Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunschoten

Nadere regels Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven)
CiteertitelNadere regels Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-07-2014nieuwe regeling

03-09-2013

Gemeenteblad 2013, 7

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven)

Nadere regels Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten;

gelet op artikel 4:1 van de Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven) en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven);

BESLUIT:

vast te stellen de volgende nadere regels voor de Oude Haven in Spakenburg

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    authentiek vaartuig: een vaartuig dat voldoet aan de criteria van het Nationaal Register Varende Monumenten. Daarmee gelijkgesteld worden botters en het type vaartuigen dat vroeger vanuit Spakenburg op de Zuiderzee en/ of op het IJsselmeer viste, mits zij origineel zijn, inclusief exacte replica’s.

  • b.

    ligplaatshouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een ligplaats;

  • c.

    ligplaats: de ruimte in de haven bestemd voor vaartuigen;

  • d.

    passant: hij die met een vaartuig de haven binnenvaart, dan wel binnenvaart en voornemens is daar een of meerdere nachten te blijven liggen en dit als zodanig kenbaar maakt aan de havenmeester;

  • e.

    Hongdehemel: het gedeelte van de Oude Haven tussen de sluis en de Botterwerf;

  • f.

    Passagiersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk bestemd is voor het bedrijfsmatig vervoer van personen en ligplaats inneemt in de Oude Haven conform het ligplaatsenoverzicht.

Artikel 2 Toepassingsgebied

De nadere regels zijn van toepassing op de haven zoals genoemd in artikel 1:2 van de Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven).

Hoofdstuk 2 Bepalingen over de vergunning

Artikel 3 Te overleggen stukken voor een vergunningaanvraag

Bij de aanvraag voor een ligplaatsvergunning dienen de volgende stukken te worden overlegd:

  • a.

    geldig bewijs van verzekering van het vaartuig;

  • b.

    geldig identiteitsbewijs van de aanvrager;

  • c.

    eigendomsbewijs van het vaartuig;

  • d.

    indien van toepassing een bewijs van authenticiteit van het vaartuig;

  • e.

    indien van toepassing een beschrijving van de historie van het vaartuig;

  • f.

    indien van toepassing een bewijs van originaliteit;

  • g.

    indien van toepassing een bewijs van inschrijving in het Stamboek Ronde en Platbodemjachten.

Artikel 4 Ligplaatsen Oude Haven

  • 1.

    In de Hongdehemel zijn de ligplaatsen uitsluitend bestemd voor botters en het type vaartuigen dat vroeger vanuit Spakenburg op de Zuiderzee en/ of op het IJsselmeer viste, mits zij origineel zijn, inclusief exacte replica’s.

  • 2.

    Vanaf de Hongdehemel tot aan de visafslag zijn ligplaatsen bestemd voor:

    • a.

      het type vaartuig dat vroeger vanuit Spakenburg op de Zuiderzee en/ of het IJsselmeer viste, zoals botters, pluten, wieringer aken en bonzen, met een voorrangspositie voor botters;

    • b.

      authentieke vaartuigen en vaartuigen die ingeschreven staan in het Stamboek voor Ronde en Platbodemjachten, met een voorrangspositie voor vaartuigen die het meest passen in het historisch beeld van de Oude Haven.

  • 3.

    Ten noorden van de visafslag aan de westelijke pier zijn de ligplaatsen bestemd voor een vissersschip, watertankplaats, invalidenopstapplaats en passagiersschepen.

Artikel 5 Wachtlijsten

  • 1.

    Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op wachtlijst I als het gaat om een vaartuig dat vroeger vanuit Spakenburg viste op de Zuiderzee en/ of op het IJsselmeer, zoals botters, pluten, Wieringer aken en bonzen.

  • 2.

    Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op wachtlijst II als het gaat om een authentiek vaartuig of een vaartuig dat ingeschreven staat in het Stamboek voor Ronde en Platbodemjachten.

  • 3.

    Het college houdt een lijst bij van personen die aangeven geïnteresseerd te zijn in een ligplaats, maar nog geen vaartuig hebben.

  • 4.

    Het college registreert bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      De naam en voornamen, BSN-nummer, de geboortedatum en geboorteplaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager, telefoonnummer en e-mailadres;

    • b.

      De datum waarop de aanvraag is ontvangen;

    • c.

      Het type vaartuig, de afmeting van het vaartuig en de naam van het vaartuig.

  • 5.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

Artikel 6 Volgorde van toewijzing ligplaatsen

  • 1.

    Indien voor de toewijzing van een beschikbare ligplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de ligplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      degene die op wachtlijst I staat ingeschreven, in volgorde van inschrijving op deze lijst met een voorrangspositie voor botters;

    • b.

      degene die op wachtlijst II staat ingeschreven, in volgorde van inschrijving op deze lijst met een voorrangspositie voor het vaartuig dat het meest past in het historisch beeld van de Oude Haven;

    • c.

      indien geen ligplaats kan worden toegewezen, krijgt de ingeschrevene van de lijst zoals bedoeld in artikel 5 lid 3, op volgorde van datum registratie, de gelegenheid zich binnen één maand in te schrijven op een wachtlijst zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 en 2.

  • 2.

    Het college bepaalt, in het geval sprake is van een voorrangspositie zoals genoemd in lid 1 onder b, na advies van de museumhavencommissie, aan wie de ligplaats wordt toegewezen. De advisering vindt plaats aan de hand van de toetsingscriteria die zijn opgenomen in de bijlage.

  • 3.

    Een aangeboden ligplaats mag maximaal één keer worden geweigerd. Een tweede aanbod vindt niet eerder plaats dan een half jaar na het eerste aanbod.

Artikel 7 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene voor de tweede keer een aanbod voor een ligplaats niet accepteert;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een ligplaats is verleend;

  • e.

    indien de ingeschrevene niet binnen de gestelde termijn reageert op de vraag van het college of de ingeschrevene nog ingeschreven wenst te staan.

Artikel 8 Ingebruikneming ligplaats

  • 1.

    Binnen één maand moet aangegeven worden of van een aangeboden ligplaats gebruik wordt gemaakt.

  • 2.

    De ligplaats moet binnen drie maanden volgend op de eerstvolgende dag van de maand na toewijzing worden ingenomen.

Artikel 9 Overschrijving ligplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van verkoop of overerven van een passagiersschip of vaartuig dat past in het historisch beeld van de Oude Haven kan de ligplaatsvergunning worden overgeschreven.

  • 2.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na de verkoop van het vaartuig of na het overlijden van de ligplaatshouder.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de ligplaats

Artikel 10 Persoonlijk innemen van de ligplaats

De ligplaatshouder neemt de ligplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de ligplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

Artikel 11 Lengte vaartuigen

De maximale lengte van vaartuigen van ligplaatshouders en passanten in de Oude Haven bedraagt maximaal 20 meter.

Artikel 12 Afwezigheid vanwege vakantie of bijzondere omstandigheden

De ligplaatshouder of passant is verplicht aan de havenmeester mededeling te doen van de tijdstippen waarop men in verband met vakantie of in het geval van bijzondere omstandigheden geen gebruik maakt van de toegewezen ligplaats en deze dan ter beschikking te stellen aan de havenmeester. De termijn mag maximaal zes maanden betreffen. Op grond hiervan kan geen aanspraak gemaakt worden op vermindering van het verschuldigde havengeld.

Artikel 13 Plicht onderhouden vaartuig

Degene aan wie een ligplaats is toegewezen, is gehouden het vaartuig in goede staat te onderhouden. Indien de ligplaatshouder het vaartuig verwaarloost kan het college de ligplaatsvergunning intrekken.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig de nadere regels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regels te dienen doelen.

Artikel 15 Inwerkingtreding

De nadere regels treden in werking op 1 januari 2014.

Artikel 16 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven).

Aldus vastgesteld in de vergadering

van het college van burgemeester en wethouders

van 3 september 2013

de secretaris, de voorzitter,

Drs J. Jennekens M. van de Groep.

Bijlage Toetsingscriteria historisch beeld Oude Haven Spakenburg

Uitwerking van op artikel 6, lid 2 van de ‘Nadere regels Verordening Oude Haven Spakenburg 2014 (Museumhaven)’

Voor de advisering door de museumhavencommissie over een mogelijke voorrangspositie voor het schip dat het meest past in het historisch beeld van de Oude Haven worden in aflopende volgorde van belangrijkheid uitgegaan van de volgende toetsingscriteria:

  • 1.

    Zeilende schepen die werkzaam zijn geweest in het visserijbedrijf in Nederland of daar een directe reconstructie van zijn of een directe relatie hebben met het visserijbedrijf in Nederland, waarbij authentieke schepen voorgaan;

  • 2.

    Schepen die bijdragen aan de vergroting van de diversiteit in de Oude Haven, waarbij authentieke schepen voorgaan;

  • 3.

    Rond- en platbodems;

  • 4.

    Schepen die het meest teruggrijpen op het oorspronkelijk model (de originele stamhouder);

  • 5.

    Hout gaat voor staal;

  • 6.

    Staal gaat voor ander materiaal.

Deze toetsingscriteria treden in werking op 1 januari 2014 en worden aangehaald als ‘Toetsingscriteria Museumhaven Spakenburg’.