Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Overijssel

Gemeenschappelijke regeling Shared Service Centrum Bedrijfsvoering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOverijssel
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingGemeenschappelijke regeling Shared Service Centrum Bedrijfsvoering
CiteertitelGemeenschappelijke regeling SSC Bedrijfsvoering
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 3-7-2013

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad nr. 2013/0332324

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet,
  2. Algemene wet bestuursrecht, Afdeling 10.1.1
  3. Wet gemeenschappelijke regelingen,
  4. Gemeentewet ,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201301-01-2018nieuwe regeling

03-07-2013

Provinciaal blad nr. 2013/0332324

PS/2013/450

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Shared Service Centrum Bedrijfsvoering

 

 

Gemeenschappelijke regeling SSC Bedrijfsvoering

Artikel 1 Doel en reikwijdte van de regeling

Het doel van deze regeling is om door middel van samenwerking op bedrijfsvoeringsgebieden kwaliteits-, schaal- en efficiëntievoordelen te behalen waardoor partnerorganisaties beter in staat zijn zich te focussen op hun kerntaken.

Artikel 2 Partnerorganisaties en centrumgemeente

  • 1.

    Deelnemers aan deze regeling zijn de provincie Overijssel, de gemeente Zwolle en de gemeente Kampen, hierna tezamen genoemd partnerorganisaties.

  • 2.

    De gemeente Zwolle fungeert als centrumgemeente.

  • 3.

    Waar in deze regeling de partnerorganisaties anders dan de centrumgemeente wordt bedoeld, wordt het begrip gastorganisaties gebruikt.

Artikel 3 Bedrijfsvoeringstaken

  • 1.

    De gastorganisaties dragen in het dienstverleningshandvest, als genoemd in artikel 5, aan de centrumgemeente de taken per bedrijfsvoeringsgebied over ter verwezenlijking van de doelen als genoemd in artikel 1.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat de gastorganisaties alle taken aan de centrumgemeente overdragen die behoren tot het betreffende bedrijfsvoeringsgebied.

Artikel 4 Bevoegdheden

  • 1.

    De gastorganisaties kunnen ter verwezenlijking van de doelen genoemd in artikel 1 bevoegdheden mandateren aan de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en medewerkers van de centrumgemeente.

  • 2.

    De bevoegdheden die krachtens het eerste lid worden gemandateerd, worden in een mandaatregeling opgenomen. De mandaatregeling wordt vastgesteld en gewijzigd door eensluidende besluiten van de colleges van de partnerorganisaties.

  • 3.

    De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing op het verlenen van een volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen alsmede het verlenen van een machtiging voor het verrichten van feitelijke handelingen.

Artikel 5 Dienstverleningshandvest

  • 1.

    In een dienstverleningshandvest wordt nadere uitwerking gegeven aan deze regeling. Dit dienstverleningshandvest wordt vastgesteld en gewijzigd door eensluidende besluiten van de colleges van de partnerorganisaties.

  • 2.

    In het dienstverleningshandvest worden in ieder geval geregeld:

    • a.

      de uitvoeringskaders;

    • b.

      de kwaliteitseisen waaraan de taakuitoefening door het SSC moet voldoen;

    • c.

      de wijze van financiering van het SSC;

    • d.

      het onderscheiden van standaardwerk, maatwerk en meerwerk ten aanzien van producten en diensten;

    • e.

      de informatieplicht en verantwoordingsplicht van de centrumgemeente in relatie tot de gastorganisaties;

    • f.

      de verplichtingen tussen de partnerorganisaties; en

    • g.

      de wijze waarop de partnerorganisaties elkaar informeren over het niet nakomen van hun verplichtingen en de gevolgen die zij daaraan verbinden.

Artikel 6 Dienstverleningsovereenkomst

In een dienstverleningsovereenkomst tussen de centrumgemeente en een gastorganisatie kan per product of dienst nadere uitwerking worden gegeven aan het dienstverleningshandvest, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7 Secretarissenberaad

  • 1.

    Er is een secretarissenberaad dat toeziet op het bevorderen van de continuïteit van de gemeenschappelijk regeling en het collectief opdrachtgeverschap gericht op inhoud, kwaliteit en de kosten van de dienstverlening, waarbij wordt gestreefd naar consensus.

  • 2.

    Het secretarissenberaad overlegt en stemt onder meer af over de volgende onderwerpen:

    • a.

      de budgetten/begroting;

    • b.

      de jaarrekening;

    • c.

      het investeringsprogramma;

    • d.

      toe- en uittreding van een partnerorganisatie;

    • e.

      tarieven.

  • 3.

    Het secretarissenberaad bestaat uit de secretarissen van de partnerorganisaties.

  • 4.

    De secretaris van de centrumgemeente is voorzitter van het secretarissenberaad.

  • 5.

    Het secretarissenberaad komt tenminste tweemaal per jaar bijeen.

  • 6.

    In de vergaderingen van het secretarissenberaad is het hoofd eenheid SSC aanwezig.

Artikel 8 Bestuurlijk overleg

  • 1.

    Op verzoek van het secretarissenberaad of een college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk van gedeputeerde staten vindt er bestuurlijk overleg plaats waaraan deelnemen de portefeuillehouders van de partnerorganisaties.

  • 2.

    De portefeuillehouder van de centrumgemeente is voorzitter van het bestuurlijk overleg.

Artikel 9 Wijziging van de regeling

  • 1.

    Wijziging van deze regeling is mogelijk bij eensluidend besluit van de colleges en burgemeesters onderscheidenlijk de commissaris van de Koning van de partnerorganisaties.

  • 2.

    Het wijzigingsbesluit regelt tenminste de datum van inwerkingtreding van de wijziging.

Artikel 10 Toetreding

  • 1.

    Toetreding tot deze regeling door andere bestuursorganen is mogelijk. Toetreding geschiedt door middel van wijziging van deze regeling. Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Toetreding is alleen mogelijk indien het bestuursorgaan dat wenst toe te treden - hierna genoemd toetreder - toetreedt voor alle bedrijfsvoeringsgebieden die op dat moment zijn ondergebracht bij het SSC.

  • 3.

    De toetreder zendt een verzoek tot toetreding aan de centrumgemeente.

  • 4.

    De toetreder betaalt de specifieke aansluitkosten.

Artikel 11 Uittreding

  • 1.

    Uittreding is mogelijk en geschiedt door aangetekend schrijven aan de centrumgemeente.

  • 2.

    In de eerste vijf jaar na inwerkingtreding van de regeling is, behoudens bijzondere omstandigheden, geen uittreding door de drie oprichtende partnerorganisaties mogelijk.

  • 3.

    De opzegtermijn voor uittreding bedraagt drie kalenderjaren tenzij over een kortere termijn overeenstemming bestaat tussen de partnerorganisaties.

  • 4.

    De centrumgemeente geeft een onafhankelijke registeraccountant opdracht om een uittredingsplan op te stellen. Het uittredingsplan wordt vastgesteld door eensluidend besluit van de colleges van de partnerorganisaties.

  • 5.

    De financiële gevolgen van uittreding - inclusief eventuele verplichtingen op grond van de Werkloosheidswet en de kosten in verband met de in het vorige lid aangegeven opdracht - komen voor rekening van de uittredende partnerorganisatie.

Artikel 12 Opheffing en liquidatie

  • 1.

    De gemeenschappelijke regeling kan worden opgeheven bij eensluidend besluit van de colleges en de burgemeesters onderscheidenlijk de commissaris van de Koning van de partnerorganisaties.

  • 2.

    Indien tot opheffing is besloten, gehoord hebbende het secretarissenberaad, wordt door de partnerorganisaties voorzien in een afwikkeling van de gevolgen van de opheffing en wordt bij eensluidend besluit van de colleges van de partnerorganisaties een liquidatieplan vastgesteld.

  • 3.

    De centrumgemeente geeft een onafhankelijke registeraccountant opdracht om een liquidatieplan op te stellen ter voorbereiding van het onder het vorige lid bedoelde besluit tot vaststelling.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de partnerorganisaties tot deelneming in de financiële gevolgen van de beëindiging van de regeling. Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel en regelt ook de gevolgen voor de door de centrumgemeente in het kader van de regeling gevormde archieven.

Artikel 13 Archief

  • 1.

    De centrumgemeente is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van het SSC, overeenkomstig de bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften.

  • 2.

    Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wordt als archiefbewaarplaats aangewezen het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle.

  • 3.

    De archiefverordening van de centrumgemeente is van toepassing.

Artikel 14 Geschillenregeling

  • 1.

    Geschillen over de toepassing van de regeling, in de ruimste zin van het woord, worden onderworpen aan een niet-bindend deskundigenadvies. Er is sprake van een geschil als één van de partnerorganisaties daarvan aan de andere partnerorganisaties bij aangetekende brief heeft kennis gegeven.

  • 2.

    Voordat wordt overgegaan tot het vragen van het deskundigenadvies, wordt het geschil besproken tussen een afvaardiging van het bestuur van de centrumgemeente en een afvaardiging van het college van de gastorganisatie(s) waarmee het geschil bestaat.

  • 3.

    Indien het overleg niet tot een oplossing leidt benoemen de centrumgemeente en de gastorganisatie(s) elk een onafhankelijke deskundige. Deze deskundigen benoemen gezamenlijk nog een onafhankelijk  deskundige, die tevens als voorzitter van de adviescommissie optreedt.

  • 4.

    De centrumgemeente treedt mede namens de betreffende gastorganisatie(s) op als opdrachtgever van de commissie. In de opdracht wordt ten minste het probleem geschetst, worden de te beantwoorden vragen geformuleerd en wordt de termijn genoemd waarbinnen de commissie haar advies dient uit te brengen.

  • 5.

    De adviescommissie regelt zelf de wijze waarop zij haar advies tot stand brengt. Het advies wordt tegelijkertijd toegezonden aan de centrumgemeente en aan de betreffende gastorganisatie(s).

  • 6.

    Na ontvangst van het advies treden de afvaardigingen nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Indien het overleg niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij om het geschil voor te leggen aan de daartoe bevoegde rechtbank.

  • 7.

    De kosten van de adviescommissie worden door de centrumgemeente en de betreffende gastorganisatie(s) voor een gelijk deel gedragen.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2013.

  • 2.

    Onmiddellijk nadat de bevoegde organen van de deelnemers tot het treffen van deze regeling hebben besloten, dragen Gedeputeerde Staten met inachtneming van het bepaalde in artikel 52, eerste lid juncto artikel 26, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen zorg voor de bekendmaking van deze regeling.

Artikel 16 Werkingsduur

Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Gemeenschappelijke Regeling SSC Bedrijfsvoering'.