Organisatie | Werk en Inkomen Lekstroom |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening toeslagen WWB WIL |
Citeertitel | Verordening toeslagen WWB WIL |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2013 | 01-05-2013 | 01-07-2015 | Start nieuwe organisatie | 20-06-2013 Lopik: Het Kontakt 26 juni 2013; Vianen: Het Kontakt 25 juni 2013; IJsselstein: Zenderstreeknieuws 3 juli 2013 | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.
De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar en ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.
Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
a.Het thuiswonende kind dat een in aanmerking te nemen inkomen heeft (of redelijkerwijs daarover kan beschikken) van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 Wsf 2000.
De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gezinsnorm voor het gezin in wiens woning een (of meerdere) ander(n) zijn hoofdverblijf heeft.
De verlaging bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 20% van de gezinsnorm
De artikelen 3 tot en met 7 worden dusdanig toegepast, dat de toepasselijke bijstandsnorm tenminste bedraagt:
Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, wanneer daarvoor zwaarwegende redenen aanwezig zijn.
De Toeslagenverordening WWB vervalt gelijktijdig met de inwerkingtreding van onderhavige verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom, gehouden op 20 juni 2013.
De kosten van gas, water, elektra en verzekeringen vallen niet onder het begrip woonlasten.
De verordening geldt niet voor personen van 18 tot 21 jaar. Zij ontvangen een lagere norm dan personen die 21 jaar of ouder zijn.
Artikel 3 toeslagen alleenstaande (ouders)
De toeslag bedraagt 10% indien een ander zijn hoofdverblijf heeft in de woning. Hier kan ook worden gelezen: een of meerdere anderen.
Onder het thuiswonende kind wordt ook verstaan: het pleegkind of het stiefkind. Artikel 25 en 26 WWB zijn van toepassing.
De in aanmerking te nemen inkomsten zijn feitelijke inkomsten en/of inkomsten waarover het meerderjarige thuiswonende kind redelijkerwijs kan beschikken. Thuiswonende kinderen die geen activiteiten ondernemen om inkomsten te generen of die niet studeren worden wel gezien als een ander die zijn hoofdverblijf heeft in dezelfde woning.
Artikel 4 verlaging gehuwdennorm
Artikel 5 verlaging vanwege woonsituatie
Wanneer een woning wordt bewoond waaraan enkel kosten zijn verbonden vanwege gas, water, elektra en verzekeringen, is er sprake van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden (ex. artikel 1 sub e).
Artikel 6 verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
De verlaging geldt in de periode van maximaal 6 maanden nadat de scholing is geëindigd. Een voorbeeld:
Wanneer een jongere op 1 juli een studie beëindigt en per 1 september uitkering aanvraagt, kan de verlaging vanaf 1 september nog 4 maanden duren.