Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Terneuzen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Terneuzen
CiteertitelControleverordening gemeente Terneuzen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 213

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2004Onbekend

18-12-2003

Zeeuws Vlaams Advertentieblad,

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening artikel 213 Gemeentewet

 

De raad van de gemeente Terneuzen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

dd 18 november 2002

Gelet op artikelen 213 Gemeentewet en het Besluit

Accountantscontrole Provincies en Gemeenten

Besluit vast te stellen de

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Terneuzen

de accountantscontrole betreffende de jaarrekening 2003 op te dragen aan Deloitte & Touche Accountants

de procedure te starten voor de benoeming van de accountant die zal worden belast met de accountantscontrole over de periode 2004 tot en met 2006

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.accountant

een door de raad benoemde:

o registeraccountant of

o accountant-administratieconsulent met een aantekening in het

inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet

op de Accountant-Administratieconsulenten of

o organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants

samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

b.accountantscontrole

de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd doorde door de raad benoemde accountant van:

o het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en

lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

o het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en

balansmutaties;

o het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde

jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur

te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

o de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie

gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige

verantwoording mogelijk maken;

waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.

c.rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole

het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen ende vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in hetBesluit accountantscontrole gemeenten.

d.deelverantwoording

een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde

verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijkeorganisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

1.De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemenaccountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van vier jaar.

2.Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de accountantscontrolevoor.

3.De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma vaneisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontroleopgenomen:

a.de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkenderapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening;

b.de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen

omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende

rapporteringstoleranties);

  • c.

    de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

  • d.

    de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

  • e.

    de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering;

en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:

f.de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende

afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle

specifiek aandacht dient te besteden;

g.de gemeentelijke producten en of organisatieonderdelen met bijbehorende

afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle

specifiek aandacht dient te besteden.

4.In afwijking van het gestelde in lid 3, letters f en g kan de raad in het programma vaneisen opnemen, dat de raad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole inoverleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van dedeelverantwoordingen, de gemeentelijke producten en de gemeentelijkeorganisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandachtdient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.

5.In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor deselectie van de accountant de selectiecriteria vast en per selectiecriterium debijbehorende weging vast.

Artikel 3. Informatieverstrekking door college

1.Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform degeldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountantvoor controle.

2.Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggendeverordeningen, nota's, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties,plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen engoed toegankelijk zijn.

3.Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hembekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant isverstrekt.

4.Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de

accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad voor uiterlijk 1 junivan het de jaar dat volgt op dat waarop de jaarrekening betrekking heeft.

5.Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling vande jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat dejaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountantgemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

1.De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop deaccountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbijbehorende werkzaamheden.

2.De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van deuit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zondervoorafgaande kennisgeving uitvoeren.

3.Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindtperiodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en, de voorzitter van derekeningcommissie, (een vertegenwoordiger van) de rekenkamer(functie), deportefeuillehouder financiën, degemeentesecretaris, de concerncontroller en het hoofdvan de afdeling financiën.

Artikel 5. Toegang tot informatie

1.De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren envoorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden enoverige bescheiden, waarvan inzage voor de accountantscontrole nodig is. Het collegedraagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijncontrolewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren,magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

2.De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijkeinlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdrachtdenkt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffendeambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

3.Het college draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de gemeente zijngehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich eenjuist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten,lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover

verstrekte informatie.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

1.Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot hetuitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, dedoelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van deaccountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad voorafover deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

2.Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifiekeuitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college isvoor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd deopdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indiendit in het belang van de gemeente is.

3.Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP,Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen inacht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant,is het college bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de

raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7. Rapportering

1.Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het nietafgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan deraad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

2.In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt deaccountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijnbevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijkbeheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd,het hoofd van de dienst waar de ambtenaar werkzaam is, de concerncontroller en hethoofd financiën dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

3.De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aande raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor hetcollege om op deze stukken te reageren. De accountant bespreekt voorafgaand aan deraadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met derekeningcommissie.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2004, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) vanhet verslagjaar 2004 en later.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Controleverordening gemeente Terneuzen".

 

Besloten in de openbare vergadering van de Gemeenteraad van Terneuzen op 18 december 2003,

griffier, mr. A.W. de Feijter

voorzitter, J.A.H.Lonink

Nota-toelichting Artikelsgewijze toelichting

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Terneuzen

 

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het college verantwoording afleggen aan de raad over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197, lid 1 Gemeentewet). Voor het overleggen van deze stukken aan de raad moeten de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd (artikel 197, lid 2 Gemeentewet). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van de raad. Het is dan ook de raad, die de accountant aanwijst (artikel 213, lid 2 Gemeentewet). De raad is echter niet het bestuursorgaan, dat de overeenkomst met de accountant ondertekent. Het is de burgemeester, die de overeenkomst voor de accountantscontrole met de accountant moet sluiten. De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte, luidt het eerste lid van artikel 171 Gemeentewet.

Een bevoegd accountant voor de controle van de gemeentelijke jaarrekening is een registeraccountant, een accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36 Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of een organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken. Het zevende lid van artikel 213 Gemeentewet zegt, dat de bevoegde accountant in gemeentelijke dienst kan worden aangesteld. Wel dient dan de benoeming, schorsing en het ontslag van de accountant door de raad te geschieden.

Artikel 2 van de verordening regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de gemeentelijke jaarrekening. Het eerste lid legt de periode van de verbintenis met de accountant voor de controle van de jaarrekening vast. Door de gemeenteraad wordt ervoor gekozen om een zekere mate van continuïteit na te streven in de relatie met de accountant. De duur van de verbintenis wordt daarom gelijkgesteld met die van een raadsperiode, waarmee tevens wordt bereikt dat een nieuw aangetreden raad telkens zelf de accountantskeuze kan bepalen. Voor dit laatste is het wel nodig dat de eerste keer dat op basis van deze verordening een verbintenis met een accountant wordt aangegaan de duur van de verbintenis wordt beperkt tot drie jaar en dus betrekking heeft op de verantwoordingen over de jaren 2004, 2005 en 2006.Het tweede lid regelt dat het college verantwoordelijk is voor de uitvoering van de aanbesteding van de accountantscontrole van de jaarrekening. De periode van de verbintenis met de accountant uit het eerste lid impliceert niet dat daarna van accountant wordt gewisseld.

De accountant maakt bij de nieuwe aanbesteding wederom kans op de opdracht.

Voor de accountantscontrole geldt het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten dat krachtens het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet door de minister is vastgesteld. Het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten bevat onder andere regels voor de omvangsbases en goedkeuringstoleranties voor de accountantsverklaring en de rapporteringstoleranties voor het verslag van bevindingen.

In het derde lid van artikel 2 wordt invulling gegeven aan het gebruik van de mogelijkheden van de raad met betrekking tot de nadere bepaling van de toleranties. Ze moeten al bij de aanbesteding van de accountantscontrole worden bepaald en zodoende worden opgenomen in het programma van eisen. Een aanscherping van de eisen door de raad zal in veel gevallen leiden tot een hogere prijsstelling door de accountant(s). Daarnaast zijn onder dit lid aanvullende zaken opgenomen over eisen die de raad kan stellen aan de werkzaamheden van de accountant, zoals aanvullende inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen en aanvullende extra rapportages en controles.

Mogelijk zal de raad de onderdelen van de jaarrekening, de onderdelen van deelverantwoordingen en gemeentelijke organisatieonderdelen jaar op jaar willen vaststellen.

Dit daar de raad dan rekening kan houden met gewijzigde politieke omstandigheden. Hierin voorziet het vierde lid van artikel 2. Het is raadzaam om ook hierover bepalingen in het programma van eisen bij de aanbesteding en opdrachtverlening op te nemen.

Het bedrag dat is gemoeid met de accountantscontrole van de jaarrekening kan mogelijk zo hoog zijn, dat de accountantscontrole Europees moet worden aanbesteed. Dit hangt natuurlijk ook af van de contractsduur, die met de accountant wordt aangegaan. Bij Europese aanbesteding zijn het de selectiecriteria en de bijbehorende wegingsfactoren, die uiteindelijk de selectie van de accountant voor de controle van jaarrekening bepalen. De raad is het bestuursorgaan, dat de accountant aanwijst en dat dus de selectiecriteria en de bijbehorende wegingsfactoren moet vaststellen. Dit wordt geregeld in het vijfde lid van artikel 2.

Artikel 3. Informatieverstrekking door college

In de gedualiseerde verhoudingen is het college verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Ten opzichte van de raad is het college ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door de raad geëiste deelverantwoordingen. Artikel 3 van de verordening regelt de verplichtingen van het college voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant.

Voor de controle van de jaarrekening doet de accountant onderzoek naar de achterliggende bescheiden. Het tweede lid draagt aan het college op deze achterliggende bescheiden goed toegankelijk ter inzage aan de accountant beschikbaar te stellen.

Het derde lid verplicht het college een verklaring af te geven aan de accountant, waarin het college verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening, te hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een LOR (Letter Of Representation) genoemd. Hoewel het een algemeen gebruik is, is het geen wettelijke verplichting, dat het college een dergelijke verklaring verstrekt.

De jaarrekening moet binnen twee weken na vaststelling, maar in elk geval voor 15 juli worden toegezonden aan gedeputeerde staten (artikel 200 Gemeentewet). Voor deze datum moet de jaarrekening door de raad zijn behandeld en moet een eventuele erop volgende indemniteitsprocedure (artikel 198 Gemeentewet) zijn doorlopen en de jaarrekening wel of niet zijn vastgesteld. In het vierde lid wordt een uiterlijke datum aan het college gesteld voor de overlegging van de gecontroleerde jaarrekening aan de raad. Voor de datum 1 juni is gekozen rekening houdend met het gegeven dat aan de rekeningcommissie is opgedragen de door de raad vast te stellen jaarstukken te onderzoeken en hierover aan de raad te adviseren en de tijd die hiervoor nodig kan zijn. Ook is hierbij van belang dat alvorens de rekening in de raad behandeld kan worden een verplichte publicatietermijn van 2 weken is voorgeschreven.

De accountant verzendt de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen rechtstreeks aan de raad. Het tweede lid van artikel 197 Gemeentewet bepaalt echter, dat het college bij de overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag aan de raad daarbij moet toevoegen de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen.

Het vijfde lid van het artikel gebiedt het college alle informatie die van invloed is op het beeld van de jaarrekening en pas na de afgifte van de accountantsverklaring, maar voor de vaststelling van de jaarrekening door de raad aan het college bekend is geworden, terstond te melden aan de raad en de accountant. Het sluit verrassingen tijdens de raadsbehandeling uit.

Artikel 4. Uitvoering controle

Artikel 4 van de verordening regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het college ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. Het college is hierin volgend. Wel moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de gemeente. Ook is uitwisseling van informatie gewenst over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole.

Artikel 5. Toegang tot informatie

In het vorige artikel hebben we gezien dat de accountant leidend is voor wat betreft de inrichting van de accountantscontrole. Om een goede controle uit te voeren moet hij echter ook onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Artikel 5 van de verordening kent de bevoegdheid om onbelemmerd onderzoek te doen toe aan de accountant. Dit natuurlijk met in achtneming van de afspraken met de raad, zoals neergelegd in het programma van eisen bij de aanbesteding. Het artikel legt aan het college de plicht op om er voor te zorgen, dat de accountant een onbelemmerde toegang heeft tot alle burelen van de gemeente en de ambtenaren van de gemeente volledig meewerken aan de accountantscontrole.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de gemeente die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoering van de medebewindstaken door gemeenten (specifieke uitkeringen) vaak een aparte accountantsverklaring. De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het college. Ook kan het college besluiten om advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door de raad benoemde accountant. Het betreft hier vanzelfsprekend advieswerkzaamheden die samenhangen met de natuurlijke adviesfunctie van de accountant die de onafhankelijkheid van de accountant niet in gevaar brengen.

Het eerste lid van artikel 6 van de verordening regelt hoe het college moet omgaan met de uitbesteding van "advieswerkzaamheden" zoals de verbetering van de administratieve organisatie, aan de door de raad benoemde accountant. Door deze werkzaamheden te gunnen aan de door de raad benoemde accountant kan de onafhankelijkheid en daarmee de integriteit van de accountant ten aanzien van zijn controlewerkzaamheden voor de raad in het geding komen. Op de loer liggende belangenver-strengeling tussen college en accountant kan mogelijk een weerslag hebben op de kwaliteit van de controle van de jaarrekening. Hetzelfde geldt voor die gevallen waarbij de accountant bij de accountantscontrole zijn eigen werk moet controleren. Het lid bepaalt, dat het college voor advieswerkzaam-heden, zoals bijvoorbeeld op het gebied van de bestuurlijke informatie-verzorging of de rechtmatigheid, de door de raad benoemde accountant kan inschakelen. Indien het college dit voornemen heeft, dient hij de raad hier vooraf over te informeren. Dit biedt de raad de mogelijkheid om over de desbetreffende uitbesteding van werkzaamheden zijn oordeel te vormen en zijn bedenkingen aan het college kenbaar te maken. Overigens wordt de accountantswetgeving op het gebied van dit soort advieswerkzaamheden de komende jaren aangescherpt.

Het tweede en het derde lid regelen, dat het college voor de overige controlewerkzaamheden in het algemeen de door de raad benoemde accountant inschakelt. Het college mag hiervan afwijken indien dit in het belang van de gemeente is. De accountant die de jaarrekening controleert, is vaak beter bekend met de gemeentelijke administraties. Daarbij kunnen controles van de jaarrekening en controles van medebewindstaken tegelijkertijd door één accountant worden uitgevoerd (single audit). Dit levert een aanzienlijke besparing op. In bepaalde gevallen is inschakeling van een andere accountant raadzaam en soms zelfs onoverkomelijk. De reden hiervoor kan van prijstechnische aard zijn, maar ook van bijvoorbeeld organisatorische aard (zo kunnen de controlewerkzaamheden gemeen-schappelijke activiteiten met een andere gemeente betreffen en de accountantscontrole hiervan door de accountant van de andere gemeente worden uitgevoerd). De verordening regelt dat het college in deze gevallen vrij is in de keuze van de accountant.

Artikel 7. Rapportering

Het derde en vierde lid van artikel 213 Gemeentewet regelt de rapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan de raad en het college. Aanvullend daarop kan de raad in zijn programma van eisen bij de aanbe-steding aanvullende inhoudelijke eisen stellen, maar ook aanvullende rapporteringen van de accountant verlangen (artikel 2, lid 3, letters c & e van deze verordening). Artikel 7 regelt aanvullende zaken aangaande de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Zaken die dan natuurlijk wel in het programma van eisen bij de aanbesteding moeten worden geregeld.

Naast de uiteindelijke eindcontrole van de jaarrekening verricht de accountant meestal meerdere controles. Dit kunnen door de raad in het programma van eisen van de aanbesteding opgenomen tussentijdse controles (interim-controles) zijn. Het eerste lid van artikel 7 regelt, dat het college in elk geval bij geconstateerde afwijkingen door de accountant die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, een afschrift krijgt van de schriftelijke mededeling hierover aan de raad. Dit opdat het college (in overleg met de raad en de accountant) mogelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen.

Het tweede lid van artikel 7 regelt, dat het management een rapportage krijgt van de door de accountant uitgevoerde (deel)controles. In deze rapportage worden kleine afwijkingen en tekortkomingen die niet leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring en niet van bestuurlijk belang zijn, aan het management meegedeeld. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld opmerkingen over (kleine) rubriceringfouten en (kleine) onvolkomenheden in de administratieve organisatie, welke eenvoudig in onderling overleg met het management van de gemeente kunnen worden opgelost. Het management kan op grond van de rapportage actie ondernemen voor herstel van de afwijkingen en onvolkomenheden.

Voorts is in het artikel een lid opgenomen voor de procedure van hoor en wederhoor. De constateringen in het verslag van bevindingen worden voorafgaand aan verzending van de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan de raad door de accountant besproken met het college. Het geeft het college de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen.

Tot slot in het vierde lid van dit artikel opgenomen, dat de accountant zijn verslag van bevindingen mondeling toelicht aan de vertegenwoordiging van de raad die is belast met de voorbereiding van de behandeling van de jaarrekening door de raad.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 213 Gemeentewet (oud) opgestelde verordening. De wetgever heeft bepaald dat het nieuwe artikel 213 Gemeentewet bij alle gemeenten op het verslagjaar 2004 van toepassing is. De oude verordening blijft dus nog van kracht op de jaarrekening van 2003. De nieuwe verordening 213 Gemeentewet moet binnen twee weken na vaststelling door het college naar gedeputeerde staten worden verzonden (artikel 214 Gemeentewet).

Artikel 9. Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen.