Titel 1. Algemene bepalingen.
Artikel 1. Begripsomschrijving.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b
een basisschool of speciale school voor basisonderwijs zoals
bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998,
495);
- b
een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet
speciaal onderwijs of speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld
in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);
- b
een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op
het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);
- b
een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in
deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- b.
ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;
- c.
leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;
- d.
woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf
heeft;
- e.
afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs
de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige
weg;
- f.
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer
tussen de woning en de school, dat plaatsvindt in aansluiting op
het begin en einde van de school- dag volgens het schoolplan,
tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling
die aansluiting onmogelijk maakt;
- g.
openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer
volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus,
veerdienst of auto;
- h.
aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer,
taxi, treintaxi of bustaxi;
- i.
eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of
fiets;
- j.
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van
de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan,
minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het
schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt
dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die
ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en
de aankomst bij de woning;
- k.
- b
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor
basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of
levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de
speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is
aangewezen van de verlangde godsdienstige of
levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
- b
voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en
scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop
de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of
levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de
soort waarop de leerling is aangewezen;
- l.
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld
door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1
van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of
de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld
in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde
instellingen, die hetzelfde expertisecentrum in stand
houden;
- m.
vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van
de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de
leerling en zo nodig diens begeleider;
- b
de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de
leerling en zo nodig diens begeleider, of:
- b
aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of
doet verzorgen;
- n.
samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in
artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;
- o.
regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in
artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- p.
opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in
artikel 10h, derde lid, Wet op het voortgezet onderwijs;
- q.
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van
een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op
de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een
basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor
voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd
gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het
speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;
- r.
commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in
artikel 28c van de Wet op de expertisecentra;
- s.
buitenschoolse opvang: door de ouders te bepalen voor- of
naschoolse opvang.
Artikel 2. Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten.
- 1.
Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van
in de gemeente verblijvende leerlingen, op aanvraag een
vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze
verordening.
- 2.
Het college kan, in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen,
het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen volgens het
bepaalde in deze verordening.
- 3.
De bepalingen in deze verordening laten onverlet de
verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun
kinderen.
- 4.
Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de
bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.
Artikel 3. Bekostiging vervoerskosten voor de dichtstbijzijnde toegankelijke school.
- 1.
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand
tussen de woning en de dichtstbijzijnde voor de leerling
toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen
school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de
ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
- 2.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het
bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is
gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl één of meer
scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn
gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar
eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard
dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs
dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere
scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die
dichterbij de woning zijn gelegen.
- 3.
Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs
uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke
school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is
geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn
woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum
waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 4. Uitbetaling van de bekostiging.
Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de
vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de
tijdsduur van de verstrekte bekostiging.
Artikel 5. Aanvraagprocedure.
- 1.
Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan
door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de
ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier
vermelde gegevens.
- 2.
De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende
schooljaar betreft, voor 15 juni voorafgaand aan dat schooljaar
ingediend.
- 3.
De aanvraag wordt vergezeld door een, door de te bezoeken school,
ondertekend advies omtrent de inschrijving op de school en de
noodzaak – en geadviseerde wijze van vervoer.
- 4.
Het gestelde in lid 3 van dit artikel is niet van toepassing voor
scholen op grond van richting.
- 5.
Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk
is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te
verstrekken.
- 6.
Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst
van alle benodigde gegevens.
- 7.
Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten
hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan
schriftelijk in kennis.
- 8.
Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze
getroffen:
- a.
met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor
15 juni is ingediend;
- b.
met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een
aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien
verstande dat de datum waarop bekostiging wordt verstrekt
niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door
het college.
- 9.
Het college kan in bijzondere gevallen een andere ingangsdatum van
de vergoeding dan bedoeld in het achtste lid, vaststellen.
Artikel 6. Doorgeven van wijzigingen.
De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de
verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de
datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het
college.
- 1.
Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de
verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en
verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de
vervoerskosten.
- 2.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste
lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid
vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is
verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de
vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet
opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt
zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
- 3.
Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden
teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele
nieuwe verstrekking van bekostiging.
Artikel 7. Peildatum leeftijd leerling.
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend
de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de
bekostiging betrekking heeft.
Artikel 8. Andere vergoedingen.
De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een
toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op
de reiskosten.
Titel 2. Bepalingen omtrent het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs.
Artikel 9. Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging
verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand van de woning
en:
- a.
de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale
school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de
basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of
- b.
een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a
bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die
school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen
dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs,
bedoeld onder a.
Artikel 10. Advies omtrent de vervoersaanvraag voor scholen voor speciaal basisonderwijs.
- 1.
Het college neemt het advies van de school voor speciaal
basisonderwijs als uitgangspunt bij de toekenning van het soort
vervoer.
- 2.
Het college is bevoegd, voordat het op de aanvraag beslist, tevens
advies te vragen bij nader door hem te bepalen adviseurs.
Artikel 11. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets.
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school
voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs
bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer,
indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem
toegankelijke school meer dan zes, respectievelijk 2 kilometer
bedraagt.
- 2.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders
bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien
de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder
begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 12. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider.
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11,
bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve
van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is, en
door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt
aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het
openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
- 2.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één
begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 13. Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast
vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs
of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt
aan het afstandscriterium van artikel 11; en
- a.
de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school
of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is, en de reistijd met
aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar
vervoer kan worden teruggebracht, of:
- b.
openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel
van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken
van het vervoer per fiets.
- c.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van aangepast vervoer
van de woning naar de school zoals bedoeld in bovengenoemde
bepalingen, bekostigt het college tevens aangepast vervoer naar
buitenschoolse opvang. De volgende criteria zijn hierbij van
toepassing:
- er dient sprake te zijn van een vast patroon;
- de vervoersaanvraag dient situaties of voorzieningen binnen de
gemeente Eindhoven te betreffen;
- de vervoersaanvraag mag slechts één tweede thuisadres
tegelijkertijd betreffen;
- een volwassene dient ter plekke aanwezig te zijn om de
leerling op te vangen.
Artikel 14. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer.
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan
het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen
zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf
vervoeren, dan wel laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer,
indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de
kosten van het openbaar vervoer behoudens het bepaalde in
het vijfde lid;
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien
aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van eigen
vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
- 3.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een
bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid
van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde
lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere
ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer
leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling
binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het
college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling
gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college
aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor
de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Titel 3. Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
Artikel 15. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets.
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school
voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs bezoekt,
bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien
de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem
toegankelijke school meer dan 2 (speciaal onderwijs),
respectievelijk 4 (voortgezet speciaal onderwijs) kilometer
bedraagt.
- 2.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders
bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel
per bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college,
al dan niet onder begeleiding,gebruik kan maken van het
vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het
vervoer per bromfiets.
Artikel 16. Commissie voor de begeleiding.
- 1.
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een
leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of
slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het
advies van de commissie voor de begeleiding te betrekken.
- 2.
Het college kan tevens het advies van andere deskundigen
inwinnen.
- 3.
Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na
verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of
niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten
hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door het college het
besluit genomen zonder het advies van de commissie voor de
begeleiding.
Artikel 17. Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider.
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15,
bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve
van een begeleider, Indiendoor de ouders ten behoeve van het
college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is
zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te
maken.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of
slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het
advies van de commissie voor de begeleiding en eventueel het advies
van andere deskundigen te betrekken.
- 3.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één
begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 18. Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer.
- 1.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor
(voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan
de afstandscriteria van artikel 15; en
- a.
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn
lichamelijk, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet
in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar
vervoer gebruik te maken; of:
- b.
de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar
school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is, en de
reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de
reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
of:
- c.
openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het
oordeel van het college al dan niet onder begeleiding
gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel
zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per
bromfiets;
- d.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van aangepast
vervoer van de woning naar de school zoals bedoeld in
bovengenoemde bepalingen, bekostigt het college tevens
aangepast vervoer naar buitenschoolse opvang. De volgende
criteria zijn hierbij van toepassing:
- er dient sprake te zijn van een vast patroon;
- de vervoersaanvraag dient situaties of voorzieningen
binnen de gemeente Eindhoven te betreffen;
- de vervoersaanvraag mag slechts één tweede thuisadres
tegelijkertijd betreffen;
- een volwassene dient ter plekke aanwezig te zijn om de
leerling op te vangen.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of
slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het
advies van de commissie voor de begeleiding en eventueel het advies
van andere deskundigen te betrekken.
Artikel 19. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer.
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan
het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen
zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf
vervoeren, dan wel laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer,
indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de
kosten van het openbaar vervoer behoudens het bepaalde in
het vijfde lid;
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien
aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van
aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde
lid.
- 3.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een
bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid
van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde
lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere
ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer
leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling
binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het
college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling
gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt
het college aan de ouder(s)/ verzorger(s) bekostiging van een
bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel
bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 20. Bekostiging vervoerskosten.
- 1.
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten
van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school
voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de
afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling
toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15,
indien het college van oordeel is dat de lichamelijke,
verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat
vereist.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of
slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het
advies van de commissie voor de begeleiding en eventueel het advies
van andere deskundigen te betrekken.
Titel 4. Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer.
Artikel 21. Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders.
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en
vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling
die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet)
speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het
bepaalde in deze Titel.
Artikel 22. Bekostiging weekeinde- en vakantievervoer.
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van
het weekeindvervoer van de leerling voor de, een per weekeinde
gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling
verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de
weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde
schoolvakanties.
- 2.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de
leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer,
naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie
voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling
bezoekt.
- 3.
Titel 2 en Titel 3 van deze verordening zijn van overeenkomstige
toepassing.
Titel 5. Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs.
Artikel 23. Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding.
- 1.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college
bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met
begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool,
speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet
onderwijs bezoekt en die vanwege een lichamelijke, verstandelijke of
zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of
de fiets gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een
speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in
acht.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of
slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het
advies van de permanente commissie leerlingenzorg of de ambulante
begeleider en eventueel het advies van andere deskundigen te
betrekken.
- 3.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt,
komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één
begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 24. Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer.
- 1.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van
aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool,
speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet
onderwijs bezoekt, indien:
- a.
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn
lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet
in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar
vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van
een speciale school voor basisonderwijs neemt het college
artikel 9 in acht. Of:
- b.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 23
en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar
school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de
reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de
reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht.
Of:
- c.
aanspraak bestaat op bekostiging, zoals bedoeld in artikel
23 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar
het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding
gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel
zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per
bromfiets.
- d.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van aangepast
vervoer van de woning naar de school zoals bedoeld in
bovengenoemde bepalingen, bekostigt het college tevens
aangepast vervoer naar buitenschoolse opvang. De volgende
bepalingen zijn hierbij van toepassing:
-er dient sprake te zijn van een vast patroon;
-de vervoersaanvraag dient situaties of voorzieningen binnen
de gemeente Eindhoven te betreffen;
-de vervoersaanvraag mag slechts één tweede thuisadres
tegelijkertijd betreffen;
-een volwassene dient ter plekke aanwezig te zijn om de
leerling op te vangen.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of
slechts gedeeltelijke toekent, dient het bij de beschikking het
advies van de permanentecommissie leerlingenzorg, de
ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te
betrekken.
Artikel 25. Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer.
- 4.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten,
kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer
leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming, ingevolge het eerste lid, aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling
zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar
vervoer met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op
bekostiging op basis van de kosten van het openbaar
vervoer met begeleiding, behoudens het bepaalde in het
vijfde lid;
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de
auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien
aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van
aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde
lid.
- 3.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is
verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één
leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een
bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto
afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde
in het vierde lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door
andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of
meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de
Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging
verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en
het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de
leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of
bromfiets, verstrekt het college aan de ouder(s)/ verzorger(s)
bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding
voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling
binnenland.
Titel 7. Slotbepalingen.
Artikel 26. Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet.
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin
deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 27. Afwijken van bepalingen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken
van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben
gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor
de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie, de ambulante
begeleider en eventueel andere deskundigen.
Artikel 28. Intrekking oude regeling.
De Verordening leerlingenvervoer 2008 gemeente Eindhoven wordt
ingetrokken per 1 augustus 2009.
Artikel 29. Inwerkingtreding.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010 en werkt terug tot
1 augustus 2009.
Artikel 30. Citeertitel.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening
leerlingenvervoer gemeente Eindhoven 2009".