HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Algemene subsidieverordening gemeente Ermelo 2013
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder
- a.
aanvrager: een natuurlijk of rechtspersoon die een aanvraag
heeft ingediend om subsidie te krijgen;
- b.
activiteit: een met gebruikmaking van de subsidie te leveren
product of prestatie die openbaar toegankelijk is;
- c.
activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor
subsidie wordt aangevraagd en de daarmee nagestreefde
doelstellingen;
- d.
ambtshalve vaststelling: het vaststellen van subsidie door de
gemeente, zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag hiervoor
heeft ingediend;
- e.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- f.
begroting: een overzicht van geraamde inkomsten en uitgaven van
de activiteiten, waarvoor subsidie is aangevraagd;
- g.
budgetsubsidie: een vorm van jaarlijkse subsidie voor een
bepaalde periode waarbij het budget wordt ingezet om vooraf
bepaalde resultaten of effecten te bereiken;
- h.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Ermelo;
- i.
directe subsidievaststelling: het tegelijkertijd verlenen en
vaststellen van de subsidie;
- j.
eenmalige subsidie: subsidie voor incidentele projecten of
activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de
aanvrager en voor een van tevoren afgebakende periode, die niet
langer dan een jaar is of eenmalig zullen plaatsvinden;
- k.
raad: gemeenteraad van de gemeente Ermelo;
- l.
stimuleringssubsidie: subsidie voor activiteiten die van jaar
tot jaar plaatsvinden of zich uitstrekken over meerdere jaren
met een structureel karakter met als doel bepaalde activiteiten
te stimuleren ;
- m.
subsidiebeschikking: de schriftelijke beslissing van het college
op een subsidieaanvraag;
- n.
subsidieplafond: het bedrag dat het college gedurende een
bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar stelt voor de
verstrekking van subsidies op basis van deze verordening;
- o.
subsidieregeling: algemeen verbindende voorschriften waarmee
rechtstreeks verplichtingen kunnen worden opgelegd;
- p.
subsidieverstrekking: de verzamelterm voor het verlenen en
vaststellen van subsidie;
- q.
uitvoeringsovereenkomst: overeenkomst zoals bedoeld in artikel
4.36 van de Awb tussen gemeente en subsidieontvanger ter
uitvoering van de subsidiebeschikking.
Artikel 2. Reikwijdte verordening
- 1.
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies
door het college op alle beleidsterreinen en programma’s die in de
programmabegroting zijn opgenomen, met uitzondering van financiële
vergoedingen aan raadsfracties als bedoeld in de geldende
Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
2003.
- 2.
Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid,
van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen
wettelijke grondslag nodig is) kunnen burgemeester en wethouders
bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk buiten
toepassing blijft.
Artikel 3. Subsidieregelingen
Het college stelt bij nadere regeling (hierna te noemen
subsidieregeling) vast welke activiteiten en welke doelgroepen in
aanmerking kunnen komen voor subsidie.
Artikel 4. Bevoegdheid college
- 1.
Het college is, binnen de kaders van de door de raad vastgestelde
programmabegroting, belast met de uitvoering van deze Algemene
subsidieverordening. Uitvoering houdt mede in het nemen van
besluiten over subsidieaanvragen, het verbinden van voorwaarden aan
de subsidieverstrekking, verplichtingen aan de subsidiebeschikking
te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de
subsidie. het aangaan en ontbinden van uitvoeringsovereenkomsten,
het nemen van verdagingsbesluiten en van besluiten over het
bevoorschotten, wijzigen, intrekken, terugvorderen en/of beëindigen
van subsidies.
- 2.
Het college kan beslissen of een indexering op de subsidie wordt
toegepast.
- 3.
Het college bepaalt in voorkomende gevallen of toepassing wordt
gegeven aan artikel 4:24 van de Awb.
- 4.
Het college kan beslissen, dat bepalingen van deze verordening ook
van toepassing zijn op groepen van natuurlijke personen en
organisaties zonder rechtspersoonlijkheid.
HOOFDSTUK 5. VERANTWOORDING
Artikel 10. Verantwoording van de subsidie
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de
subsidiebeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de
besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER
Artikel 11. Tussentijdse rapportage
Bij subsidies, hoger dan € 50.000,00 welke verleend worden voor
activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de
verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en
verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan
verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse
verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
Artikel 12. Meldingsplicht
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra
aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten, waarvoor de subsidie
is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of
niet geheel aan de subsidiebeschikking verbonden verplichtingen en
voorwaarden zal kunnen worden voldaan.
Artikel 13. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie
is verleend.
- 2.
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk
schriftelijk over:
- a.
besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging
van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, of tot
ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische
verhouding met derden;
- c.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van
de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de
bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.
- 3.
Het college kan nadere eisen stellen aan de inrichting van de
administratieve organisatie van de subsidieontvanger.
- 4.
Het college kan verplichtingen verbinden aan een subsidiebeschikking
met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie
tot stand is gebracht;
- 5.
De subsidieontvanger verleent haar medewerking aan door of namens de
gemeente ingesteld onderzoek dat is gericht op het verkrijgen van
inlichtingen voor de ontwikkeling van het beleid of de controle op
de rechtmatigheid van de besteding van subsidies.
- 6.
De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor
handelingen als vermeld in artikel 4:71 Awb.
HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 14. Verantwoording subsidies tot € 5.000,00
- 1.
Subsidies tot € 5.000,00 worden door het college:
- a.
direct vastgesteld of verleend;
- b.
ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de
activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.
- 2.
Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid,
onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de
daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor
de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de
aan de subsidie verbonden verplichtingen.
- 3.
Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of
andere gegevens worden verlangd.
Artikel 15. Verantwoording subsidies vanaf € 5.000,00 tot € 50.000,00
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,00, maar
minder dan € 50.000,00, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot
vaststelling in bij het college:
- a.
bij een eenmalige subsidie: uiterlijk 13 weken nadat de
gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;
- b.
bij een verstrekte stimuleringssubsidie of een
budgetsubsidie: vóór 1 mei in het jaar na afloop van het
kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het
subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat
- a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt in hoeverre de
gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;
- b.
een overzicht van hieraan verbonden uitgaven en inkomsten
(financieel verslag of jaarrekening).
- 3.
Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of
andere gegevens worden verlangd.
Artikel 16. Verantwoording subsidies vanaf € 50.000,00
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000,00, dient de
subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college
op de manier, zoals is vermeld in artikel 15 lid 1 onder a. en
b.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
de stukken zoals genoemd onder artikel 15 lid 2 onder a. en
b.;
- b.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een
toelichting daarop;
- c.
een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke
accountant.
- 3.
Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of
andere gegevens worden verlangd.
Artikel 17. Vaststelling subsidie
- 1.
Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot
subsidievaststelling de subsidie vast, tenzij bij subsidieregeling
anders is bepaald.
- 2.
Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden
verdaagd
- 3.
Bij subsidieregeling kunnen categorieën van subsidies of
subsidieontvangers worden aangewezen, waarvoor de subsidie direct
wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling
hoeft te worden ingediend.
- 4.
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip,
bedoeld in de artikelen 15 en 16, eerste lid, onder a en b is
ontvangen, kan het college de subsidieontvanger een nieuwe termijn
stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ontvangen dan
kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.
HOOFDSTUK 9. OVERIGE, OVERGANGS- en SLOTBEPALINGEN
Artikel 20. Hardheidsclausule
Het college kan deze verordening, met uitzondering van de artikelen 1, 2
en 3 in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken
voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of
–ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de
met de betrokken bepalingen te dienen doelen. Het van toepassing
verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan
wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
Artikel 21. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 10 oktober 2013.
Artikel 22. Intrekking
De Algemene subsidieverordening gemeente Ermelo 2004 wordt ingetrokken
gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening, met
uitzondering van het bepaalde in artikel 23 lid 2 en 3.
Artikel 23. Overgangsbepalingen
- 1.
Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 10 oktober 2013 en
betrekking hebben op het subsidiejaar 2014, worden afgedaan volgens
de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Ermelo
2013.
- 2.
Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 10 oktober 2013 en
betrekking hebben op activiteiten die worden uitgevoerd in het
subsidiejaar 2013, worden afgedaan volgens de bepalingen van de
Algemene subsidieverordening gemeente Ermelo 2004.
- 3.
Aanvragen om subsidie die zijn ingediend op basis van de
Subsidieverordening woningisolatie 2013 – 2014 worden afgedaan
volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente
Ermelo 2004.
- 4.
Op aanvragen en beschikkingen tot subsidievaststelling is de
verordening van toepassing die van kracht was ten tijde van het
nemen van het besluit tot verlening van de desbetreffende subsidie.
Artikel 24. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening
gemeente Ermelo 2013.