Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Economisch beleidskader gemeente Midden-Delfland |
Citeertitel | Economisch beleidskader gemeente Midden-Delfland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-10-2008 | 27-12-2012 | Nieuwe regeling | 30-09-2008 Gemeenteblad, 2008, 3 | 2008-07 |
De raad van de gemeente Midden-Delfland;
Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 23 september 2008, nr. 2008-07;
Gelet op de Samenwerkingsovereenkomst 2006-2010 en de programmabegroting 2007;
- het concept-economisch beleidskader Midden-Delfland d.d. 2 september 2008 vaststellen, en
- de financiële en personele consequenties te betrekken bij de behandeling van de begroting 2009.
De gemeente Midden-Delfland telt bijna 17.500 inwoners. Ze bestaat uit de dorpen Den Hoorn, Schipluiden en Maasland en de buurtschappen ’t Woudt en Zweth. Het gebied Midden-Delfland vormt een groene enclave binnen een dichtbevolkt stedelijk gebied. Het groene karakter wordt door bewoners, omwonenden, bedrijfsleven en overheden als zeer waardevol beschouwd. Om dit groen en open karakter te behouden, is in samenspraak met vele partijen de integrale ‘Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025’ opgesteld. De visie “Vitale Dorpen” richt zich op “behoud door ontwikkeling” voor de mensen die leven, werken en recreëren in de dorpen en buurtschappen van Midden-Delfland.
Een belangrijk vervolgstap op de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 en Vitale Dorpen is een visie op economische ontwikkeling en ondernemen. Tot op heden heeft Midden-Delfland vooral via losse initiatieven de economische bedrijvigheid proberen te stimuleren en versterken. Vanuit zowel gemeente als bedrijfsleven bestaat behoefte aan een helder beleidskader, waarin de gemeente haar doelen en middelen uiteenzet en duidelijkheid schept over de mogelijkheden en kansen voor ondernemers. Het economisch beleidskader gaat in op alle dimensies van de economie van Midden-Delfland en geeft richting aan het economisch beleid van de gemeente. Van belang is dat economische activiteiten een meerwaarde opleveren voor het landschap en een bijdrage leveren aan de gewenste kwaliteiten van de dorpen.
Centrale vragen die in het beleidskader aan de orde komen, zijn:
Het economisch beleidskader voor Midden-Delfland is een gemeentelijk stuk, gedragen door het college van B&W en de raad. Het heeft een praktische insteek, gericht op wat de gemeente de komende jaren wel en niet gaat doen. Gezien de vele uitdagingen waar het gebied voor staat, de hoge ambities van de gemeente en de beperkte middelen, is het nodig om keuzes te maken in waar de gemeente wel en niet op inzet.
In de opdrachtformulering voor de ontwikkeling van het economisch beleidskader zijn de volgende randvoorwaarden meegegeven:
Dit economisch beleidskader is als volgt tot stand gekomen:
Hoofdstuk 2. Economie Midden-Delfland
Om tot keuzes te kunnen komen over de inzet van de gemeente in de komende jaren, is het van belang inzicht te hebben in de huidige situatie van de economie binnen de gemeente. Daartoe is gebruik gemaakt van een analysekader waarin de lokale economie vanuit vier invalshoeken wordt benaderd:
Uiteraard houdt de economie niet op bij de gemeentegrenzen en wordt ze sterk bepaald door (inter)nationale en regionale ontwikkelingen.
De middelen die de gemeente in kan zetten om de economische bedrijvigheid te stimuleren, bestaan uit de eigen gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven (inclusief scheppen van randvoorwaarden) en uit belangenbehartiging bij externe partijen (onder andere hogere overheden als Rijk en Provincie) via positionering en strategische samenwerking.
Elk van deze aspecten wordt in de volgende paragraaf kort uitgewerkt. Voor een meer gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar de aparte startnotitie.
Structuur en performance bedrijfsleven
Midden-Delfland heeft een fijnmazige bedrijfsstructuur met veel kleine bedrijven. De gemeente telt ruim 1.000 bedrijven met in totaal circa 5.200 arbeidsplaatsen (zie tabel 2.1). De land- en tuinbouw en zakelijke diensten zijn de sectoren met het grootste aantal vestigingen en arbeidsplaatsen. Daarnaast verschaft het glastuinbouwcluster ook veel werkgelegenheid bij gelieerde bedrijvigheid.
Tabel 2.1 Aantal vestigingen en arbeidsplaatsen per sector in Midden-Delfland in 2007
Bron: Stadsgewest Werkgelegenheidsmonitor Haaglanden 2007 (in Bureau Buiten 2007, p. 7)
Opmerking bij tabel: vanwege beschikbare onderzoeksgegevens zijn de grenzen van Midden-Delfland hier en daar ruimer dan de gemeentegrenzen. De cijfers kunnen daarom enigszins vertekend zijn.
De studie naar de gebiedseconomie vormt een nadere uitwerking van de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025. In deze studie wordt een driedeling in gebieden gemaakt: buitengebied, dorpen en poorten.
Het buitengebied is open en vitaal. De melkveehouderij is hier de drager van het landschap. Deze status quo staat echter onder druk door schaalvergroting en de stedelijke druk vanuit de omgeving. Het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden en nieuwe economische dragers is nodig om de sector vitaal te houden (verbrede landbouw, recreatie en toerisme, zorg, etc.). De glastuinbouw is een belangrijke sector met toekomstperspectief. Verspreid liggend glas tast echter het open karakter van het gebied aan, en besloten is om dit te saneren. Voor de overige glastuinbouw, die is geconcentreerd op daarvoor aangegeven locaties, is de uitdaging om de hoogwaardige en duurzame kwaliteit te handhaven. Tot slot kunnen de huidige niet-agrarische bedrijven in het buitengebied hier gevestigd blijven. Ontwikkelingsmogelijkheden worden mogelijk gemaakt als ze de kwaliteit van het gebied niet aantasten. Indien ze niet (langer) passen in het open landschap worden alternatieve vestigingsmogelijkheden gezocht. Eventuele nieuwe bedrijvigheid dient een bijdrage te leveren aan de gebiedskwaliteit.
In de dorpen zijn kleinschalige voorzieningen aanwezig. Deze voorzieningen staan onder druk door schaalvergroting en concurrentie van voorzieningen elders. Om de vitaliteit van de dorpen te versterken en de voorzieningen te behouden, is de uitdaging het draagvlak te vergroten (bijvoorbeeld via meer recreanten), kleinschalige bedrijvigheid te stimuleren, en de dorpen te ontwikkelen tot vitale juweeltjes in het groen.
De poorten tot Midden-Delfland markeren de toegang tot het gebied. Zij dienen zich te ontwikkelen tot concentratiepunten van verkeer, horeca, recreatie en ondernemerschap. Ten aanzien van de poorten zijn er bij Midden-Delfland en omringende gemeenten diverse ideeën in omloop. Er zijn concrete plannen in wording; bijvoorbeeld een milieu-educatiecentrum in Schiedam.
De beroepsbevolking van Midden-Delfland bestaat uit circa 8.300 personen, waarvan er 2.100 in de gemeente zelf werken en ruim 6.000 elders. De werkloosheid is met zo’n 200 personen zeer laag.
Tabel 2.2 Kerncijfers arbeidspotentieel Midden-Delfland (tussen haakjes cijfers Nederlands gemiddelde)
De ontwikkeling van het bedrijventerrein Harnaschpolder geeft de werkgelegenheid een impuls van ca. 3500 arbeidsplaatsen. Verwacht wordt dat de pendel zal toenemen, omdat het vooral verplaatsing van bedrijven uit de regio betreft. De bereikbaarheid van Midden-Delfland kan hierdoor onder druk komen te staan. De bereikbaarheid per auto is goed, maar per openbaar vervoer slecht. Wel staat door drukte op omringende wegen en toenemend sluipverkeer de autobereikbaarheid onder druk.
Midden-Delfland heeft meerdere kleine bedrijventerreinen in en bij de dorpen. De terreinen Zouteveenseweg te Schipluiden en het Ambacht in Maasland zijn al wat ouder. De terreinen Oude Veiling/Maassluisseweg vervullen een belangrijke functie voor de economie van Midden-Delfland. Dit geldt ook voor het terrein Oud-Camp/Coldenhove waar onder anderen het bedrijf DTO is gevestigd.
Met de ontwikkeling van de Harnaschpolder, dat ruimte biedt aan grote en nieuwe bedrijvigheid, wordt het aanbod meer dan verdubbeld tot ongeveer 82 ha netto. De herstructurering van de Hooipolder biedt nieuwe mogelijkheden voor lokale bedrijven. Op het terrein Lotsweg zal zich een tweetal loonwerkbedrijven vestigen.
De kantorenvoorraad bedraagt 24.000 m2 (bron: Monitor Kantorenmarkt Haaglanden, 1 januari 2007) en tot 2015 staat de ontwikkeling van nog eens 8.000 m² kleinschalige kantoren in dorpscentra (gemeentehuis, bedrijfsverzamelgebouw, woon-werkcombinaties) gepland.
De gemeente zet actief in op menging van functies. In het buitengebied speelt ook een transformatieopgave, de (bedrijfsmatige) herinvulling van vrijkomende agrarische gebouwen. De nieuwe functies van deze gebouwen mogen het landschap niet aantasten en moeten passen bij de streek.
De gemeente Midden-Delfland heeft een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, met relatief veel (en dure) koopwoningen. De gemiddelde WOZ-waarde is hoog en het aantal huurwoningen beperkt, waardoor starters moeilijk toegang krijgen tot woningmarkt. Door bij realisering van nieuwbouw rekening te houden met 30% sociale woningbouw worden de mogelijkheden voor starters verbeterd. Om de dorpen vitaal te houden, wordt onder andere ingezet op versterking van de sociale samenhang, een gezonde leefomgeving, stimulering van kleinschalige bedrijvigheid, en behoud van de (dagelijkse winkel)voorzieningen in elk dorp.
Het gebied Midden-Delfland trekt veel dagrecreatie vanuit de omringende regio. Door verbetering van de toegankelijkheid van het gebied, worden meer recreanten naar het gebied getrokken en bestedingen gegenereerd.
In de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 wordt voorgesteld het gebied Midden-Delfland een keurmerk te geven. Onlangs is hieraan gevolg gegeven doordat Midden-Delfland de eerste Cittaslow-gemeente van Nederland is geworden. Daarnaast wordt ook gewerkt aan gebiedsmarketing.
Het bedrijfsleven in Midden-Delfland is verenigd in verschillende organisaties. Lokaal is een groot deel van de ondernemers gebundeld in de Ondernemersvereniging Schipluiden/Den Hoorn (MKB) en de Vereniging van Maaslandse Ondernemers (VMO). Op regionaal niveau worden de belangen behartigd door de Kamer van Koophandel Haaglanden, VNO-NCW Westland-Delfland, NLTO en LTO-Glaskracht. Tussen deze partijen en het gemeentebestuur vindt halfjaarlijks overleg over allerlei zaken plaats. Van beide zijden bestaat behoefte om dit overleg meer structureel en strategisch in te vullen.
In 2007 hebben zes organisaties uit Midden-Delfland – de Midden-Delfland Vereniging, de Stichting Midden-Delfland is Mensenwerk, de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert, LTO Noord Afdeling Delflands Groen, De Vereniging van Maaslandse Ondernemers en de Ondernemersvereniging Schipluiden/Den Hoorn (MKB) - de stichting Groen Goud opgericht. Doel van de stichting is het versterken van de sociaal-economische structuur, het versterken van de reguliere landbouw, het stimuleren van de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid, en het bevorderen van de kwalitatieve ontwikkeling van Midden-Delfland. Het werkkader is de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 en de daarin genoemde prioriteiten. Men heeft gekozen voor de volgende vier sporen:
Voor financiering van deze initiatieven wordt een beroep gedaan op ILG- en POP-gelden van de provincie Zuid-Holland, het Recreatieschap Midden-Delfland, het Groenfonds Midden-Delfland en de gemeente Midden-Delfland.
SWOT-analyse economie Midden-Delfland
Op basis van de analyse worden de volgende sterkten (Strengths), zwaktes (Weaknesses), kansen (Opportunities) en bedreigingen (Threats) van de lokale economie geconstateerd:
De gemeente heeft slechts beperkte capaciteit om economische ontwikkeling te stimuleren en het bedrijfsleven te faciliteren (ca. 0,15 fte). Rond veehouderij en Groen Goud zijn medewerkers van Midden-Delfland betrokken, en daarnaast is er reguliere capaciteit voor vergunningverlening, ruimtelijke ordening etc. Het indienen van vergunningen wordt vergemakkelijkt, doordat de gemeente duidelijk aangeeft welke documenten en informatie vereist zijn, en hoe de procedures en planning verlopen.
De gemeente Midden-Delfland heeft een nieuw dienstverleningsconcept opgesteld dat zij wil gaan toepassen bij betrekking van het nieuwe gemeentehuis in 2010. Het dienstverleningsconcept gaat uit van een betere toegankelijkheid van de gemeente, met een frontoffice en een betere telefonische en digitale bereikbaarheid. Om de dienstverlening richting bedrijfsleven te verbeteren, wordt gedacht aan uitbreiding van de functie economisch beleidsmedewerker, maar de precieze invulling moet nog nader uitgewerkt worden.
Midden-Delfland ligt als uniek open en groen gebied midden in de dynamiek van de Zuidvleugel van de Randstad, maar is op een ‘kruispunt’ beland. Met het aflopen van de Reconstructiewet Midden-Delfland raakt het gebied haar wettelijke bescherming tegen de oprukkende verstedelijking kwijt en zal bescherming plaatsvinden via de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening. Om dit ‘grootste park’ van de Zuidvleugel ook in de toekomst te beschermen, is de ‘Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025’opgesteld. In de uitwerking daarvan wordt de bescherming van het landschap vorm gegeven. Kostendrager voor het open en groen houden van het landschap zijn nu vooral de veehouderij en het Recreatieschap Midden-Delfland, welke ca.1/3 deel van het gebied onderhoudt. Voorts is er een groenfonds in het leven geroepen dat wordt gevoed door bijdragen uit de ontwikkeling van het bedrijventerrein de Harnaschpolder en de woningbouwprojecten. Vanuit het groenfonds wordt een bijdrage geleverd voor groene diensten die agrariërs leveren. Daarnaast is op nationaal en provinciaal niveau aandacht voor Midden-Delfland, zoals in het UPR-project ‘Mooi en vitaal Delfland’ en de ‘Groen-blauwe slinger. Nu Midden-Delfland de eerste Nederlandse Cittaslow gemeente is, draagt dit bij aan de profilering van de A-kwaliteit van het gebied.
Bedreigingen die de openheid van het landschap aantasten, komen niet alleen in de vorm van oprukkende bebouwing binnen en aan de randen van de gemeente. Ook doorsnijdingen zoals het doortrekken van de A4 en de aanleg van Randstad 380 kV over het grondgebied van Midden-Delfland en de verdubbeling van de spoorlijn van Delft naar Schiedam tasten de openheid van het landschap aan. Wel is bij deze ontwikkelingen afgesproken dat eveneens geïnvesteerd moet worden in de kwaliteit van het open landschap.
Het gebied Midden-Delfland staat als grootste nog open landschap van de Zuidvleugel stevig op de agenda, maar dit vertaalt zich nog onvoldoende in concrete beschermings- en stimuleringsinstrumenten en financiële steun. Om de aandacht voor Midden-Delfland te behouden, verbreden en om te zetten in concrete ondersteuning, is actieve lobby nodig. De bovenregionale functie van het gebied dient zich ook te vertalen in bovenregionale ondersteuning.
Hoofdstuk 3. Ambities en acties
Bij het ondersteunen van de economische ontwikkeling staat de gemeente Midden-Delfland voor tal van uitdagingen. Niet alle zaken kunnen even sterk door de gemeente worden beïnvloed. De ontwikkeling van de lokale economie is sterk afhankelijk van marktfactoren, conjunctuur, beleid van hogere overheden, etc. Bovendien zijn de beschikbare capaciteit en middelen van de gemeente (per definitie) beperkt. Het is dus van belang om realistische ambities te stellen ten aanzien van wat de gemeente de komende jaren op economisch terrein wil bereiken (paragraaf 3.2). Aangezien het niet mogelijk is alle uitdagingen tegelijk op te pakken, worden prioriteiten gesteld (paragraaf 3.3). Deze prioriteiten worden vervolgens vertaald in zo concreet mogelijke acties (paragraaf 3.4). In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal uitvoeringsaspecten van deze acties.
De missie van de nieuwe gemeente Midden-Delfland is, het open en groen houden van het gebied, samen met de andere grondgebiedgemeenten, en het goed zorgen voor de inwoners. Om de streek open en groen te houden, is de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 opgesteld. De Gebiedsvisie moet het gebied in de toekomst beschermen tegen oprukkende verstedelijking en de ontwikkeling van het landschap stimuleren. De ambitie is het agrarisch cultuurlandschap open en vitaal te houden, de groene kwaliteiten uit te bouwen, en de verbindingen met de omgeving te versterken. Anno 2025 is het open gebied groter, toegankelijker en duidelijker herkenbaar als eenheid, met meer vloeiende grenzen met de stedelijke omgeving en minder scherpe scheiding tussen functies. Alles staat in het teken van het versterken van het open, groene landschap. De ontwikkeling van Midden-Delfland® als gebied met A-kwaliteit is het streven.
De koe staat in de wei, (melk)veehouderij is en blijft de drager van het landschap, en het recreatieschap beheert de recreatieve gebieden. Het landschap, de groene ruimte, nodigt uit tot genieten, bezoek en recreatie. Om het landschap van het buitengebied open te houden, is het slechts beperkt mogelijk economische functies toe te voegen. Deze economische functies zijn alleen toegestaan wanneer de kwaliteit van het landschap en de waardevolle en karakteristieke waarden van de dorpen worden versterkt. Bestaande bedrijven in het buitengebied zullen waar mogelijk passende ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden. Glastuinbouw met hoogwaardige en duurzame invulling blijft welkom op de bestaande duurzame glaslocaties.
Daarnaast zijn er kansen voor gebruik van water in de waarde(n)volle polders. Eventuele noodzakelijke aantastingen of doorsnijdingen van het gebied worden zoveel mogelijk beperkt en anders ingezet om mogelijke positieve effecten te stimuleren.
Midden-Delfland ligt niet op een eiland, maar in een stedelijke omgeving. De relatie met de stad en verweving stad – land zal worden versterkt, wat de recreatiewaarde vergroot. Deze relatie wordt onder andere vorm gegeven in de ontwikkeling van poorten, die de entree tot Midden-Delfland vormen. Voor de ontwikkeling van de poorten is de inzet van omliggende gemeenten en private partijen noodzakelijk. Door middel van publiek private of publiek publieke samenwerking kunnen de poorten met A-kwaliteit ingepast worden in het grensgebied van Midden-Delfland en de omgeving.
Om het gebied in de richting van de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 te ontwikkelen wordt momenteel een landschapsontwikkelingsplan (LOP) opgesteld. Centrale thema’s zijn:
Hierbij wordt ook getoetst of het bestaande bestuurlijke, juridische en financiële instrumentarium voldoende is om de ambities van de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 waar te maken. Daarnaast worden aanvullende instrumenten ontwikkeld, zoals een effectief grondinstrument, een ontwikkelingsinstrument en een financieringsfonds.
Het tweede deel van de missie van de gemeente, het behouden en versterken van de kwaliteiten van de dorpen en de buurtschappen, komt vooral in het project Vitale Dorpen tot uiting. Hierin wordt de toekomst van de dorpen en buurtschappen bepaald. De twee centrale elementen vormen: ‘Van en voor mensen’ en ‘Verweven en eigentijds’. Het thema ‘Van en voor mensen’ betekent dat de dorpen voor alle mensen moeten zijn, van elke leeftijd, situatie en herkomst. De mensen moeten met elkaar verbonden zijn en voor elkaar zorgen en verzorgen. Het thema ‘Verweven en eigentijdse dorpen’ gaat in op de netwerken. Dorpen die verbonden zijn met een kennisintensieve omgeving, dorpen die goed ontsloten zijn, dorpen die verbonden zijn met het buitengebied. Maar ook dorpen met ondernemers op menselijke schaal en ondernemers die midden in de samenleving staan.
De dorpen moeten zich ontwikkelen tot vitale juweeltjes in het groen, met voorzieningen voor de bewoners en voldoende werkgelegenheid. De kennisontwikkeling en –toepassing door bijvoorbeeld het bieden van werk-leermogelijkheden voor jongeren speelt hierbij een rol. Daarnaast vormt verbeterde kennisoverdracht tussen opleidingen en lokaal bedrijfsleven een aandachtspunt. Gebruik kan worden gemaakt van de kennisintensieve omgeving; de kennis bij de Technische Universiteit Delft en de Universiteit van Rotterdam. Aan de hand van een kennisloket zou kennis overgedragen kunnen worden van gevestigde ondernemers aan starters.
In de uitwerking van deze visie, staan de volgende vijf thema’s centraal:
De rol van de gemeente bij het ondersteunen en stimuleren van de economische ontwikkeling kan worden onderscheiden in:
De gemeente heeft de ambitie haar wettelijke taken zo goed mogelijk uit te voeren en zo het bedrijfsleven optimaal te faciliteren. Daarnaast wil ze economische activiteiten stimuleren, die passen in de verdere ontwikkeling van de gemeente als A-merk, met een open, groen en economisch florerend buitengebied, vitale dorpen en dynamische poorten. Tot slot streeft de gemeente ernaar via lobby en strategische samenwerking goede kaders te ontwikkelen die zorgen dat het gebied voldoende wordt beschermd en voldoende fondsen voor verdere kwaliteitsontwikkeling worden gegenereerd.
Op basis van het voorgaande kunnen de ambities van de gemeente Midden-Delfland op economisch terrein als volgt worden samengevat:
Open en groen houden van het buitengebied en versterken van de aanwezige landschappelijke kwaliteiten, onder andere door melkveehouderij ruimte te bieden om te verbreden met passende activiteiten, door verdere sanering van verspreid glas, door ontwikkeling van nieuwe economische dragers, en door het bieden van passende ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven;
Vitaal houden van de dorpen, door het stimuleren en faciliteren van economische activiteiten die bijdragen aan het profiel van de dorpen als ‘juweeltjes in het groen’, zoals toeristisch-recreatieve initiatieven, nieuwe horecavestigingen, etalages en verkooppunten van lokale producten, ateliers en galerieën, culturele evenementen, e.d.;
Ontwikkeling van de poorten, door het stimuleren van investeringen die aansluitend op de kwaliteiten en de schaal van de omgeving economische spin-off opleveren, toeristisch-recreatieve initiatieven, zoals watersportactiviteiten, een hippisch centrum, een luxe wellnessvoorziening, een golfbaan, een wat groter hotel, congresfaciliteiten of een educatieve attractie;
Behartiging van de economische belangen bij besluitvormers op hoger schaalniveau, waaronder de buurgemeenten, regio Haaglanden, provincie Zuid-Holland en de verschillende Rijksdepartementen, onder meer om geschikte instrumenten voor landschapsbescherming te ontwikkelen, groenrealisatie te versnellen, en voldoende fondsen voor noodzakelijke investeringen te genereren.
Uit het voorgaande blijkt dat de uitdagingen voor de gemeente groot zijn en de ambities hoog. Aangezien de menskracht en de middelen beperkt zijn, moeten prioriteiten gesteld worden om de ambities realistisch te maken. Criteria om te komen tot deze prioriteiten zijn:
In het proces om tot dit economisch beleidskader te komen, hebben de begeleidingsgroep, de raadsvertegenwoordiging en de klankbordgroep uit het bedrijfsleven ieder hun prioriteiten aan kunnen geven. Op basis van deze inbreng is door het college van B&W een keuze gemaakt welke opgaven in het economisch beleidskader verder worden uitgewerkt. De gekozen prioriteiten zijn onder te verdelen in twee thema’s, te weten economische structuurversterking en het optimaliseren van de gemeentelijke inzet:
Economische structuurversterking:
Optimalisering gemeentelijke inzet:
In het economisch beleid voor de komende jaren wordt dus geen prioriteit gegeven aan de volgende - eveneens belangrijke - thema’s:
De vitaliteit van het huidige bedrijfsleven in Midden-Delfland is goed, maar staat wel onder druk:
In het buitengebied is de melkveehouderij, de drager van het landschap, ondanks de relatief beperkte bedrijfsomvang over het algemeen financieel gezond. De liberalisering van het Europese landbouwbeleid vergt verdere schaalvergroting, hetgeen moeilijk te verenigen is met de hoge grondprijs en wens tot behoud van het landschap in Midden-Delfland. Een deel van de bedrijven is bezig met verbreding van de activiteiten, onder andere met recreatiemogelijkheden, zorgaanbod en groen-blauwe diensten (landschapsbeheer). Daarnaast speelt voor een aantal bedrijven een opvolgingsprobleem. Voor het nog resterende verspreid liggend glas is het zaak te inventariseren welk toekomstperspectief de betreffende bedrijven elders gegeven kan worden. Bedrijven die reeds in het buitengebied zijn gevestigd, mogen hier blijven, mits ze voldoen aan de bestemmingsplanvoorschriften. Bij uitbreidingsplannen wordt gekozen voor een maatwerkaanpak. Leidend daarbij is een verantwoorde inpassing in het landschap. Bij een forse uitbreiding (‘schaalsprong’) of indien landschappelijke inpassing niet mogelijk is, dient verplaatsing naar bedrijventerrein plaats te vinden;
* Veehouderij ontwikkelingsmogelijkheden bieden door:
Ter informatie; deze twee projecten vormen ook de invulling van het IODS-kwaliteitsproject “Pilot groen ondernemen”.
* Verbreding van veehouderijbedrijven met in het landschap passende activiteiten te faciliteren, via:
Sanering van verspreid liggend glas
Ontwikkelingsperspectieven voor bestaande bedrijven
Nagaan van eventuele planologische en andere belemmeringen waar de gemeente invloed op kan uitoefenen, die de ontwikkeling van de bestaande bedrijven in de weg staan en vervolgens daar een oplossing voor bieden. Uitgangspunt is dat een verantwoorde inpassing in het landschap tot de mogelijkheden behoort;
Het buitengebied van Midden-Delfland is een waardevol groengebied. Behoud en versterking van de aanwezige kwaliteiten kan alleen als in het landschap wordt geïnvesteerd en het gebied ook economisch vitaal blijft. Naast de melkveehouderij zijn ook nieuwe economische dragers nodig, bijvoorbeeld in toerisme en recreatie, zorg en andere diensten. Dergelijke bedrijven moeten een bijdrage leveren aan de realisatie van de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 en de in het kader van Cittaslow gewenste A-kwaliteit. Dit betekent dat ze, zoals beschreven in de studie naar de Gebiedseconomie Midden-Delfland goed landschappelijk worden ingepast aan de randen van het gebied.
De toegangspoorten tot Midden-Delfland zijn nu nog extensief ingericht. Het gebied is grotendeels in beheer bij het Recreatieschap Midden-Delfland. In deze gebieden worden nieuwe, bij de specifieke locatie passende economische en toeristisch-recreatieve initiatieven gestimuleerd en gefaciliteerd, die ervoor kunnen zorgen dat meer werkgelegenheid en inkomen wordt gegenereerd en Midden-Delfland sterker als A-merk op de kaart komt te staan.
In de dorpen en buurtschappen is behoefte aan verbreding van de activiteiten om ze te kunnen ontwikkelen tot vitale dorpen in het groen. De gemeente kan economische initiatieven uitlokken door in de (woon)omgeving passende bedrijvigheid mogelijk te maken in bestemmingsplannen, het stimuleren van ondernemerschap, en het profileren van de ambities en mogelijkheden om bij te dragen aan het aantrekkelijke A-merk Midden-Delfland (Cittaslow).
Het stimuleren van meer inkomen en werkgelegenheid in Midden-Delfland door het bevorderen en faciliteren van nieuwe economische activiteiten die passen bij Midden-Delfland als A-merk, met name op het gebied van toerisme en recreatie, productie en marketing van streekproducten, zakelijke dienstverlening en zorg.
* In samenspraak met het bedrijfsleven en andere betrokken partijen (waaronder vertegenwoordigers uit de horecasector en het Promotieplatform Midden-Delfland) opstellen van een toeristisch-recreatief actieplan (TRAP) op basis van de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025, waarin acties worden uitgewerkt voor het uitbouwen van:
* Gefaseerde, thematische ontwikkeling van enkele poorten via publiek-private samenwerking met betrokken buurgemeente(n) en geïnteresseerde ondernemers/ ontwikkelaars;
* Bundelen van geïnteresseerde ondernemers voor gezamenlijke promotie van streekproducten (H’eerlijck Delfland en Stichting Groen Goud);
* Mede op basis van het LOP ruimte scheppen in bestemmingsplannen voor nieuwe economische activiteiten in buitengebied en dorpen, in de vorm van woon-werkmogelijkheden (bijv. 50% van woning te gebruiken voor bedrijfsmatige activiteiten, naast specifieke woon-werkmogelijkheden), etalages, bedrijfsverzamelgebouwen, herinvulling van vrijkomende agrarische gebouwen, e.d.;
* Gemeente maakt ondersteuning (KvK, evt. kennisloket) en financiering (startersfonds voor markt- en haalbaarheidsstudies) voor startende ondernemers toegankelijk;
* In samenwerking met de Hogeschool InHolland en het Lentiz-college opzetten van een (virtueel) kennisloket, waar (potentiële) ondernemers terecht kunnen met vragen over nieuwe producten, processen en markten. Afstemming kan gezocht worden bij initiatieven van Stichting Groen Goud.
Het aanbod van bedrijfsruimtes, zowel binnen dorpen, op bedrijventerreinen, als in het buitengebied kan verder geoptimaliseerd worden. Bij de kleinschalige bedrijventerreinen is het van belang zorg te dragen voor kwaliteitsbehoud en –verbetering. Het nieuwe bedrijventerrein Harnaschpolder wordt momenteel ontwikkeld en uitgegeven, maar na deze fase dient de kwaliteit te worden geborgd door een goed beheer. Het bedrijvenschap Harnaschpolder is daarom nu bezig met het opzetten van een goed parkbeheer.
Ook binnen de dorpen is behoefte aan vergroting van de mogelijkheden van bedrijfshuisvesting, onder andere door functiemenging en extra vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige kantoren (passend bij het karakter van de dorpen). In het buitengebied dient een adequate bedrijfsmatige herinvulling van vrijkomende agrarische gebouwen gevonden te worden.
Uitbreiding van de mogelijkheden voor bedrijfshuisvesting, zowel in specifieke werklocaties als door functiemenging met wonen, passend bij de kwaliteitseisen vanuit de Gebiedsvisie en Cittaslow-gedachte.
* Ontwikkelen van een integraal werklocatiebeleid met aandacht voor:
* Onderzoek naar mogelijkheden om in bestemmingsplannen ruimte te scheppen voor verder gaande functiemenging met werken.
Het streven naar optimalisering van de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven wordt door zowel het bedrijfsleven als de gemeente toegejuicht. Er is vanuit het bedrijfsleven behoefte aan stroomlijning van procedures en helderheid over gestelde eisen en termijnen van besluitvorming. De samenwerking tussen gemeente en georganiseerd bedrijfsleven kan worden verbeterd door meer strategische en lange termijn agendavorming en duidelijke procesafspraken. Nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden kunnen daarmee ondersteund worden.
Heldere, snelle en oplossingsgerichte behandeling van vragen van bedrijven en meer strategische samenwerking tussen gemeente en georganiseerd bedrijfsleven
* Het naast de reguliere folders, opstellen van een beknopt leaflet in samenwerking met het bedrijfsleven, waarmee ondernemers snel inzicht krijgen in de precieze informatie-eisen voor vergunningaanvragen, procedure die wordt doorlopen, termijnen die daarbij gelden, en contactpersonen voor vragen en ondersteuning;
* Opzetten van een (virtueel) bedrijvencontactpunt (in het nieuwe gemeentehuis onderdeel van het Klantencontactcentrum), dat bestaat uit:
Een bedrijfscontactpersoon (frontoffice) die niet-complexe vragen beantwoordt en anders doorgeleidt naar specialisten (geen fulltime functie, maar onderdeel van bijv. bredere EZ-functie); deze persoon heeft ook tot taak de voortgang in de beantwoording van de doorgeleide vragen te bewaken. Dit maakt onderdeel uit van het ontwikkelen van het dienstverleningsconcept voor het nieuwe gemeentehuis;
Een accountmanager per aanvragend bedrijf die zorgt voor de (backoffice) coördinatie van de aanvraag/aanvragen tussen de verschillende afdelingen en bewaking van de termijnen (wisselend, zo mogelijk gerekruteerd uit afdeling waar de aanvraag vooral betrekking op heeft; rapporteert maandelijks beknopt over de voortgang aan de bedrijfscontactpersoon). Ook hieraan wordt in het kader van het dienstverleningsconcept vorm gegeven.
* Gezamenlijke afspraken met georganiseerd bedrijfsleven over meer strategische invulling van het structurele overleg, zowel inhoudelijk als procesmatig;
* Bedrijfsbezoeken van bestuurders en betrokken medewerkers ter versterking van kennisuitwisseling en wederzijds begrip.
Met het aflopen van de Reconstructiewet in 2008 verdwijnt een belangrijk juridisch kader voor bescherming van de hoogwaardige kwaliteiten van het gebied. Voor de toekomst is het van belang om voor de kwaliteiten die absoluut behouden moeten worden, een vervangend strikt beschermingsregime te hebben, maar voor het overige in RO-instrumenten voldoende flexibiliteit voor passende economische activiteiten in te bouwen.
Helder restrictief instrumentarium voor kwaliteiten die behouden moeten blijven en voor het overige voldoende mogelijkheden en flexibiliteit voor het ontwikkelen van economische activiteiten die passen in het open agrarisch cultuurlandschap.
* Uitwerken van LOP en nader te onderzoeken andere beschermingsinstrumenten (bijv. grondbank);
* Op basis van het LOP een nieuw bestemmingsplan voor het gehele buitengebied van Midden-Delfland dat niet-wenselijke ontwikkelingen uitsluit en ruimte biedt voor economische initiatieven die passen in het landschap;
* Zoals beschreven in de Notitie Bedrijfsleven Midden-Delfland d.d. januari 2008, bestaande bedrijven inpassen door middel van maatwerk;
* Procesmatig optimaliseren van de interne organisatie en procedures (zie 3.5.1).
Nieuwe economische initiatieven moeten door de markt worden ontwikkeld en gefinancierd. In bepaalde gevallen kan aanjaaggeld, de aanleg van infrastructuur, het wegnemen van een onrendabele top en/of toevoeging van extra kwaliteit zo’n initiatief versterken of opschalen. Hierover wordt nagedacht in het initiatief Groen Goud. Voor dergelijke posten zijn bij provincie, rijk, EU, goede doelen en anderen vaak fondsen aanwezig, die niet altijd worden benut. Het ontbreekt aan een overzicht van de mogelijkheden en aan de capaciteit om de (tijdrovende) procedures te doorlopen om deze fondsen binnen te halen. Bovendien vergen veel van dergelijke fondsen cofinanciering vanuit plaatselijke overheid of bedrijfsleven. In de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 wordt gepleit voor een financieringsfonds, waarin beschikbare geldstromen (zoals ILG-, POP- en provinciale middelen, IODS, Groenfonds, etc.) worden gebundeld en effectief en efficiënt worden ingezet.
Door het werven van meer externe fondsen kan de economie van Midden-Delfland gestimuleerd kan worden.
* Quick scan van de meest perspectiefvolle fondsen, beschikbare middelen, voorwaarden en benodigde inspanning om gelden binnen te halen;
* Uitwerken van lobby- en wervingsstrategie om deze fondsen binnen te halen;
* Bundeling van externe en lokale middelen in een financieringsfonds, waaruit wordt geïnvesteerd in prioritaire projecten.
Hoofdstuk 4. Uitvoering economisch beleid
Ondanks het feit dat in overleg met gemeente en bedrijfsleven prioriteiten zijn gesteld, is het aantal acties dat de komende jaren wordt uitgevoerd om de lokale economie te versterken nog (zeer) groot. Dit betekent dat nadere prioriteiten moeten worden gesteld, acties moeten worden gefaseerd en/of extra capaciteit en middelen moeten worden vrijgemaakt. Deze aspecten worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt.
Op dit moment zijn binnen de gemeente 200 uur (ca 0,15 fte) beschikbaar voor economisch gerelateerde taken, naast reguliere capaciteit voor vergunningverlening, ruimtelijke ordening, beheer en onderhoud, verkeer, etc. Verder zijn binnen de gemeentelijke organisatie verschillende functionarissen bezig met dienstverlening aan ondernemers door middel van vergunningverlening. Om de bovengenoemde ambities en acties waar te kunnen maken, is naar schatting de onderstaande tijdsinzet nodig. Deze gegevens zijn gebaseerd op tijdsinzet bij vergelijkbare gemeenten.
Naast de gemeente zijn ook (betaalde) krachten binnen andere organisaties bezig met het stimuleren van de lokale economie.
Uit het oogpunt van slagvaardigheid, professionalisering en efficiëntie is het wenselijk dat de kracht gebundeld wordt, om de dienstverlening aan het bedrijfsleven te optimaliseren. Daarbij levert eenieder, met behoud van eigen verantwoordelijkheid en taken, een bijdrage om de gemeenschappelijke ambities en doelen voortkomend uit de Gebiedsvisie Midden-Delfland® 2025 en Vitale dorpen waar te maken.
Daarnaast zal gezocht worden naar mogelijkheden om het structurele overleg tussen gemeente en georganiseerd bedrijfsleven qua inhoud en opzet meer strategisch in te steken.
Niet alle acties kunnen gelijktijdig worden opgepakt. Daarom wordt een fasering in de tijd aangebracht. De voorlopige fasering is als volgt:
Middellange termijn (2010-2012)
Lange termijn (2012 en verder)
De met de uitvoering van dit economisch beleidskader gepaard gaande investeringen van de gemeente worden onderscheiden in structurele investeringen en projectinvesteringen. De structurele, jaarlijks terugkerende investeringen worden minimaal als volgt ingeschat:
De projectinvesteringen hebben betrekking op investeringen in openbare ruimte, infrastructuur, poorten, bedrijfsverplaatsing, etc. Deze bedragen ettelijke miljoenen en dienen te worden gedekt uit de grondexploitatie, bijdragen van private partijen, en fondsen/subsidies van overheden.