Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2013 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2013, vastgesteld op 4 december 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-09-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 02-07-2013 Breeduit, 19-09-2013 | 02-07-2013, volgnr. 14 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van parkeerbelastingen.
behorende bij de "Verordening Parkeerbelastingen 2013"
1. Het tarief voor het parkeren bij een parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
2. Het tarief voor een parkeervergunning om te parkeren op een belanghebbendenplaats als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt:
3. Het tarief voor een bezoekersvergunning om te parkeren (maximaal 3 uur) op een belanghebbendenplaats als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt:
4. Het tarief voor een parkeervergunning om te parkeren op de in de vergunning aangewezen parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt:
5. Het tarief voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
ontheffing voor parkeren blauwe zone € 33,80
ontheffing inrijden centrum (zie legesverordening) € 27,60
6. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting
bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 56
7. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de
8. De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen: