Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Verordening op de rekenkamercommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuursorganen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie (raadsbesluit 20-10-2005)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 81 o

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2013Nieuwe regeling

26-09-2013

Weekblad Parkstad, 9 oktober 2013

2013 / 6 / 4

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Voerendaal;

gelet op artikel 81 o van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze wet wordt verstaan onder:

  • a

    Wet: Gemeentewet

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie van de gemeente Voerendaal

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Voerendaal

  • f.

    Samenwerkende gemeenten: de gemeenten waarvan de rekenkamercommissies samenwerken in het voorzittersoverleg

  • g.

    Voorzittersoverleg: overleg tussen de voorzitters van de rekenkamercommissie van de samenwerkende gemeenten in Zuidoost Limburg

  • h.

    secretariaathoudende gemeente: gemeente waar het secretariaat van het voorzittersoverleg is ondergebracht

  • i.

    griffie: griffie van de gemeente Voerendaal

  • j.

    griffier: griffier van de gemeente Voerendaal

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De commissie maakt deel uit van het samenwerkingsverband tussen gemeenten

  • 3.

    De commissie heeft als taak het uitoefenen van de rekenkamerfunctie als bedoeld in art. 81o Gemeentewet.

  • 4.

    De commissie bestaat uit de voorzitter.

Artikel 3 Benoeming voorzitter

  • 1.

    De raad benoemt de externe voorzitter van de commissie die geen lid mag zijn van de raad of een commissie van advies van de gemeente Voerendaal.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie is niet tevens burgemeester van, dan wel werkzaam als secretaris, griffier of ambtenaar bij de gemeente voor welke de rekenkamercommissie functioneert.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie wordt voor een periode van vier jaar aangewezen waarbij de voorzitter voor maximaal een periode kan worden herbenoemd.

Artikel 4 Eed/belofte

Ten aanzien van de voorzitter is artikel 81 g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de voorzitter of stelt hem op non-activiteit.

  • 2.

    Het commissielidmaatschap van de voorzitter eindigt:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

  • c.

    wanneer de voorzitter bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    indien de voorzitter bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • e.

    Aan het einde van de benoemingstermijn.

  • 3.

    Indien de voorzitter door de raad op non-activiteit wordt gesteld kan de raad voor de tijdelijke vervanging van de voorzitter een regeling treffen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de commissie

  • 1.

    De voorzitter ontvangt een vergoeding van € 50,- per vergaderuur voor het bijwonen van vergaderingen van het voorzittersoverleg. Dit bedrag is inclusief onkostenvergoeding.

  • 2.

    De voorzitter ontvangt een vergoeding van € 80,- per uur voor de uitvoering van onderzoekswerkzaamheden.

  • 3.

    De vergoeding genoemd in de eerste twee leden komen ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Secretaris voorzittersoverleg

  • 1.

    De secretaris wordt voorgedragen door de griffie van de secretariaathoudende gemeente.en benoemd door het voorzittersoverleg.

  • 2.

    De secretaris staat het voorzittersoverleg bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris wordt gehuisvest bij een van de bureaus van de griffie van de samenwerkende gemeenten.

  • 4.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan het voorzittersoverleg over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 5.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de vorming van dossiers, opstellen van jaarplannen en jaarverslagen en het ondersteunen bij onderzoeken.

  • 6.

    De commissie kan voor een aantal onderwerpen een beroep doen op het voorzittersoverleg.

Artikel 8 Onderzoeksondersteuning

  • 1.

    De griffier staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde

  • 2.

    Bij de griffie is ondersteuning bij onderzoek beschikbaar

  • 3.

    De griffie draagt ten behoeve van het onderzoek zorg voor het vergaren van documenten en planning van de interviews.

Artikel 9 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bespreekt de onderzoeksonderwerpen met het presidium. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt. De commissie geeft beredeneerde uitleg over de onderwerpkeuze of prioritering als deze afwijkt van hetgeen besproken is met het presidium. De commissie formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast en stemt hierover af met het voorzittersoverleg.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad gestuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11 Werkwijze/inhoudelijk

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, het eventueel aantrekken van onderzoekers, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    Indien de raad daarom verzoekt geeft de commissie tussentijds informatie over de vorderingen van de onderzoeken.

  • 4.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 5.

    De commissie is bevoegd bij de instellingen zoals bedoeld in artikel 184 lid 1 van de Gemeentewet nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de commissie van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 6.

    De commissie kan, indien de documenten, bedoeld in het vorige lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De commissie stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

  • 7.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 8.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 9.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 10.

    De uitvoering van het onderzoek vindt plaats in afstemming met het voorzittersoverleg, met inachtneming van het beschikbare budget en de daarop gebaseerde planning.

  • 11.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt een feitencheck op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie te plegen. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 12.

    De commissie kan de betrokkenen in de gelegenheid stellen om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 13.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van de betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Werkwijze/procedureel

  • 1.

    De voorzitter maakt openbaar welke andere functies dan zijn lidmaatschap van de commissie wordt vervuld.

    Openbaarmaking geschied door ter inzagelegging van een opgave van de bedoelde functies op het gemeentehuis.

  • 2.

    Voor het bepalen van wat voor de voorzitter van de commissie als verboden handelingen moet wordenaangemerkt, is artikel 15 lid 1 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad

  • 3.

    Het budgetbeheer van de commissie ligt in formele zin bij de voorzitter van de commissie en in materiële zin bij de griffier.

  • 4.

    De commissie verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad.

  • 5.

    Ten laste van het in lid 1 bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • a.

    de vergoeding van de voorzitter;

  • b.

    Externe deskundigen/onderzoeker die door de commissie zijn ingeschakeld.

  • c.

    De kosten van de ambtelijk secretaris zoals bedoeld in artikel 7

  • d.

    De kosten van de ambtelijke ondersteuning zoals bedoeld in artikel 8.

  • e.

    eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 6.

    De administratie van baten en lasten, alsook de financiële verantwoording daarover, vindt plaats via de gemeentelijke boekhouding waaronder inbegrepen begroting en jaarstukken.

Artikel 14 Toe- en uittreding

  • 1.

    De raad van een gemeente, die wenst toe of uit te treden, richt het verzoek terzake aan het voorzittersoverleg.

  • 2.

    Het verzoek wordt binnen 3 maanden door het voorzittersoverleg doorgestuurd aan de deelnemende rekenkamercommissies.

  • 3.

    Bij toe- of uittreding stelt het voorzittersoverleg de verplichtingen voor de betreffende gemeente vast. Zij voeren hiertoe overleg met de reeds deelnemende rekenkamercommissies en met het presidium.

  • 4.

    De toetreding of de uittreding gaat in op 1 januari van het jaar volgende op het jaar waarin is voldaan aan de vereisten zoals gesteld door het voorzittersoverleg.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01-10-2013. Op dat moment vervalt de “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie”, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 oktober 2005 en in werking getreden op 1 januari 2006.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2013”.

DE GEMEENTERAAD VAN VOERENDAAL

Aldus besloten in de raadsvergadering van 26 september 2013

de voorzitter, de griffier,

drs. E.A.J. Sprokkel mr. drs. S.H.H.J. Dormans-Simons