Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Groningen (Gr)

Marktverordening Groningen 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Groningen (Gr)
Officiële naam regelingMarktverordening Groningen 2010
CiteertitelMarktverordening Groningen 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpMarktverordening 2010

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, eerste lid
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Marktreglement Groningen 2010; Verordening marktgelden 2011

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201002-03-2012nieuwe regeling

16-12-2009

Gemeenteblad, 2009, 142

GR.2096206

Tekst van de regeling

Intitulé

MARKTVERORDENING GRONINGEN 2010

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

(GR.2096206)

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2009;

 

gelet op de artikelen 147, eerste lid, evenals artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gehoord de Marktcommissie;

 

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);

 

HEEFT BESLOTEN:

 

de Marktverordening  Groningen 2010 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    markt : de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 2 van het marktreglement vastgestelde dagen, tijden en plaatsen;

  • b.

    marktterrein : de openbare ruimte, die bij of krachtens artikel 2 van het marktreglement is aangewezen voor het houden van een warenmarkt;

  • c.

    standplaats : de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats : de standplaats die voor onbepaalde tijd aan de vergunninghouder ter beschikking is gesteld;

  • e.

    dagplaats : de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    standwerken : de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • g.

    standwerkersplaats :de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    seizoensplaats : de standplaats die voor een onbepaalde termijn aan een vergunninghouder voor een of meer seizoenen ter beschikking wordt gesteld;

  • i.

    vergunninghouder : degene aan wie door of namens het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats of een standwerkerplaats;

  • j.

    zondagsmarkt : een markt waarvoor door of namens het college vrijstelling respectievelijk ontheffing is verleend op grond van artikel 4 respectievelijk artikel 6 van de Verordening Winkeltijden Groningen;

  • k.

    anciënniteitlijst : de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats in volgorde van datum van verlenen van de vergunning;

  • l.

    branche-indeling : de indeling in artikelengroepen en het aantal vergunninghouders per artikelgroep;

  • m.

    vaste vervanger : degene aan wie door of namens het college is toegestaan om de vergunninghouder bij voortduring bij te staan of te vervangen.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college kan ten aanzien van de markt bepalen:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats,

      of standwerkerplaats.

  • 2. Het college kan bepalen, dat:

    • a.

      om een bijzondere reden er geen markt wordt gehouden;

    • b.

      een markt incidenteel geheel of gedeeltelijk op een andere locatie wordt gehouden.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1. Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening, in het bijzonder met betrekking tot de volgende onderwerpen:

    • a.

      de branchering en brancheverdeling;

    • b.

      de vergunningverlening en overschrijving van vergunningen;

    • c.

      toewijzen en bezetten van standplaatsen;

    • d.

      afwezigheid bij ziekte, vakantie en ingeval van bijzondere omstandigheden;

    • e.

      het gebruik van eigen materiaal en huurmateriaal;

    • f.

      het gebruik van standplaatsen;

    • g.

      veiligheidsnormen en normen ter voorkoming van hinder en overlast.

  • 2. Het college kan deze bevoegdheid mandateren aan de algemeen directeur van de Milieudienst.

Hoofdstuk 2 Vergunningen

Artikel 4 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 5 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 van het Marktreglement de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Indien degene op wie een vergunning ingevolge het vorige lid sub b wordt overgeschreven, al een vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

  • 3. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.

Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 7 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 6 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie danwel de door of namens het college gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 8 Uitsluiting meeloper of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats voor maximaal drie maanden uitsluiten, indien:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie danwel de door of namens het college gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 9 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie danwel de door of namens het college gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 10 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten - hoe ook genaamd- die genomen zijn krachtens de APVG die betrekking hebben op de markten gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening totdat zij zijn ingetrokken of vervallen.

  • 2. De bestaande anciënniteitlijst wordt geacht een anciënniteitlijst in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning, ontheffing of overschrijving op grond van de APVG is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2010.

  • 2. Hoofdstuk 5 afdeling 6, van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad wordt per gelijke datum ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Marktverordening Groningen 2010.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 16 december 2009.

De griffier,

D.H. Vrieling.

De voorzitter,

Dr. J.P. (Peter) Rehwinkel.

Algemene toelichting en artikelsgewijze toelichting

Toelichting [Klik hier om het document te downloaden]