Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels gebiedsontzegging gemeente Leiderdorp 2013 |
Citeertitel | Beleidsregels gebiedsontzegging gemeente Leiderdorp 2013 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 2:46 Algemene Plaatselijke Verordening Leiderdorp 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2013 | nvt | 16-09-2013 Leiderdorps Weekblad Gemeente aan Huis | 2013i01319 |
HOOFDSTUK 1 Gebruiksinstructie gebiedsontzegging
Een persoon wordt een gebiedsontzegging opgelegd welke geldt voor het door de burgemeester aan te wijzen gebied.
Artikel 1.2 Waarschuwingsbrief
1.Na de eerste geconstateerde overtreding wordt de persoon schriftelijk gewaarschuwd, dat bij een volgende overtreding de burgemeester kan overgaan tot een gebiedsontzegging.
2. De politie levert na de geconstateerde overtreding deze informatie aan bij de burgemeester.
3. De waarschuwingsbrief wordt per aantekende post verzonden en door de politie uitgereikt aan de geadresseerde.
Artikel 1.3 Opleggen gebiedsontzegging
Een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging kan niet eerder worden genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 1.8 genoemde feiten, blijkend uit de omstandigheden dat de overtreder voor de tweede maal een proces-verbaal of dagvaarding is aangezegd of uitgereikt heeft gekregen, binnen een periode van zes maanden na de datum van de eerste overtreding.
Artikel 1.4 Voornemen opleggen gebiedsontzegging
1.Bij de tweede geconstateerde overtreding levert de politie de benodigde informatie aan bij de burgemeester.
2.De betrokken persoon wordt in kennis gesteld van het voornemen van de burgemeester tot het nemen van een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging.
3.Het voornemen wordt per aangetekende post verzonden en door de politie aan geadresseerde uitgereikt.
4.Alvorens een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging wordt genomen wordt de persoon in de gelegenheid gesteld om, binnen vijf dagen na bekendmaking van het voornemen tot het opleggen van een gebiedsontzegging, zijn of haar zienswijze naar voren te brengen. Van deze
termijn kan in spoedeisende situaties worden afgeweken.
5.Het eventueel horen van de persoon geschiedt door een ambtenaar van het Cluster Openbare Orde en Veiligheid (ambtenaar openbare orde en veiligheid) of door een politieambtenaar ( door of namens de teamchef van politie);
6.De in het vierde lid vermelde zienswijze wordt meegenomen in het uiteindelijk door de burgemeester te nemen besluit.
Artikel 1.5 Besluit opleggen gebiedsontzegging
1.Het besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging wordt door de burgemeester, na een zorgvuldige afweging, genomen en ondertekend.
2.De gebiedsontzegging wordt per aangetekende post verzonden en door de politie uitgereikt aan de geadresseerde.
3.Een afschrift van het besluit wordt verzonden naar de teamchef van politie, eventueel officier van justitie, en het gemeente archief.
4.Het opleggen van een gebiedsontzegging houdt niet in dat er geen strafrechtelijke vervolging meer plaatsvindt door het Openbaar Ministerie tegen de gepleegde strafbare feiten.
Artikel 1.6 Motivering besluit opleggen gebiedsontzegging
1. Het besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging dient gemotiveerd te zijn.
2. In de motivering wordt aangegeven:
◦a. aantal en inhoud van de processen-verbaal van de geconstateerde overtredingen en de relatie met het aan te wijzen gebied;
◦b. eventuele eerdere verblijfsontzeggingen;
◦c. vermelding van de waarschuwingsbrief;
◦d. eventueel kenbaar gemaakte zienswijze;
◦e. verzenddatum of datum van uitreiking waarschuwingsbrief;
◦f. overige feiten en omstandigheden welke van belang kunnen zijn;
◦g. welk gebied het betreft en voor welk tijdvak het verbod geldt.
Artikel 1.7 Persoon woonachtig of werkzaam in het aangewezen gebied
Indien de persoon aan wie het besluit tot gebiedsontzegging wordt opgelegd, woont of werkt in het gebied waarvoor de ontzegging geldt, wordt dat aangewezen gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft van en naar zijn/haar woning of werklocatie of naar de middelen van openbaar vervoer, niet zijnde een taxi.
Artikel 1.8 Geconstateerde feiten welke in aanmerking komen voor gebiedsontzegging
1.Bij de volgende geconstateerde feiten, waarvoor een proces-verbaal is aangezegd of dagvaarding is uitgereikt en mits er een relatie bestaat met het aan te wijzen gebied, kan gelet op artikel 1.3, een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging worden genomen voor een duur van
2.Bij de feiten aanduiding verwijst de afkorting APV naar Algemene Plaatselijke Verordening Leiderdorp 2013; de afkorting Sr verwijst naar het Wetboek van Strafrecht.
3.Feiten waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd zijn :
4.De gebiedsontzegging geldt tijdens de in de bekendmaking van het verbod genoemde periode en dagen. De periode van de gebiedsontzegging kan de zeven dagen van een week (van 0.00 uur tot 24.00 uur) bedragen voor de duur van ten hoogste twaalf weken.
5. De in de feitentabel genoemde feiten dienen plaats te vinden in het publieke domein.
Artikel 1.9 Duur gebiedsontzegging
1.De gebiedsontzegging wordt opgelegd na constatering van de tweede overtreding, gepleegd binnen de periode van zes maanden en in relatie met het aangewezen gebied.
2. De duur van de gebiedsontzegging wordt gerelateerd aan het tweede strafbare feit.
3. Begaat degene die een gebiedsontzegging heeft gekregen binnen 6 maanden na aanvangstijdstip van die ontzegging wederom een strafbaar feit zoals genoemd in artikel 1.8, dan volgt in verband met recidive wederom en zonder waarschuwing een gebiedsontzegging.
Artikel 1.10 Geweld tegen of bedreiging van ambtenaar in functie,
hulpverlener of gecertificeerde horeca-beveiliger
Indien proces-verbaal is aangezegd of dagvaarding is uitgereikt op grond van één van de navolgende artikelen:
artikel 304 Sr, verhoging strafmaat in de artikelen 300-303, indien misdrijf is gepleegd tegen familieleden of een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, of het misdrijf wordt gepleegd door toediening van voor het leven of de gezondheid schadelijke stoffen,
en het strafbare feit is gepleegd tegen een politieambtenaar in functie, een lid van de brandweer in functie, ambulancepersoneel in functie, een ambtenaar in functie van de gemeente Leiderdorp, van de Gemeenschappelijke Regeling Servicepunt71 en van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst West-Holland , of een gecertifieerde horecabeveiliger in functie;
geldt in afwijking van hetgeen is bepaald in artikel 1.4 juncto 1.9 van deze beleidsregels dat:
Artikel 2.1 Administratieve afhandeling
De Afdeling Concernzaken, cluster Openbare Orde en Veiligheid is verantwoordelijk voor de administratieve afhandeling van een gebiedsontzegging .
Artikel 2.2 Toezicht en handhaving
1. De politie houdt toezicht op de naleving van de gebiedsontzegging.
2. Overtreding van de gebiedsontzegging is strafbaar op grond van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels gebiedsontzegging gemeente Leiderdorp 2013.
Artikel 2.4 Bekendmaking en inwerkingtreden
Deze beleidsregels worden bekend gemaakt in het Leiderdorps Weekblad en
treden in werking op 1 oktober 2013.
Aldus vastgesteld te Leiderdorp op 16 september 2013.
Op grond van artikel 2:46 APV Leiderdorp 2013 is de burgemeester bevoegd om een persoon in het belang van:
een verbod op te leggen om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak te bevinden op in een in dat verbod aangewezen gebied.
Met deze bevoegdheid van de burgemeester is het mogelijk om een overlastgevende persoon uit een gebied te weren. Als bewoners zich geïntimideerd, belaagd, gepest en onveilig voelen, huizen en voertuigen worden beschadigd, door op straat hangende jongeren, en de overtredingen door de politie zijn geconstateerd, beschikt de burgemeester over een lichte openbare orde maatregel om escalatie te voorkomen. In overleg met de Politie, Openbaar Ministerie, opvoeders en opleiders, Jeugd en Gezin, en maatschappelijke hulpverlening is een op socialisatie, opleiding en werk gericht traject in gang te zetten. Er zijn diverse categorieën van overlastgevers in het publieke domein:
1. rond en vanuit de woning, bijvoorbeeld als gevolg van psychische of relatieproblematiek;
2. in een bepaalde wijk en/of rond winkelcentra, bijvoorbeeld als gevolg van overlast gevende hangjongeren;
3.rondzwervende zware alcoholisten in het openbaar gebied.
Hoe het middel door de burgemeester wordt ingezet, wordt nader bepaald door deze Beleidsregels Gebiedsontzegging o.g.v. artikel 2:46 APV Leiderdorp 2013. In de Beleidsregels is bepaald welke feiten en openbare orde verstorende handelingen aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een gebiedsontzegging. Dit kunnen zowel overtredingen van de APV als andere strafbare feiten zijn.
Afhankelijk van de aard en de ernst van de geconstateerde feiten is een categorie indeling met bijbehorende maximum termijn van de gebiedsontzegging te gebruiken.
Toelichting bij gebruik gebiedsontzegging:
Mogelijkheid tot aanzegging na één geconstateerde overtreding, gelegenheid zienswijze in te dienen en gehoord te worden, na de tweede geconstateerde overtreding is de gebiedsontzegging op te leggen.
Indien na gedragsinterventies de overlast blijft aanhouden, dan kan de burgemeester conform artikel 172a (en 172b) Gemeentewet verdere bestuurlijke maatregelen nemen tegen de overlast gevende persoon. Dit geldt niet indien een gebiedsverbod “slechts” wordt overtreden zonder dat dit gepaard gaat met overlast gevend dan wel strafbaar gedrag. Dan blijft gehandhaafd worden conform de Beleidsregel Gebiedsontzegging volgens artikel 2:46 APV.
- Art. 172a Gemeentewet. Onverminderd artikel 172, derde lid, en hetgeen bij gemeentelijke verordening is bepaald omtrent de bevoegdheid van de burgemeester om bevelen te geven ter handhaving van de openbare orde, kan de burgemeester aan een persoon die herhaaldelijk individueel of groepsgewijs de openbare orde heeft verstoord of bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde een bevel geven: