonder winstoogmerk.

Activiteitenplan: een overzicht van de door de subsidie-ontvanger voorgenomen activiteiten en de daarmee nagestreefde doelstellingen met vermelding per activiteit van de daarvoor benodigde personele en materiële middelen.

Awb: de Algemene wet bestuursrecht.

Boekjaar: het kalenderjaar, lopende van 1 januari tot en met 31 december.

Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland.

Raad: de gemeenteraad van Dinkelland.

Reserve: een reserve als bedoeld in artikel 373 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Subsidie: de aanspraak op financiële middelen, die wordt verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten. Geen subsidie is de aanspraak op financiële middelen in het kader van de voorzieningen verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen, inzake sociale zekerheid, de voorzieningen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, studiefinanciering en huursubsidie. Tevens is geen subsidie de aanspraak op financiële middelen, verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.

Subsidie-ontvanger: elke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid,die statutair gevestigd is in de gemeente Dinkelland en die zich de behartiging van door het gemeentebestuur erkende belangen van ideële en/of materiële aard ten doel stelt.

Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies.

Uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die door de instelling en het gemeentebestuur op basis van artikel 4:36 Awb kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidie-beschikking. Daarin worden in elk geval aangegeven: de looptijd van het subsidie, de maximale hoogte van het subsidiebedrag, de te verrichten activiteiten, de doelgroep m.b.t. de te leveren activiteiten en de wijze waarop deze verantwoord moeten worden.

Voorziening: een voorziening als bedoeld in artikel 374 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2. Reikwijdte verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten die door subsidie-ontvangers worden uitgevoerd op de beleidsterreinen van cultuur, sport en welzijn tenzij een andere wettelijke regeling of gemeentelijke verordening daarin voorziet.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan voor activiteiten als bedoeld in dit artikel subsidie worden verleend aan:

    • a.

      natuurlijke personen;

    • b.

      rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties die niet statutair gevestigd zijn in de gemeente Dinkelland

    • c.

      geen rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties.

      De in deze verordening opgenomen bepalingen vinden daarbij, voorzover mogelijk, overeenkomstig toepassing.

  • 3.

    Deze verordening is niet van toepassing op:

    • a.

      het toekennen van donaties, zijnde geldelijke bijdragen waarvoor de ontvangers geen directe tegenprestatie behoeven te leveren;

    • b.

      contributies, zijnde geldelijke bijdragen op grond van lidmaatschappen van de gemeente;

    • c.

      geldelijke bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt.

Artikel 3. Subsidievormen

Bij het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening kunnen de volgende subsidievormen met de hierna aangegeven betekenis worden onderscheiden:

  • a.

    budgetsubsidie: een subsidie, die voor een tijdvak van ten hoogste vier jaar wordt verleend aan instellingen en waarbij een uitvoeringsovereenkomst met de instelling is gesloten;

  • b.

    exploitatiesubsidie: een subsidie in de exploitatie of onderdelen daarvan, welke subsidie nodig is voor de uitvoering van activiteiten;

  • c.

    garantiesubsidie: een incidentele subsidie die alleen wordt uitbetaald bij eventuele tekorten door onvoorziene omstandigheden;

  • d.

    incidentele subsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor activiteiten met een eenmalig of projectmatig karakter;

  • e.

    investeringssubsidie: een subsidie in de kosten van het stichten, wijzigen of uitbreiden van accommodaties en/of het inrichten hiervan;

  • f.

    structurele, per boekjaar, verstrekte subsidie: een subsidie die van jaar tot jaar beschikbaar wordt gesteld voor activiteiten die een continue karakter dragen;

  • g.

    waarderingssubsidie: een subsidie die wordt verstrekt als waardering als het bepaalde activiteiten van belang acht zonder deze naar aard en omvang te willen beïnvloeden.

Artikel 4. Toegankelijkheid accommodaties

Als activiteiten uitgevoerd worden in een accommodatie, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie-ontvanger verplichten ervoor te zorgen dat de accommodatie mede bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor personen met een lichamelijke beperking.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1.

    De raad kan een subsidieplafond vaststellen.

  • 2.

    Als de raad een subsidieplafond heeft vastgesteld, wordt daarbij bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3.

    Het subsidieplafond en de wijze van verdeling worden bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

  • 4.

    Als het subsidieplafond of een verlaging daarvan later dan de aanvang van het tijdstip waarvoor het is vastgesteld wordt bekendgemaakt, dan heeft deze bekendmaking geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen.

Artikel 6. Bevoegdheidsverdeling raad en burgemeester en wethouders

  • 1.

    De raad kan in bijzondere verordeningen of in beleidsregels regelen, welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen, welke grondslagen daarbij worden gehanteerd voor de berekening van het subsidie en eventueel welke specifieke voorschriften daarbij van toepassing zijn.

  • 2.

    Als de raad geen toepassing heeft gegeven aan het bepaalde in het eerste lid, leggen burgemeester en wethouders iedere subsidieaanvraag voor aan de raad. Is in de gemeentebegroting de subsidieontvanger en het bedrag waarop het subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld vermeld, kan subsidieverlening plaatsvinden op basis van de gemeentebegroting.

Artikel 7. Bevoegdheden burgemeester en wethouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening, tenzij de raad de uitvoering geheel of gedeeltelijk aan zich heeft voorbehouden. Uitvoering houdt mede in het verlenen en vaststellen van subsidies;

  • 2.

    Voorzover de raad de uitvoering van deze verordening aan zich heeft gehouden wordt in plaats van burgemeester en wethouders gelezen: de raad.

Artikel 8. Begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Voorzover subsidie wordt verleend ten laste van de gemeentelijke begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kunnen burgemeester en wethouders de voorwaarden stellen dat de raad voldoende financiële middelen beschikbaar stelt en dat goedkeuring wordt verleend;

  • 2.

    Deze voorwaarde vervalt, indien burgemeester en wethouders daar niet binnen vier weken na de vaststelling en goedkeuring van de begroting een beroep op hebben gedaan.

    HOOFDSTUK 2. Bepalingen met betrekking tot een subsidie-aanvraag

Artikel 9. Toepasselijkheid afdeling 4.2.8 van de Awb voor het aanvragen van structurele subsidies

  • 1.

    Voorzover bij de subsidieverlening niet anders is bepaald, is afdeling 4.2.8. van de Awb van toepassing op het aanvragen van structurele subsidies met dien verstande dat de aanvraag tot subsidieverlening, in afwijking van artikel 4:60 Awb, vóór 1 maart van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, moet worden ingediend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een afwijkende termijn vaststellen of ontheffing verlenen van de verplichting om de aanvraag voor de in lid 1 bedoelde termijn in te dienen.

  • 3.

    Bij een aanvraag om subsidie moet gebruik worden gemaakt van de daarvoor door burgemeester en wethouders vastgestelde formulieren.

Artikel 10. Incidentele subsidies

  • 1.

    De aanvraag voor een incidentele subsidie moet tenminste acht weken voor de aanvang van de te realiseren activiteit, voorziening of project worden ingediend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een afwijkende termijn vaststellen of ontheffing verlenen van de verplichting de aanvraag voor de in lid 1 bedoelde termijn in te dienen.

Artikel 11. Overleggen gegevens

  • 1.

    Bij subsidie-aanvragen moeten de door burgemeester en wethouders aan te geven bescheiden worden ingediend. In elk geval legt de aanvrager de begroting van het betreffende subsidiejaar en de rekening van het voorgaande subsidiejaar over;

  • 2.

    Bij een eerste subsidie-aanvraag moet, voorzover artikel 4:64 van de Awb niet van toepassing is, de aanvrager tevens de volgende bescheiden overleggen:

    • a.

      een exemplaar van de oprichtings- of stichtingsakte, de statuten en/of een exemplaar van het huishoudelijk reglement;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • c.

      een beschrijving van de organisatievorm van de rechtspersoon.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen:

    • a.

      nadere regels vaststellen voor de bescheiden als bedoeld in het eerste en tweede lid;

    • b.

      binnen een door hen te bepalen termijn de overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen als zij dat voor de beoordeling van de subsidie-aanvraag nodig achten.

Artikel 12. Ontvangstbevestiging

De aanvrager van een subsidie ontvangt per omgaande een bericht van ontvangst.

HOOFDSTUK 3. Bepalingen met betrekking tot subsidieverlening

Artikel 13. Algemene uitgangspunten

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt voor de bekostiging van activiteiten die van belang zijn voor de gemeente Dinkelland en/of haar inwoners;

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verstrekt voor activiteiten die geen partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen;

  • 3.

    Behoudens voorzover er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit, wordt alleen subsidie verstrekt voor activiteiten die openstaan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

Artikel 14. Toepassing afdeling 4.2.8 Awb op verlening van structurele subsidies

Op verlening van structurele subsidies is afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing.

Artikel 15. Subsidiebeschikking

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een structurele subsidie vóór 1 januari van het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft of aanvangt.

  • 2.

    De beschikking op een aanvraag om een incidentele subsidie wordt bekend gemaakt binnen acht weken. Als burgemeester en wethouders een subsidie verlenen, wordt in de subsidiebeschikking aangegeven op welk bedrag de subsidie-ontvanger maximaal aanspraak heeft.

  • 3.

    Bij hun beschikking tot verlening van de subsidie geven burgemeester en wethouders zo concreet mogelijk aan, welke activiteiten door de subsidie-ontvanger met de ter beschikking gestelde subsidie moeten worden verricht, alsmede welke effecten daarmee beoogd worden.

Artikel 16. Weigeringsgronden

De subsidie kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen worden geweigerd als:

  • 1.

    activiteiten of voorziening niet zijn gericht op door de gemeenteraad van Dinkelland erkende belangen;

  • 2.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • 3.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager onvoldoende rekening heeft gehouden met het bedoelde in artikel 4 van deze verordening;

  • 4.

    de activiteiten of voorziening waarvoor subsidie wordt gevraagd niet (voornamelijk) is gericht op inwoners van Dinkelland of op de promotie van Dinkelland;

  • 5.

    de instelling met winstoogmerk werkzaam is.

  • 6.

    de doelstellingen of middelen van de instelling in strijd zijn met de wet, of het algemeen belang.

  • 7.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

 

HOOFDSTUK 4. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 17. Algemeen

  • 1.

    Een subsidie-ontvanger moet aan burgemeester en wethouders per omgaande berichten omtrent:

    • a.

      ontwikkelingen die van belang zijn voor het te voeren beleid;

    • b.

      ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de activiteiten niet kunnen worden verwezenlijkt.

  • 2.

    Een subsidie-ontvanger brengt het geheel of gedeeltelijk beëindigen van zijn activiteiten onverwijld ter kennis van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Een subsidie-ontvanger die een rechtspersoon is, moet tevens aan burgemeester en wethouders per omgaande berichten omtrent:

    • a.

      wijziging van het huishoudelijk reglement en van de statuten onder toezending van een afschrift van de notariële akte waarin de wijziging is opgenomen;

    • b.

      wijziging in zijn bestuurssamenstelling;

    • c.

      besluiten en/of procedures die leiden of kunnen leiden tot beëindiging van de activiteiten dan wel ontbinding van de rechtspersoon.

Artikel 18. Verzekering

  • 1.

    Een subsidie-ontvanger is verplicht om zich afdoende te verzekeren tegen mogelijke risico’s die voortvloeien uit de gesubsidieerde activiteit.

  • 2.

    De gemeente Dinkelland aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor welke schade dan ook die voortvloeit uit de gesubsidieerde activiteit.

Artikel 19. Verplichtingen i.v.m. nadelige gevolgen voor derden

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieverlening verplichtingen verbinden ten behoeve van het beperken of wegnemen van nadelige gevolgen van het subsidie voor derden.

Artikel 20. Reserves en voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de subsidie-ontvanger een reserve en/of voorziening vormt.

Artikel 21. Toezicht en controle

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ambtenaren of andere personen aanwijzen die met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast.

  • 2.

    Door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren en andere personen hebben desgevraagd inzage in administratieve en financiële bescheiden van de subsidie-ontvanger, daaronder begrepen adviezen van externe deskundigen. Zij ontvangen alle inlichtingen die voor een juiste uitoefening van hun functie in het algemeen en voor de beoordeling van de gesubsidieerde activiteiten in het bijzonder nodig zijn.

  • 3.

    De door burgemeester en wethouders aangewezen accountant heeft de bevoegdheid tot hercontrole op de verrichte werkzaamheden van de controlerend accountant van de subsidie-ontvanger. De subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat zijn accountant hiermee instemt.

  • 4.

    Als de administratie door een derde wordt gevoerd, is de subsidie-ontvanger ook verplicht alle medewerking te verlenen en zonodig toestemming te geven voor inzage bij deze derde.

Artikel 22. Tegengaan vervreemdingen

Het is een subsidie-ontvanger niet toegestaan om gelden aan te wenden voor activiteiten anders dan waarvoor de subsidie is aangevraagd, behoudens vooraf gekregen toestemming van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van de in de vorige volzin genoemde toestemming verplichtingen verbinden.

 

HOOFDSTUK 5. Bepalingen m.b.t. subsidievaststelling

Artikel 23. De vaststelling

  • 1.

    De subsidie-ontvanger die een subsidie heeft ontvangen van meer dan € 7.500,-- dient binnen 20 weken na afloop van de activiteiten, zoals bedoeld in het activiteitenprogramma of het tijdvak waarvoor het subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling in tenzij:

    • a.

      bij deze verordening of bij de subsidieverlening is bepaald dat de aanvraag pas wordt ingediend telkens na afloop van een gedeelte van het tijdvak, waarvoor het subsidie is verleend, of;

    • b.

      de vaststelling van het subsidie bij een uitvoeringsovereenkomst anders is geregeld.

  • 2.

    Bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid wordt door de subsidie-ontvanger een financiële en inhoudelijke rapportage ingestuurd.

  • 3.

    In de inhoudelijke rapportage worden in ieder geval beschreven de aard en de omvang van de activiteiten en een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen. Burgemeester en wethouders kunnen daartoe nadere regels stellen.

  • 4.

    De in lid 2 genoemde financiële rapportage wordt bij subsidiebedragen van meer dan € 40.000,-- voorzien van een verklaring over de rechtmatigheid en de naleving van de subsidievoorwaarden door de subsidie-ontvanger, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij subsidiebedragen van minder dan € 40.000,-- het vierde lid van overeenkomstige toepassing verklaren.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders stellen het subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast tenzij toepassing wordt gegeven aan de artikelen 4:46 tot en met 4:51 van de Awb.

  • 7.

    Als de aanvraag tot vaststelling niet binnen de daartoe gestelde termijn is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie-ontvanger een termijn stellen, waarbinnen de aanvraag alsnog wordt ingediend.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het in dit artikel in lid 1 gestelde.

Artikel 24. Beslissing

Burgemeester en wethouders stellen het subsidie vast binnen 13 weken, nadat de aanvraag bedoeld in artikel 24 lid 1 is ingediend. Wordt binnen de gestelde termijn geen aanvraag tot vaststelling ingediend, kan het subsidie ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel 25. Lagere vaststelling, ambtshalve vaststelling, intrekking en wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot lagere vaststelling, ambtshalve vaststelling, intrekking of wijziging van de subsidie als bedoeld in de artikelen 4:46 tot en met 4:51 van de Awb.

Artikel 26. De betaling

Artikel 4:52 van de Awb is van overeenkomstig toepassing.

Artikel 27. Voorschotten

Vooruitlopende op de vaststelling van de subsidie kunnen burgemeester en wethouders aan de subsidie-ontvanger het volledige bedrag (100%) van de subsidieuitbetalen. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders besluiten de subsidie-ontvanger een voorschot van 90% uit te betalen.

Artikel 28. Terugvordering

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot terugvordering van onverschuldigde betaalde subsidiebedragen en voorschotten als bedoeld in artikel 4:57 van de Awb.

HOOFDSTUK 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29. Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen van verplichtingen, gesteld bij of krachtens deze verordening, ontheffing verlenen.

Artikel 30. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen, en voorzover toepassing van deze verordening zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het in deze verordening bepaalde.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na de dag van bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de “Algemene Subsidie Verordening gemeente Dinkelland.”

Artikel 32. Overgangsbepaling

Op een aanvraag, die is ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt op grond van de op dat tijdstip geldende regels beslist.

Artikel 33. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Algemene Subsidieverordening gemeente Dinkelland 2008”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering 

van de raad van 18 december 2007.

De griffier, De voorzitter,

Mr. O.J.R.J. Huitema, Mr. F.P.M. Willeme