Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland (Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland) |
Citeertitel | Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Geen
Provinciewet, art. 158, lid 1 onder e, art. 4:81 Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-09-2013 | nieuwe regeling | 02-07-2013 Provinciaal Blad 2013, nr. 164 | dos |
Krap profiel: deel van de vaarweg dat smaller is dan of gelijk aan het op dat deel van de vaarweg vastgestelde vaarwegprofiel; Trajectmatig onderhoud: uitvoering van planmatig grootschalig onderhoud op een traject, voorafgegaan door een trajectstudie waarin het traject is onderzocht en op basis waarvan een pakket aan onderhouds- en verbetermaatregelen is uitgewerkt; Vaarweggebonden belang: een belang bij vestiging aan de vaarweg en waarbij om bedrijfs-, beroepsmatige of anderszins zakelijke redenen op enige wijze gebruik wordt gemaakt van de vaarweg.
Op aanvraag van een eigenaar van grond gelegen langs een provinciale vaarweg, zoals genoemd in artikel 2.1.2. tweede lid van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland, kunnen Gedeputeerde Staten, de bescherming van oevers overnemen indien:
Artikel 3 Voorwaarden overname
Aan de overname van de bescherming van de oever worden in ieder geval de volgende voorwaarden verbonden:
a. De eigenaar van de grond en de oevervoorziening betaalt een eenmalige bijdrageaan de provincie van € 250,- per strekkende meter (prijspeil 2013). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de wijziging van het maandprijsindexcijfer volgens de consumentenprijsindex (CPI), reeks alle huishoudens (2000=100), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
c. De eigenaar van de grond verleent aan de provincie het recht om gebruik te maken van een strook grond ter breedte van ongeveer drie meter uit de (gecorrigeerde) oeverlijn, teneinde daarin inspectie te verrichten, vergraving te verrichten en noodzakelijke verankeringen aan te brengen ten behoeve van het maken, in goede staat houden en zo nodig vernieuwen van de oevervoorziening van een type dat door Gedeputeerde Staten wordt bepaald.
Indien de provincie, in verband met de aanwezige bebouwing, niet kan beschikken over de in artikel 3 onder c en d genoemde strookbreedte, kan in onderling overleg en afhankelijk van de situatie ter plaatse, de strookbreedte op andere maten worden vastgesteld opdat de onder artikel 3 onder c en d genoemde maatregelen kunnen worden getroffen voor het maken van een oevervoorziening en het aanbrengen van verankeringen.
Indien het in artikel 5 bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt of indien de situatie ter plaatse zodanig is dat het maken van een nieuwe oevervoorziening tot voor de provincie onaanvaardbare gevolgen zou leiden, zal de provincie de bescherming van de oever niet op zich nemen, dit ter beoordeling van Gedeputeerde Staten.
Den Haag, 2 juli 2013
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
J. FRANSSEN, voorzitter
J.A.M. HILGERSOM, secretaris
Toelichting Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid Holland
Voor een doelmatig beheer van oevers van derden in provinciale vaarwegen is een meer risicogestuurde beheerstrategie nodig. De risico’s voor het functioneren van de vaarweg zijn relatief hoog in vaarweggedeelten die gelijk aan of smaller zijn dan de minimaal vereiste afmetingen. Het overnemen van oevers van derden is vooral in deze vaarweggedeelten van belang. In de ruimere vaarweggedeelten is een overnameregeling niet nodig omdat daar minder eisen aan de oever worden gesteld.
Artikel 2 Alleen die oevers komen voor overname in aanmerking, waar de oevers liggen in een krap vaarwegprofiel. De regeling is uitsluitend bestemd voor natuurlijke personen en bedrijven/organisaties zonder vaarweggebonden belang die bij de oever en de aangrenzende grond of het aangrenzende perceel geen zakelijk belang hebben. Voor deze groep kunnen de verlangde maatregelen een grote financiële belasting betekenen. Deze regeling komt daarin tegemoet. Een overnameregeling voor andere derden als bijvoorbeeld gemeenten, waterschappen en bedrijven die op een of andere wijze een belang hebben bij gronden grenzend aan de vaarweg is niet geëigend. Hoewel ook met deze groepen derden samenwerking wordt gezocht om zo kosten te besparen, zal het uitgangspunt daar veel meer zijn een evenredige verdeling van kosten. Dit blijft maatwerk per geval.
Artikel 3 De hoogte van de eenmalige bijdrage doet recht aan de verantwoordelijkheid van de betrokken oevereigenaar. De hoogte van de bijdrage is bovendien laag genoeg om de drempel voor deze eigenaren op een aanvaardbaar niveau te brengen en daarmee conflicten met eigenaren om voldoende onderhoud te plegen zoveel mogelijk worden beperkt. Indexering van de bijdrage is nodig om de pas te houden met de prijsontwikkelingen.
Artikel 4 In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de de hoogte van de bijdrage van derden.. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de kosten van onderhoud aan de over te nemen oever duurder is dan normaal. Hieraan is toegevoegd een lid om ook tot overname van oevers te kunnen komen als dit naar het oordeel van Gedeputeerde Staten uit doelmatig beheer gewenst wordt geacht. Situaties kunnen zich voordoen waarin, aangrenzend aan het gebied waar de regeling van toepassing is, een beperkt aantal particuliere oevers een ander oeverbeheer zouden krijgen. In die gevallen kan het nuttig zijn dat de provincie het beheer overneemt om zo één aansluitend oevertype te realiseren, zeker daar waar ook de vaarintensiteit hoog is. In ruime vaarwegen kan het ook voorkomen dat tussen twee provinciale oevervakken een beperkt aantal particuliere oevereigenaren zit. Ook in deze situatie kan het gewenst zijn dat overname van het oeverbeheer mogelijk is. Ook kan op grond van deze bevoegdheid worden afgezien van overname om redenen van doelmatig beheer. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het overnemen van het onderhoud aan de over te nemen oever bijzondere risico’s met zich brengt.
Artikel 5 en 6 In situaties waarin onvoldoende ruimte aanwezig is voor het uitvoeren van onderhoud aan de oever moet het mogelijk zijn om alternatieve maatregelen te treffen bij de overname van het oeveronderhoud. Artikel 5 biedt de provincie mogelijkheden om hierover afspraken te kunnen maken. Artikel 6 regelt dat als hierover geen overeenstemming wordt bereikt, of anderszins overname van het onderhoud onaanvaardbare gevolgen heeft, de provincie de bescherming van de oever niet op zich neemt.