Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Bestuurlijke boete WWB, IOAW en IOAZ |
Citeertitel | Beleidsregels Bestuurlijke boete WWB, IOAW en IOAZ |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Beleidsregels B166/B167 |
Nieuwe regeling
Wet werk en bijstand, artikel 18a, Wet IOAW, artikel 20a en Wet IOAZ, artikel 20a
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-05-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 23-04-2013 Stadsnieuws 2013, 21 | b13.00222 |
Het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving is op
13 oktober 2012 (Stb 484) vastgesteld. In dit besluit is geregeld dat per 1 januari 2013 bij schending van de inlichtingenplicht bestuurlijke boeten worden opgelegd, waar voorheen de uitkering werd afgestemd door middel van een verlaging.
Binnen dit besluit heeft de gemeente de bevoegdheid om nadere regels te stellen met betrekking tot het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing, de hoogte van een boete bij nul-fraude en verminderde verwijtbaarheid.
De belanghebbende is op grond van artikel 17 van de WWB of artikel 13 van de IOAW/IOAZ verplicht aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededelingen te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dan zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand/uitkering.
De belanghebbende dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 7 kalenderdagen na het voordoen van een wijziging in zijn persoonlijke of financiële situatie het college hiervan op de hoogte te stellen. Er is sprake van niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht wanneer de informatie op dag 7 of later van belanghebbende wordt ontvangen.
Het college ziet af van het opleggen van een boete wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Het college ziet ook af van het opleggen van een boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Om af te zien van de boete bij dringende redenen moet onomstotelijk vaststaan dat sprake is van een dermate acute noodsituatie dat het opleggen van een bestuurlijke boete tot onevenredige omstandigheden leidt.
Op grond van artikel 18a van de WWB of 20a van de IOAW/IOAZ ziet het college af van het opleggen van een bestuurlijke boete en volstaat met een het geven van een schriftelijke waarschuwing indien
Indien de inlichtingenplicht wordt geschonden zonder dat sprake is van een benadelingsbedrag en eerder een schriftelijke waarschuwing is afgegeven of een boete is opgelegd bedraagt de boete € 150,00.
Conform de bepalingen van artikel 2 van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten wordt, indien de schending inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag en sprake is van verminderde verwijtbaarheid, de bestuurlijke boete verlaagd naar de helft, te weten € 75,00.
Er is sprake van verminderde verwijtbaarheid wanneer is voldaan aan de criteria van artikel 2a van het Boetebesluit socialezekerheidswetten.
Dit besluit treedt in werking op de dag na zijn bekendmaking.