Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | | |
| | | |
| Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | Bouuwkosten: | | |
A. | Uitgangspunten “standaard” bouwwerken: | | |
| Bij het berekenen van de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt voor in onderstaande tabel genoemde bouwwerken voor de legesbepaling het legesbedrag afgeleid van de kubieke meters of de oppervlakte berekend volgens NEN 2580 (oppervlakte- en inhoudsberekening bouwwerken) vermenigvuldigd met de in onderstaande tabel naar de aard van het bouwwerk opgenomen standaardbouwkosten exclusief BTW: | | |
| | | |
| I. Woningen: | | |
| Rijtjeswoningen, per m3 | € | 200,= |
| Twee onder één kapwoningen, per m3 | € | 225,= |
| Vrijstaande woning tot en met 600 m3, per m3 | € | 260,= |
| Vrijstaande woning > 600 m3, per m3 | € | 290,= |
| Appartement, één of meer bouwlagen, per m3 | € | 260,= |
| | | |
| II. Bijgebouwen bij woningen: | | |
| Latere aanbouw zoals een erker | € | 350,= |
| Garage / berging / tuinhuisje | | |
| - Hout, per m3 | € | 95,= |
| - Halfsteens met plat dak, per m3 | € | 125,= |
| - Halfsteens met kap, per m3 | € | 135,= |
| - Spouw met plat dak, per m3 | € | 150,= |
| - Spouw met kap, per m3 | € | 170,= |
| Dakkapel, per m breedte | € | 1.000,= |
| Carport, per m2 | € | 150,= |
| Schuttingen en hekwerken, per m | € | 100,= |
| | | |
| III. Agrarische bouwwerken: | | |
| 1. Stallen, per m3 | € | 43,= |
| 2. Werktuigberging /schuur | | |
| - Damwandprofiel, per m3 | € | 25,= |
| - Metselwerk, per m3 | € | 48,= |
| 3. Mestkelders onder de stallen, per m3 | € | 83,= |
| 4. Kassen, per m2 | € | 31,= |
| | | |
| IV. Niet agrarische bouwwerken: | | |
| 1. Opslagloodsen: | | |
| - plaatstaal damwandprofiel, per m3 | € | 19,= |
| - metselwerk, per m3 | € | 52,= |
| 2. Kantoren / showroom / winkel / horeca, per m3 | € | 273,= |
| 3. Scholen / sporthal / verkoophal (grootschalige detailhandels vestiging), per m3 | € | 258,= |
| 4. Noodschool / kleedgebouw (sportvereniging) / semi-permanente unit, per m3 | € | 185,= |
| 5. Industriehal: | | |
| - plaatstaal geïsoleerd, per m3 | € | 62,= |
| - metselwerk, per m3 | € | 105,= |
| | | |
B. | Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken: | | |
| Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken ”U.A.V.”, van het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de aan een derde te betalen bouwkosten berekend op de wijze als bedoeld in normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd (exclusief BTW). | | |
2.1.1.3 | sloopkosten: | | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.4 | Wabo: | | |
| Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.1.5 | Conceptaanvraag: | | |
| voordat een aanvraag wordt ingediend tot het verlenen van een vergunning om een bouwwerk te bouwen, kan aan de hand van een schetsplan worden gevraagd naar het oordeel van het bevoegd gezag omtrent de kans op het verlenen van een vergunning voor het bouwen van een, op basis van dat schetsplan, uitgewerkt bouwplan. | | |
2.1.1.6 | Moment van indienen: | | |
| voor de aanvrager is een ontvangstbevestiging aangemaakt waarin vermeld staat dat de aanvraag ontvangen is en geregistreerd | | |
2.1.1.7 | Perceel: | | |
| het gebied waarop de (partiele) herziening / wijziging van het bestemmingsplan betrekking heeft | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
| | | |
| Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag | | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
2.2.1 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of c, van de Wabo | € | 104,05 |
| (Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een op basis van een concept aanvraag uitgewerkt plan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges, indien de aanvrager en locatie hetzelfde zijn, met deze leges verrekend); | | |
| | | |
| Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning vanaf het moment van indienen voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Het tarief inclusief 1e Welstandstoets indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo bedraagt: | | 2,4% |
| van de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.2 met een minimum van; | € | 153,40 |
| en een maximum van: | € | 511.250 |
| | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € | 312,10 |
| | | |
| Achteraf ingediende aanvraag | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | | 10% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van | € | 1.000,= |
| | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 208,10 |
| | | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | | 10% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van | € | 178,95 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | | 10 % |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van | € | 178,95 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) tenzij deze kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (exploitatieplan of anterieure overeenkomst) worden verhaald, | | |
| minimaal | € | 3.329,25 |
| en maximaal | € | 3.1211,80 |
| met dien verstande dat bij een negatief besluit het tarief is | € | 572,25 |
2.3.3.3.1 | Het ingevolge het bepaalde in hoofdstuk 2.3.3.3 verschuldigde tarief wordt voorafgaand aan het verlenen van de aldaar bedoelde medewerking aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld middels een begroting welke ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvrager dient de begroting schriftelijk te aanvaarden. | | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | | 10% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van € 178,95; | | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | | 10% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van € 178,95; | | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
| | | 25% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van € 178,95; | | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | | |
| | | 25% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van | € | 178,95 |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | | 10% |
| van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van | € | 178,95 |
| | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 260,10 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 260,10 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | | |
| bij een perceel van maximaal 1.000m² | € | 3.641,40 |
| bij een perceel groter dan 1.000m² en maximaal 5.000m² | € | 5.201,95 |
| bij een perceel groter dan 5.000m² | € | 7.282,75 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € | 260,10 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 260,10 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € | 650,25 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 650,25 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 260,10 |
| | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerstel id, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief | € | 232,00 |
| Dit bedrag wordt als volgt verhoogd voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 | | |
| 0 tot en met 100 m² met een vast bedrag van | € | 232,00 |
| 101 tot en met 500 m² met een vast bedrag van | € | 110,80 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € | 1,23 |
| 501 tot en met 1000 m² met een vast bedrag van | € | 356,85 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € | 0,72 |
| 1001 tot en met 1500 m² met een vast bedrag van | € | 517,10 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € | 0,56 |
| 1501 tot en met 2500 m² met een vast bedrag van | € | 895,75 |
| vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € | 0,31 |
| meer dan 2500 m² met een vast bedrag van | € | 1.149,70 |
| Vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van | € | 0,20 |
| | | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Gereserveerd | | |
| | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € | 156,10 |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | € | 156,10 |
2.3.7.1.3 | Voor een “paraplusloopvergunning” als bedoeld in artikel 8.1.2 lid 7 van de Bouwverordening | € | 156,10 |
| | | |
2.3.7.2 | Asbesthoudende materialen | | |
| gereserveerd | | |
| | | |
2.3.8 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 156,10 |
| De aanlegkosten worden afzonderlijk in rekening gebracht. | | |
| | | |
2.3.9 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1, eerste lid, van de Bomenverordening Borne 2010 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 52,05 |
| | | |
2.3.10. | Handelsreclame | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief: | | |
2.3.10.1 | indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo: | € | 104,05 |
2.3.10.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame aan de onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder i, van de Wabo: | € | 104,05 |
| | | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Gereserveerd | | |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
2.3.12.1 | Gereserveerd | | |
| | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
2.3.13.1 | Gereserveerd | | |
| | | |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
2.3.14.1 | Gereserveerd | | |
| | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 260,10 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € | 343,35 |
| | | |
2.3.17 | Advies | | |
2.3.17.1 | Gereserveerd | | |
| | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.18.1 | Gereserveerd | | |
| | | |
| Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: | | |
2.4.2.1 | bij 5 of meer activiteiten: | | 5% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 75% |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan | | |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan | | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan | | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | | |
| | | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | |
2.5.3.3 | De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten worden verrekend met de leges van een eerdere weigering van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de weigering. | | |
| | | |
2.5.4 | Teruggaaf als gevolg van het niet behandelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.5.4.1 | Als de gemeente een aangevraagde omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.7, niet behandelt op grond van artikel 4:5 Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 75% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.4.2 | De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten worden verrekend met de leges van een eerdere niet behandelde aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de weigering. | | |
| | | |
2.5.5 | Teruggaaf als gevolg van het van rechtswege verlenen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Indien de aangevraagde vergunning niet binnen de daarvoor wettelijk gestelde termijn wordt verleend (vergunning van rechtswege), bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.6 | Minimumbedrag voor teruggaaf | | |
| Een bedrag minder dan € 153,40 wordt niet teruggegeven. | | |
| | | |
2.5.7 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | | |
2.5.8 | Geen vergunning vereist | | |
| Indien een besluit inhoudende, dat voor de aangevraagde activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, zijn er geen leges verschuldigd. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | | |
2.6 | Gereserveerd | | |
| | | |
| Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | | |
2.7 | Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als genoemd in onderdeel 2.2, | | |
| met dien verstande dat zij niet minder dan | € | 104,05 |
| zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. | | |
| | | |
| Hoofdstuk 8 Herziening of wijziging van een bestemmingsplan | | |
2.8.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1, tenzij deze kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (exploitatieplan of anterieure overeenkomst) worden verhaald, | | |
| bedraagt minimaal | € | 4.369,65 |
| en maximaal | € | 41.615,75 |
2.8.2 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1, tenzij deze kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (exploitatieplan of anterieure overeenkomst) worden verhaald | | |
| bedraagt minimaal | € | 1.560,60 |
| en maximaal | € | 26.009,85 |
| Het ingevolge het bepaalde in hoofdstuk 2.8.1 en 2.8.2verschuldigde tarief wordt voorafgaand aan het verlenen van de aldaar bedoelde medewerking aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld middels een begroting welke ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvrager dient de begroting schriftelijk te aanvaarden. | | |
2.8.3 | Bij een negatief besluit bedraagt het tarief voor de onder 2.8.1. en 2.8.2. vermelde diensten | € | 572,25 |
| | | |
| Hoofdstuk 9 Sloopmelding | | |
2.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening | € | 0,- |
| | | |
| | | |
| Hoofdstuk 10 Overig/administratief | | |
2.10.1 | Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit) waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.5.8, 2.5.14, 2.5.28 en 2.5.29 van de Bouwverordening wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, | | |
| verhoogd met: | € | 182,05 |
2.10.2 | Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit) of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.3.4 (planologisch strijdig gebruik) of indien de aanvraag betrekking heeft op of mede leidt tot het vaststellen of wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in Hoofdstuk 8 van deze titel, waarbij uitsluitend ten behoeve van de aanvraag tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, wordt het berekende bedrag, onverkort het overigens in deze titel bepaalde, | | |
| verhoogd met: | € | 1.560,60 |
2.10.3 | Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 2.7 lid a van de Ministeriële regeling omgevingsrecht door de aanvrager ingediend moet worden, wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met: | € | 208,10 |
2.10.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende vergunning of ontheffing als bedoeld in titel 2 van deze tarieventabel | € | 104,05 |
2.10.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € | 104,05 |