Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade 2014 |
Citeertitel | Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 33
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 04-07-2018 | Nieuwe regeling | 25-09-2013 N.v.t. | 13Rb045 |
Paragraaf 1. Ambtelijke bijstand
Artikel 1 Verzoek om informatie
De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.
Artikel 3 Weigering verzoek ambtelijke bijstand
Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.
Paragraaf 2. Fractieondersteuning
Artikel 5 Recht op financiële vergoeding
In afwijking van het bepaalde in artikel 6, lid 1en 2 is in een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden een budget beschikbaar voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het budget opnieuw berekend op basis van de nieuwe zetelverdeling voor de overige maanden van dat jaar.
Verstrekking van de in artikel 6 bedoelde financiële bijdrage heeft plaats op basis van een bij de griffie(r) in te dienen declaratie met onderliggende factuur/facturen waaruit blijkt waaraan de gelden besteed zijn.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade 2014.
Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Dit artikel legt vast dat de raad en individuele raadsleden recht op ambtelijke bijstand hebben. Voor politieke groeperingen bestaat daarnaast een recht op fractieondersteuning. De uitwerking van deze rechten moet bij verordening worden geregeld.
Indien het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een raadslid contact opnemen met de griffier die het verzoek kan neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie.
Daar waar in deze verordening wordt gesproken over ambtenaren, worden ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie bedoeld, die onder het gezag van het college vallen en dus niet onder de noemer ‘griffiemedewerkers’.
De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. In verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek is het niet mogelijk om in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces.
Uitgangspunt in deze verordening is dat raadsleden binnen redelijke en billijke normen gebruik kunnen maken van ambtelijke bijstand.
In het vierde lid wordt gewezen op het belang dat de betrokken portefeuillehouder heeft van het op de hoogte zijn van het feit dat bijstand is verleend door onder zijn verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren. Gezien de afstand tussen raad en college is het logisch dat desgewenst melding wordt gemaakt van het verlenen van ambtelijke bijstand.
Het vijfde lid voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Indien een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van de werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid is in het vijfde lid bepaald dat wethouders of de burgemeester zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelende ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.
De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Indien hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent, behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.
Beoordeling of één van de in artikel 2 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. Artikel 3 regelt dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester.
Ook indien – naar de mening van het raadslid – op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven kan de zaak worden voorgelegd aan de burgemeester, vanuit zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur.
Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de secretaris.
Fractieondersteuning vindt zijn vorm in financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal jaarlijks in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast deel per fractie en een variabel deel (bedrag per raadszetel).
Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van fractieondersteuning worden fracties grotendeels vrijgelaten. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Een nadere uitwerking van kosten die wel en niet in aanmerking komen om te worden vergoed vanuit de door de gemeente beschikbaar gestelde jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning is opgenomen in een separate bijlage van deze verordening.
De bijdrage wordt op declaratiebasis verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het beschikbare budget in twee gedeelten gesplitst en na de verkiezingen aangepast aan de nieuwe verhoudingen in de raad.
Het kan gebeuren dat de bijdrage aangepast moet worden aan veranderende verhoudingen in de raad. Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot voor het lopende kalenderjaar verrekend moeten worden. Het vaste fractiebudget komt daarbij toe aan de oorspronkelijke fractie, het bedrag per raadzetel, wordt herberekend voor de overige maanden van het jaar, en wordt toegekend aan de nieuwe fractie danwel de fractie waarbij het/de vertrekkende lid/leden zich aansluit(en). Voor de volgende jaren kan de eventueel nieuw gevormde fractie zelf aanspraak maken op fractieondersteuning.
Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling voorziet in het naar evenredigheid verdelen van de reserve over de nieuw ontstane fracties.
Overzicht van kosten die wel of niet vergoed kunnen worden uit de jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning (nadere uitwerking van artikel 7, lid 2).
Met deze opsomming wordt getracht een beeld te schetsen van kosten die wel of niet vergoed kunnen worden uit de jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning. In geval van vragen en/of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met de griffie(r).