Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 Hoofdstuk III. Betalingskorting en invorderingsrente |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 Hoofdstuk III. Betalingskorting en invorderingsrente |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | invordering, belastingen, |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Onbekend | 24-09-2013 De Drom, 02-10-2013 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen,
overwegende dat het ter bevordering van de zorgvuldigheid en de rechtszekerheid gewenst is
regels vast te stellen voor de invordering van de gemeentelijke belastingen;
gelet op de van toepassing zijnde bepalingen in Leidraad Invordering Gemeente Enkhuizen
met gelijke ingangsdatum als de Leidraad Invordering Gemeente Enkhuizen van toepassing te verklaren:
Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 Hoofdstuk III. Betalingskorting en invorderingsrente
In de formules wordt met A aangegeven het aantal dagen van het tijdvak dat aanvangt op de dag na de vervaldag van de voor de belastingaanslag geldende eerste betalingstermijn en eindigt op de vervaldag van de voor de belastingaanslag geldende laatste betalingstermijn, met B het aantal dagen van het tijdvak dat aanvangt op de dag na de dagtekening van het afschrift van de uitspraak of de dagtekening van de kennisgeving waarmee de vermindering of de herziening tot een lager bedrag van de belastingaanslag, wordt bekendgemaakt en eindigt op de vervaldag van de voor de belastingaanslag geldende laatste betalingstermijn en met P het rentepercentage voor de te verlenen of de terug te nemen betalingskorting.
Bij de bepaling van het aantal dagen waarover de te verlenen betalingskorting wordt berekend, wordt:
Bij de bepaling van het aantal dagen waarover de terug te nemen betalingskorting wordt berekend, wordt: a. de maand waarin de dag na de dagtekening van het afschrift van de uitspraak of de dagtekening van de kennisgeving waarmee de vermindering wordt bekendgemaakt valt, tot het werkelijke aantal dagen in aanmerking genomen met dien verstande dat de maand februari altijd op 28 dagen wordt gesteld; b. een volle maand gesteld op 30 dagen.
De in rekening te brengen invorderingsrente wordt berekend over iedere betaling afzonderlijk.
Bij de bepaling van het aantal dagen waarover invorderingsrente wordt berekend, wordt: