Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregel Amateurkunst |
Citeertitel | Subsidieregel Amateurkunst |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene subsidieverordening Venlo 2010
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2013 | 13-06-2020 | nieuwe regeling | 01-10-2013 E3-journaal/de Trompetter d.d 09-10-2013 | Gemeenteblad jaargang 2013, nummer 36 |
Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene subsidieverordening Venlo (ASV). Voor het indienen van een aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.
a. De subsidie bestaat uit de volgende componenten:
• een bedrag per jeugdlid/-participant
• een bijdrage in de kosten van de opleiding van jeugdleden en kaderleden
• een bijdrage in de kosten voor huisvesting
Tevens kent een aantal disciplines een bijdrage in de leiderschapskosten. De bijdrage varieert per discipline zoals hieronder bij punt b aangegeven. ij de berekening van de subsidie wordt uitgegaan van het aantal actieve leden en jeugdleden op 31 december van het jaar voorafgaand aan de aanvraag. Indien meer dan 25 % van de leden afkomstig is uit een andere gemeente wordt het deel dat uitkomt boven de 25 % evenredig op de subsidie in mindering gebracht. Ter verduidelijking als voorbeeld: bij 30 % leden van buiten de gemeente Venlo wordt de subsidie met 5 % gekort; bij 40 % leden van buiten is de korting 15 %; enz.
b. De subsidie heeft de volgende berekeningsgrondslag:
Historische verenigingen (heemkunde):
Indien er als gevolg van de nieuwe subsidieregel bij een ongewijzigde situatie sprake is van een toe- of afname van het subsidiebedrag ten opzichte van de vastgestelde subsidie over het jaar 2012, wordt de subsidie stapsgewijs op- of afgebouwd. De op- of afbouw bedraagt per jaar gedurende drie jaar niet meer dan 25% van het subsidiebedrag over 2012.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2013.
De secretaris, de burgemeester
1.9 Toelichting Amateurkunsten
In aanvulling op het begrippenkader zoals vastgelegd in de Algemene Subsidieverordening Venlo wordt voor de toepassing van deze regeling verstaan onder:
contributie betalende leden van een organisatie, die de activiteiten ervan mede uitvoeren. De artistieke leiders, bestuurders, commissarissen, ere¬leden en dergelijke worden niet als zodanig aangemerkt;
de artistiek gerichte werkzaamheden van een organisatie; activiteiten die binnen de Subsidieregel Amateurkunsten niet ondersteund worden zijn eenmalige activiteiten als concertreizen, concoursen, bondsfeesten en (jubileum)uitvoeringen.
kunst die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, wordt bedreven;
een dirigent, instructeur, regisseur, tentoonstellingsmaker, choreograaf en dergelijke, die een erkende opleiding heeft gevolgd;
een leerkracht met ten minste een wettelijk erkende HBO opleiding in een bepaalde kunstcategorie, een door de Stichting Certificering Kunsteducatie en Amateurkunst erkende kaderopleiding of een relevant gelijkwaardig HBO-niveau;
de uitgaven voor huur, energie, onderhoud, rente en aflos¬sing van leningen en overige eigenaars- of huurderslasten die een organisatie moet doen ten behoeve van het vaste onderkomen waar bijeen wordt gekomen voor oefening en repetitie, alsmede de huur van een atelier- en/of stallingsruimte ten bate van dit doel; Huisvestingslasten ten behoeve van eenmalige activiteiten worden hier dan ook niet toe gerekend.
leden in de leeftijd tot en met 21 jaar;
de kosten (zoals cursuskosten) die door een organisatie worden gemaakt om personen die actief zijn in de organisatie beter toe te rusten voor hun taak;
personen, verbonden aan een organisatie, die de artistieke en bestuurlijke activiteiten ervan mede mogelijk maken;
de kosten (zoals honorarium en reiskostenvergoeding) voor oefening en repetitie, die door een organisatie gemaakt worden voor een artistiek leider; Leiderskosten ten behoeve van eenmalige activiteiten worden hier dan ook niet toe gerekend;
de kosten die door de organisatie worden gemaakt om jeugdleden te scholen in de vaardigheden die nodig zijn om volwaardig aan de activiteiten van de organisatie te kunnen deelnemen;