Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Artt. 1, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 15 | 02-12-2014 Gemeenteblad, nr. 75372, 17-12-2014 | BW, 02-12-2014, nr. 16 | ||
03-10-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 24-09-2013 De Kanaalstreek, 02-10-2013 | BW: 24-09-2013, nr. 16 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot de scholingsplicht van jongeren;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 13, lid 2, onderdeel c van de Wet werk en bijstand;
vast te stellen de volgende "Beleidsregels scholingsplicht jongeren Participatiewet Stadskanaal 2015".
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand [ voor de Wet werk en bijstand dient de Participatiewet gelezen te worden ] en de Algemene wet bestuursrecht .
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
periode van vier weken na datum melding, bedoeld in artikel 44 van de Participatiewet, waarin de jongere nog geen aanvraag voor bijstand mag indienen, maar waarin de jongere moet zoeken naar werk en/of regulier onderwijs op grond van artikel 41, leden 4 tot en met 10 van de Participatiewet.
HOOFDSTUK 2 SCHOLINGSPLICHT EN UITZONDERINGEN
Artikel 3 Uitzonderingsgronden op de scholingsplicht
Het college kan een uitzondering op de scholingsplicht maken, wanneer een jongere geobjectiveerd aantoont dat hij geen regulier onderwijs kan volgen of wanneer dit in redelijkheid (nog) niet van hem gevergd kan worden. Uitzondering is mogelijk, indien de jongere naar het oordeel van het college:
Op grond van artikel 41, vijfde lid van de Participatiewet, verstrekt de jongere documenten waaruit moet blijken dat er vanwege onvoldoende capaciteiten en/of belemmeringen geen scholingsmogelijkheden zijn binnen het uit 's rijks kas bekostigd onderwijs.
Artikel 4 Uitzonderingen alleenstaande ouder en scholingsplicht
De alleenstaande ouder, jonger dan 27 jaar met kinderen tot 5 jaar, die ontheffing heeft van de arbeidsverplichtingen als bedoeld in artikel 9a, eerste lid van de Participatiewet, heeft scholingsplicht.
Artikel 5 De jongere kan geen onderwijs volgen
Wanneer het college heeft vastgesteld dat er sprake is van een uitzondering op grond van artikel 3 en artikel 4, tweede lid, wordt bijstand verleend.
Artikel 6 De jongere kan tijdelijk geen onderwijs volgen/overbrugging
Op de jongere blijven tot het eerstvolgende instroommoment de verplichtingen van de van de Participatiewet van kracht, waaronder het aanvaarden van (tijdelijk) algemeen geaccepteerde arbeid en meewerken aan het TDC-traject.
Het eerste lid is niet van toepassing op de jongere, die door eigen toedoen geen onderwijs (meer) volgt waarvoor studiefinanciering gold op grond van de Wet studiefinanciering 2000.
Artikel 7 Zoekperiode voor de jongere
De jongere die voor algemene bijstand in aanmerking wil komen, dient zich tijdens de zoekperiode, zoals bedoeld in artikel 41, vierde lid van de Participatiewet, aantoonbaar hebben ingespannen om te onderzoeken welke mogelijkheden hij heeft om inkomsten te verkrijgen uit werk of uit het volgen van onderwijs dat uit 's rijks kas wordt bekostigd.
Artikel 8 Over te leggen documenten na zoekperiode van vier weken
Artikel 9 Gevolgen niet aantoonbare inspanningen tijdens zoekperiode
Indien de jongere onvoldoende inspanningen heeft verricht op het gebied van het vinden van werk en scholing, kan een maatregel opgelegd worden op grond van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Stadskanaal 2015.
In het geval dat de jongere zijn scholingsmogelijkheden na de zoekperiode niet aantoont, dan zal hem een redelijke termijn worden geboden om zijn aanvraag aan te vullen. Indien de aanvraag niet binnen de redelijke termijn wordt aangevuld, kan het college niet vaststellen of er scholingsmogelijkheden zijn, dan wel of er recht op bijstand bestaat. De aanvraag wordt dan op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld.
Op lid 2 van dit artikel zijn de Beleidsregels waarschuwing of matiging boete socialezekerheidswetten Stadskanaal 2013 onverkort van toepassing.
Indien bijstand wordt toegekend, stelt het college in samenspraak met de jongere zo spoedig mogelijk een plan van aanpak op, zoals bedoeld in artikel 44, vierde lid van de Participatiewet. Een plan van aanpak wordt niet opgesteld, indien sprake is van een tijdelijke volledige ontheffing van de arbeidsverplichtingen en scholingsplicht.
Artikel 13 Besluit ontheffing scholingsplicht
Wanneer een jongere niet aan zijn scholingsplicht kan of (tijdelijk) niet hoeft te voldoen, dan wordt dit kenbaar gemaakt middels een beschikking.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongere afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van de beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.