Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Mill en Sint Hubert

De Verordening Rekenkamercommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMill en Sint Hubert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDe Verordening Rekenkamercommissie
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-200601-01-2014Onbekend

26-01-2006

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

De Verordening Rekenkamercommissie

 

 

De Verordening Rekenkamercommissie

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    directeur: directeur van de rekenkamercommissie;

  • b.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Mill en St. Hubert

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een rekenkamercommissie.

  • 2.

    de rekenkamercommissie bestaat uit één lid.

Artikel 3 Presidium

  • 1.

    Het presidium heeft de volgende taken:

    • a.

      het aanbevelen van de kandidaten voor het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap in de rekenkamercommissie;

    • b.

      het adviseren van de raad over de rapporten als genoemd in artikel 11;

    • c.

      het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt het enige lid van de rekenkamer als directeur van de rekenkamercommissie voor een periode van 2 jaar.

  • 2.

    Het presidium doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring bevattende:

    • a.

      de mededeling dat hij een benoeming als directeur zal aanvaarden, en

    • b.

      een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.

  • 3.

    Na de periode van 2 jaar stelt de raad opnieuw de rekenkamercommissie in op basis van deze verordening.

Artikel 5 Benoeming plaatsvervangend directeur

  • 1.

    De raad benoemt een plaatsvervangend directeur. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Een plaatsvervangend directeur kan door het Presidium worden opgeroepen voor tijdelijk te vervangen, als dat de directeur door de raad op non-activiteit is gesteld dan wel bij voorziene afwezigheid anderszins.

  • 3.

    De bepalingen van deze verordening zijn op de plaatsvervangend directeur van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De commissie bericht de raad als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

  • 2.

    In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid, van de wet adviseert het Presidium de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van de directeur.

  • 3.

    De commissie adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid.

Artikel 7 Budget

  • 1.

    De directeur is bevoegd binnen een bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van zijn taken.

  • 2.

    De rekenkamercommissie verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid.

  • 3.

    De directeur doet jaarlijks vóór 1 juni een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.

Artikel 8 Vergoeding voor de werkzaamheden van de directeur van de rekenkamercommissie

De vergoeding aan de directeur van de rekenkamercommissie voor de werkzaamheden en de kosten van onderzoek vande rekenkamercommissie worden uitgekeerd op basis van declaraties tot maximaal het door de raad beschikbaar gesteld budget als bedoeld in art. 7.

Artikel 9 Verzoek

De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Rapportage en terugkoppeling

  • 1.

    De rekenkamercommissie stelt de onderzochte partij schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Indien de bevindingen daartoe aanleiding geven kan de rekenkamercommissie ter zake conceptaanbevelingen aan de betrokken partij opnemen.

  • 2.

    De rekenkamercommissie stelt de betrokken partij in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen.

  • 3.

    Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamercommissie haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie gemeente Mill en St. Hubert.

Artikel 12

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Mill en St. Hubert

in zijn openbare vergadering van 26 januari 2006

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Mw. S.A. de Best - Boere Mr. J.Th.C.M. Verheijen.