Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatieverordening raadsgriffie Lingewaard |
Citeertitel | Organisatieverordening raadsgriffie Lingewaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Griffieverordening Lingewaard 2014.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2014 | 14-02-2014 | intrekking | 06-02-2014 | 4 / 2014 | |
12-09-2013 | 14-02-2014 | nieuwe regeling | 29-03-2012 Het Gemeentenieuws | 28a/2012 |
Onderwerp Vaststellen van de Organisatieverordening raadsgriffie Lingewaard
De raad van de gemeente Lingewaard;
gelezen het voorstel van de raadsgriffier d.d. 19 maart 2012;
gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d. 15 maart 2012;
gelet op artikel 107e, eerste lid van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende 'Organisatieverordening raadsgriffie Lingewaard':
HOOFDSTUK 2 Organisatie van de griffie
Artikel 2:1 Organisatiedoelstellingen en formatie
De raad stelt op voorstel van de werkgeverscommissie de organisatiedoelstellingen en formatie van de
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering
van 29 maart 2012.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
w.g. Th.G.L. Greep w.g. H.H. de Vries
Toelichting op de Organisatieverordening raadsgriffie Lingewaard
In artikel 107e, eerste lid van de Gemeentewet wordt de raad de mogelijkheid geboden regels te stellen over
de organisatie van de griffie. De raad is daarmee bevoegd om een organisatieverordening ten aanzien van de griffie vast te stellen, net zoals het college dit kan doen voor wat betreft de organisatie die het college ondersteunt.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Het is van belang dat de raad stilstaat bij wat voor soort griffie hij als ondersteuning wenst te hebben en
dus welke functies hij wenst te zien ingevuld. In dat kader is het van belang de organisatiedoelstellingen
te benoemen en de formatie van de griffie te bepalen.
De raad kan de aansturing van de griffie(r) neerleggen bij de werkgeverscommissie. Deze commissie is
verantwoordelijk voor het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier. De raad
kan verder op basis van de wettelijke instructie de griffier aansturen.
Verder handelt de griffier conform de daarvoor door de raad vastgestelde instructie. Aangezien daarin reeds een bepaling is opgenomen over het afleggen van verantwoording aan de raad, kan het in het VNG-model voorgestelde vierde lid van deze orgenisatieverordening hierover, vervallen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Het is niet efficiënt en doelmatig dat de griffier alle uit de arbeidsvoorwaardenregelingen en de hierop
gebaseerde personele besluiten voortvloeiende technische uitvoeringshandelingen verricht. Dat geldt
evenzeer voor overige bedrijfsvoeringtechnische handelingen (huisvesting, financiën, e.d.). Daarnaast is
het ook van belang de advisering en de overige ondersteuning van bijvoorbeeld een afdeling
Personeelszaken te regelen. In dit kader kunnen indien gewenst dienstverleningsovereenkomsten
afgesloten worden. Om deze overeenkomsten als griffier te kunnen aangaan is het wel noodzakelijk dat
het college op grond van artikel 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid tot het
aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen aan hem mandateert. Zowel de raad als de griffier
moeten expliciet met dit mandaat van het college instemmen.
Naast het mandaat van het college zal de burgemeester, gelet op zijn bevoegdheid neergelegd in artikel
171 van de Gemeentewet, de griffier een algemene volmacht moeten geven.
Gelet echter op de in onze gemeente geldende praktijk op het gebied van ambtelijke bijstand en de bepalingen in de Gemeentewet over de ondersteunende rol van het college (en daarmee de organisatie) aan de werkzaamheden van de raad, wordt dit op dit moment afdoende geacht. De bepalingen vormen dus meer een 'stok achter de deur'.
In het kader van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) moet de gemeente, als publiekrechtelijke
rechtspersoon, worden aangemerkt als onderneming. De griffie en de collegeorganisatie kunnen beiden
worden beschouwd als onderneming en de griffier en de secretaris als bestuurder in de zin van de WOR.
Als zodanig kunnen zij ook optreden als adviseur bij het overleg tussen de vertegenwoordigers van raad