Organisatie | Horst aan de Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet Inburgering 2013 Horst aan de Maas |
Citeertitel | Verordening Wet Inburgering 2013 Horst aan de Maas |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24e, 24 f en 35 van de Wet Inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet Inburgering
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-09-2013 | 01-01-2017 | Vervangt de Verordening Wet Inburgering 2011 gemeente Horst aan de Maas | 10-09-2013 Elektr. Gem.Blad 19-09-2013 | Onbekend |
Bijlage van gemeenteblad 2013, no.
De raad van de gemeente Horst aan de Maas;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013, gemeenteblad 2013, no. ;
gelet op de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24e, 24 f en 35 van de Wet Inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet Inburgering;
overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatievoorziening door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;
overwegende dat als gevolg van de wijziging van de Wet Inburgering de taken van gemeenten op het terrein van inburgering op termijn beëindigd zullen worden;
overwegende dat gedurende een overgangsperiode gemeenten nog een aantal taken op het terrein van inburgering zullen uitoefenen;
overwegende dat daarom de onder de Wet Inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 opgestelde verordening Wet Inburgering 2011 gemeente Horst aan de Maas, dient te worden ingetrokken;
Vast te stellen de: Verordening Wet Inburgering 2013 Horst aan de Maas
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en informatieverstrekking
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet Inburgering (WI), de daarop berustende regelingen en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.
Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Het college biedt een inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige, te weten:
voor zover deze uiterlijk 31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden.
Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete
Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 400,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de beschikking.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 september 2013.
De raad voornoemd,
De voorzitter,
{HAND1}
ir. C.H.C. van Rooij
De griffier,
{HAND}
Dit artikel geeft aan dat de omschrijvingen van de begrippen die worden gebruikt in respectievelijk de Wet Inburgering, het Besluit Inburgering, de Regeling Inburgering en de Algemene wet bestuursrecht, ook van toepassing zijn op deze verordening.
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
De gemeente heeft als taak de inburgeringsplichtigen in haar gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit de Wet Inburgering. De wet laat gemeenten vrij om zelf te bepalen op welke wijze de informatievoorziening aan de inburgeringsplichtigen wordt georganiseerd.
In dit artikel is vastgelegd aan wie het college vanaf 1 januari 2013 is verplicht een inburgeringsvoorziening aan te bieden.
Artikel 4 Samenstelling van de inburgeringsvoorziening
In het eerste lid wordt aangegeven op welke wijze het college een passende inburgeringsvoorziening moet vaststellen. Bij het bepalen van deze voorziening spelen de in dit lid genoemde factoren een rol.
Ingeval de inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigd is, kunnen de in het tweede lid genoemde programma’s onderdeel uitmaken van de inburgeringsvoorziening.
Artikel 5 De procedure van het doen van een aanbod
Dit artikel bevat enkele procedurele bepalingen die er voor moeten zorgen dat het doen van een aanbod op zorgvuldige wijze gebeurt.
Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage
In de verordening moeten regels worden gesteld die betrekking hebben op de inning van de eigen bijdrage van de inburgeringsplichtige en de mogelijkheid van betaling in termijnen (artikel 23, derde lid WI). De hoogte van de eigen bijdrage is vastgelegd in de wet en bedraagt € 270,-. Dit bedrag kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd (artikel 23, tweede lid WI).
Artikel 7 De inhoud van de beschikking
Het besluit tot het vaststellen van de inburgeringsvoorziening is een beschikking. Dit betekent dat de inburgeringsplichtige de mogelijkheid heeft tegen dit besluit in bezwaar en beroep te gaan. In dit artikel wordt geregeld welke onderwerpen in ieder geval in de beschikking moeten worden neergelegd.
Artikel 8 De hoogte van de bestuurlijke boete voor de verschillende overtredingen
Artikel 35 van de WI draagt de gemeenteraad op bij verordening de hoogte van de bestuurlijke vast te stellen, die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd. In artikel 34 WI zijn voor de verschillende overtredingen de maximumbedragen van de bestuurlijke boete vastgelegd.
De boetebedragen die in de verordening worden opgenomen zijn maximumbedragen en géén gefixeerde bedragen. Het college zal bij elke overtreding de bestuurlijke boete moeten afstemmen op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Bovendien moet het college daarbij ook zonodig rekening houden met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd. (artikel 38, tweede lid van de wet).
Artikel 9 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om bij herhaling van de overtreding een hogere boete op te leggen dan op grond van artikel 8 mogelijk is. De verhoogde boetebedragen ingeval van herhaling van de overtreding mogen niet hoger zijn dan de maximumbedragen die in artikel 34 van de wet worden genoemd. Om te kunnen spreken van een herhaling van een overtreding, moeten de overtredingen zich wel binnen een bepaalde tijdspanne voordoen, bijvoorbeeld 12 maanden. Gemeenten kunnen een kortere of langere termijn voorstellen.