Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor raadsleden en fractievertegenwoordigers in de gemeente Leusden 2013 |
Citeertitel | Gedragscode voor raadsleden en fractievertegenwoordigers in de gemeente Leusden 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Gedragscode vervangt Gedragscode uit 2003/2008
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2013 | nieuwe regeling | 28-02-2013 - | Onbekend |
Raadsleden stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van de raadsleden houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-raadsleden, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie raadsleden hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van raadsleden in een breder perspectief:
Het handelen van een raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Leusden en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.
Het handelen van een raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.
Het handelen van een raadslid is er op gericht dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een raadslid is transparant, opdat in de raad de individuele leden volledig inzicht hebben in het handelen van het raadslid.
Op een raadslid moet men kunnen rekenen, hij houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij slechts aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.