Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening Bedrijventerreinen Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt |
Citeertitel | Beheersverordening Bedrijventerreinen Steenwijk, Vollenhove en Oldemarkt |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De bij de beheersverordening Buitengebied Steenwijkerland behorende verbeelding (plankaart) is digitaal beschikbaar via de volgende link:
http://www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/roo/bestemmingsplannen?planidn=NL.IMRO.1708.BuitengebiedSTWBV-VA01
-
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-06-2013 | Nieuwe regeling | 18-06-2013 Gemeenteblad 2013, nr. 19 | 2013/53 |
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Artikel 5 Bedrijf - Gasontvangstation
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 10 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 16 Wonen - Woonschepen
Artikel 18 Waarde - Archeologie 1
Artikel 19 Waarde - Archeologie 2
Artikel 20 Waterstaat - Waterkering
Artikel 22 Algemene bouwregels
Artikel 23 Algemene gebruiksregels
Artikel 24 Algemene aanduidingsregels
Artikel 25 Algemene afwijkingsregels
Artikel 26 Algemene procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
de beheersverordening 'Bedrijventerreinen' van de gemeente Steenwijkerland.
het gebied waarop de beheersverordening 'Bedrijventerreinen' van de gemeente Steenwijkerland van toepassing is, bestaande uit de geometrisch bepaalde objecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1708.BTvlhstwoldBV-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aan huis verbonden bedrijf:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid dat op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, niet zijnde detailhandel, behoudens de ondergeschikte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
1.7 aan huis verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, niet zijnde detailhandel, behoudens de ondergeschikte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1,00 meter van de voorkant van het hoofdgebouw.
Een bouwwerk of container, al dan niet ondergronds, welke dient voor de inzameling van afval alsmede goederen die na bewerking voor wedergebruik in aanmerking komen.
het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waaronder tevens wordt verstaan een productiegerichte paardenhouderij, niet zijnde een agrarische nevenactiviteit.
1.12 agrarisch bedrijfsmatig gebruik:
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, ten behoeve van een agrarisch bedrijf met een omvang van minimaal 40 NGE.
1.13 agrarisch hobbymatig gebruik:
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren met een omvang van maximaal 20 NGE.
een agrarische activiteit waarvan de productie afhankelijk is van het voortbrengend vermogen
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, ondergeschikt aan de woonfunctie. Wanneer deze activiteit in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen plaatsvindt, dient de omvang van de activiteit zodanig te zijn dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.17 archeologische deskundige:
de provinciaal, gemeentelijk of regionaal archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie.
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument.
1.19 archeologische verwachting:
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
de aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik en/of detaillering.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw welk is bestemd en/of wordt gebruikt om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen.
1.22 bebouwde kom in verband met archeologie:
voor het bepalen van de bebouwde kom als genoemd in artikel Waarde - Archeologie 1 en artikel Waarde - Archeologie 2 wordt aangesloten bij de bebouwde kom volgens de Wegenwet.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een in de verbeelding of regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
het aanbieden van recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen gericht op kortdurend verblijf, niet zijnde de uitoefening van een hotel, pension of ander bedrijf. Hieronder wordt niet verstaan het overnachten, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijk of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten. Aan huis verbonden beroepen en bedrijven niet daaronder begrepen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon deelnemen aan het economisch verkeer al dan niet met winstoogmerk, en activiteiten die hiermee naar aard, omvang en regelmaat zijn gelijk te stellen.
een gebouw ten behoeve van de huisvesting van twee of meer bedrijven.
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor één huishouden waarvan de huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw en/of terrein.
het gedeelte van een gebouw dat gelijk is aan het natuurlijk oppervlak van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aansluitende maaiveld of de gemiddelde hoogte daarvan.
1.33 beperkt kwetsbaar object:
objecten, niet zijnde een kwetsbaar of bijzonder kwetsbaar object bestemd voor regelmatig of vast verblijf van mensen.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde gebruiksvorm.
situatie ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening.
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.39 bijzonder kwetsbaar object:
een gebouw met bijbehorende grond dat bestemd is voor gebruik door of verblijf van personen met lichamelijke of geestelijke beperkingen of voor het opsluiten van personen voor langere tijd, waardoor deze personen geen of gering vermogen hebben zich zelfstandig binnen korte tijd in veiligheid te brengen of bescherming te zoeken voor dreigend gevaar door het vrijkomen van een gevaarlijke stof;
appartement in een daarvoor ingericht bedrijfsgebouw op een agrarisch bedrijf, ten behoeve
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vaste (of beweegbare) verbinding voor het verkeer tussen twee punten die door water gescheiden zijn.
1.49 buitenopslag/open opslag:
het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke.
een bouwwerk met tenminste een dak en niet, of aan maximaal twee zijden van wanden voorzien, inclusief bestaande wanden.
1.51 complementair daghorecabedrijf:
een aan de hoofdfunctie ondergeschikt horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van dranken en etenswaren.
1.52 consument verzorgend ambacht/consument verzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten:
het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het aan huis verbonden beroep, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteit zodanig is dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
1.53 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat ontstaan is door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden.
een uitwendige scheidingsconstructie als bovenafsluiting van een bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren, van goederen aan diegenen die, die goederen kopen respectievelijk huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.57 detailhandel in volumineuze goederen:
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief grote oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, motoren, boten, caravans, tenten, tuincentra (inclusief dierverzorgingsartikelen), detailhandel in grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen, detailhandel in keukens en badkamers (inclusief tegels en sanitair), woninginrichting mits groter dan 1.000 m²), bouwmarkten, detailhandel in zonwering, vijvers, zwembaden en tuinhuisjes en detailhandel in auto accessoires in directe relatie met inbouw.
bedrijf of instelling voor het bedrijfsmatig verrichten van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder in ieder geval zijn begrepen een kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, uitzendbureau, stomerij, wasserette, apotheek, reisbureau en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf, een horecabedrijf, een centrum voor fysiotherapie, een fitnesscentrum, een seksinrichting en een coffeeshop.
1.59 draadomheining en draaderfafscheiding:
een omheining of erfafscheiding bestaande uit één of meerdere evenwijdig aan elkaar lopende of haaks op elkaar staande draden.
bouwlaag ter plaatse van de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
afscheiding welke op een grens tussen twee erven is geplaatst.
een ondergeschikte uitbouw op de begane grond van de woning, die strekt ter vergroting van het woongenot. Een erker is gelegen aan de verblijfsruimte en zorgt voor een verbijzondering van de voor- of zijgevel zonder de architectuur wezenlijk aan te tasten. Een erker heeft een diepte van maximaal 1,00 meter en is aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas.
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.66 geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld.
de bouwgrens die (nagenoeg) gelijk loopt aan de as van de weg of het water waarin een (of meer) gevel(s) van een gebouw is (zijn) geplaatst en die is gelegen aan de weg grenzende perceelsgrens, ofwel de gevellijn als aangeduid op de kaart.
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke slaapzalen en/of kamers.
1.69 grondgebonden agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf waarvan de productie in overwegende mate afhankelijk is van het
voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
een inrichting die is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen: cafetaria / snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon / ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verkopen van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productietechnische bedrijven).
afmeergelegenheid en ligplaats ten behoeve van pleziervaartuigen, daaronder tevens begrepen recreatief nachtverblijf.
enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1 lid 1a van de Wabo een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is. Eén en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een drink- en eetgelegenheid die zich bevindt bij bedrijven, scholen, sportvoorzieningen of andere instanties en die ondergeschikt is aan en uitsluitend ten dienste staat van de hoofdfunctie.
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard.
1.78 kleinschalig kampeerterrein (mini-camping):
terrein of plaats met maximaal 15 kampeerplaatsen, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, gedurende de periode van 15 maart tot 1 november van elk kalenderjaar.
1.79 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
de in Bijlage 2 (Bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
technische voorziening op de oever bestemd voor overslag van goederen uit of in schepen.
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging.
1.84 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.
zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.
de beïnvloeding van de fysieke omgeving door het veroorzaken van lawaai, stank, hinder en/of door de uitworp van schadelijk (afval-)stoffen daarin.
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1 bij de regels).
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht ondergeschikt is aan de op de ingevolge deze verordening toegestane hoofdfunctie op een perceel.
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een gedeelte van een gebouw, dat is gelegen binnen de buitenwerkse gevelvlakken en wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven het peil is gelegen.
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie, maar indien dat in de bestemmingsomschrijving niet expliciet is aangegeven aan die functie niet ten dienste hoeft te staan c.q. daar functioneel mee verbonden hoeft te zijn.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief verblijf.
1.95 openbare nutsvoorziening:
een gebouw of bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
het bewaren van goederen, materialen en stoffen, al dan niet in combinatie met de productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een dak, dat niet of slechts aan één zijde is voorzien van een (bestaande) wand.
een onoverdekte, als zodanig herkenbare ruimte, al dan niet omsloten, bedoeld voor het trainen, rijden en berijden van paarden en pony's.
een al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
het gedurende een aaneengesloten periode plaatsen van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
bewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen van een gebouw, dan wel een gedeelte daarvan, als hoofdverblijf.
op de grens van of op een plaats buiten een inrichting aanwezige kans op overlijden van een persoon die gedurende een jaar onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven als gevolg van een ongeval binnen die inrichting, waarbij deze kans is bepaald op grond van regels die daarvoor gelden als vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.104 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.
1.107 recreatief nachtverblijf:
verblijf door recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
het medegebruik van gronden voor recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, sportvisserijen, alsmede route-ondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.
een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO'99) of het Vuurwerkbesluit.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
een bouwwerk dat aan dieren de gelegenheid biedt te schuilen tegen weersinvloeden, waarbij de dieren vrij in en uit kunnen lopen.
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
een gebouw, of een gedeelte van een gebouw bij een benzinestation waar behalve autogerelateerde artikelen bij wijze van serviceverlening ook artikelen als bijvoorbeeld lectuur, dranken, ijs, en daarmee vergelijkbare versnaperingen en artikelen worden verkocht.
een dakopbouw die is gelegen ten minste 2,00 meter achter de denkbeeldige verticaal doorgetrokken voorgevel van een gebouw en die een hoogte heeft van maximaal 3,50 meter, gemeten vanaf de bovenkant van de desbetreffende verdiepingsvloer.
een bouwwerk dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarische bedrijf.
een ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is.
opslag van goederen die naar hun aard weinig verplaatsing behoeven, zoals bijvoorbeeld caravans, campers, boten en (klassieke) auto's.
1.118 Staat van bedrijfsactiviteiten:
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, oplaadpunten voor elektrische auto's, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
een gebouw of een ruimte in een gebouw, welke door zijn inrichting of indeling kennelijk bedoeld is voor detailhandel in (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen door middel van zelfbediening.
een plek van een horecagelegenheid waar men buiten kan zitten.
een gebouw of een gedeelte daarvan waar overdag bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt.
het bedrijfsmatig uitoefenen van detailhandelsactiviteiten ten behoeve van de verkoop van bloemen, planten, heesters en bomen alsmede de voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen, parken, plantsoenen en bosschages benodigde hulpmiddelen en gereedschappen.
een verankerde, menstoegankelijke kas met een tijdelijk karakter, behorende bij een vollegrondsgroente-, bloemen-, planten- en boomteeltbedrijf ter teeltondersteuning.
alle soorten van varende en drijvende voorwerpen welke gebezigd kunnen worden en/of ingericht zijn voor vervoer te water van personen en /of goederen waaronder mede vaartuigen dienende tot beoefening van de watersport of in gebruik ten behoeve van de sportvisserij, evenals vaartuigen dienende tot uitvoering van werkzaamheden onder in of boven water zoals baggermolens, zandbakken, vlotten en drijvende inrichtingen, elevators, dokken, sleepboten, duwboten en daarmee gelijk te stellen vaartuigen alsmede woonschepen.
de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan of beheersverordening conform het gestelde in de Regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening 2008. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze verstaan.
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat.
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag, welke is gelegen ter plaatse van de begane grond.
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers.
1.131 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de
detailhandel, niet zijnde de netto-vloeroppervlakte.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg of het water en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
1.133 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerplaatsen.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer zelfstandige woningen.
een object te water, zijnde een woonboot, niet zijnde een woonschip of woonvaartuig, dat feitelijk niet geschikt is om mee te varen en dat wordt gebruikt als of is bestemd tot woon- en/of nachtverblijf.
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk en zelfstandig huishouden.
een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, zijnde een woonboot die aan romp en opbouw herkenbaar is als een van origine varend schip met een authentieke opbouw.
1.140 zakelijke dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals banken, verzekeringswezen, exploitatie van handel in onroerende zaken, adviesbureaus en verhuurbedrijven, met uitsluiting van detailhandel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.2 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.7 de horizontale diepte van een bouwwerk:
de lengte van een bouwwerk, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
2.10 de ondergeschikte bouwdelen:
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,00 meter.
2.11 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.12 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
3.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen géén bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
3. 4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van paardenbak
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.3 ten behoeve van het gebruik van gronden als paardenbak, met dien verstande dat:
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
4.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (4.2.2 tot en met 4.2.5).
4.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het overige gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
4.3.2 Aan huis verbonden beroepen
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van nevenactiviteiten
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4.3, ten behoeve van de volgende ondergeschikte nevenactiviteiten naast de agrarische bedrijfsfunctie:
bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten die behoren tot milieucategorie 1 en 2 die zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten (1 bij deze regels) en/of daarmee qua milieueffecten gelijk te stellen bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten, tot maximaal van 35% van de oppervlakte van de bedrijfsbebouwing;
4.4.2 Afwijken van gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.3, ten behoeve van mantelzorg in de woning of in bestaande vrijstaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
Artikel 5 Bedrijf - Gasontvangstation
De voor 'Bedrijf - Gasontvangstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
5.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Bedrijf - Gasontvangstation' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (5.2.2 tot en met 5.2.3).
5.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het overige gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen, met de daarbij behorende voorzieningen.
6.1.2 Mede gebruiksvorm en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (6.2.2 tot en met 6.2.3).
6.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het overige gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en met dien verstande dat de volgende milieuzonering in acht wordt genomen:
uitsluitend een jachthaven en de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen uitstalruimten, onderhoud en werkplaatsen voor onderhoud en reparatie en andere dienstruimten met daarbij behorende activiteiten waaronder begrepen de reparatie van boten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
7.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (7.2.2 tot en met 7.2.7).
7.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
7.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 10,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter mag bedragen en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter mag bedragen.
Voor het overige gelden de volgende regels:
Arbeids- en bezoekersextensieve bedrijven (loodsen, opslag en transportbedrijf) | ||
Arbeidsintensieve en bezoekersintensieve bedrijven (industrie, laboratorium, werkplaats) | ||
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijken van de bouwregels ten aanzien van het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.7 ten aanzien:
het verhogen van het maximum bebouwingspercentage tot 85%, indien de aard of het type bedrijf daartoe noodzaakt of wanneer dit uit een oogpunt van duurzaam ruimtegebruik, in de vorm van dubbel ruimtegebruik (gecombineerde functies) als intensief en meervoudig ruimtegebruik door verticale stapeling van functies (dubbel ruimtegebruik), wenselijk is;
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de gebruiksvorm als bedoeld in artikel 7.1, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
7.4.2 Aan huis verbonden beroepen
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
7.4.3 Recreatief nachtverblijf
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte goederen als nevenactiviteit
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 7.4, ten behoeve van het gebruik voor detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte goederen als nevenactiviteit naast de bedrijfsfunctie, met dien verstande dat:
7.5.2 Afwijken van de gebruiksregels ten aanzien van het vestigen van andere bedrijven
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de milieusituatie, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 7.1.1 onder b. ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een hogere milieucategorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 6.1.1, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 6.1.1, maar niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten, als bedoeld in Bijlage 1 bij de regels, wordt genoemd, met dien verstande dat:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
8.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde:
Voor het overige gelden de volgende regels:
8.3 Afwijken van de gebruiksregels
8.3.1 Afwijken van de gebruiksregels voor het verbreden van wegen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.1 ten behoeve van het verbreden van aan de bestemming grenzende wegen of voor de aanleg van fietspaden, onder de voorwaarden dat:
8.3.2 Afwijken van de gebruiksregels voor het realiseren van parkeerplaatsen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.1 ten behoeve van het realiseren van parkeerplaatsen onder de voorwaarden dat:
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 8.4.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 8.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
9.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
9.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de gebruiksvormen van het besluitvlak 'Maatschappelijk' wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Artikel 10 Maatschappelijk - Begraafplaats
10.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
10.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (10.2.2).
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 10.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
10.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de gebruiksvorm als beoeld in artikel 10.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
11.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
11.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
11.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
11.3 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de gebruiksvorm als bedoeld in artikel 11.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
12.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen.
12.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
12.3 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de gebruiksvorm als bedoeld in artikel 12.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
13.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
13.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (artikel 13.2.2 tot en met 13.2.3).
13.2.2 Gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen
Voor het bouwen van gebouwen ten dienste van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het overige gelden de volgende regels:
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Afwijken van de bouwregels ten aanzien van het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.3 ten aanzien van het plaatsen van masten ten behoeve van telecommunicatie en alarmering, welke niet vergunningsvrij zijn, met dien verstande dat:
14.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
14.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
14.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend verkeerstekens worden gebouwd alsmede aanlegsteigers ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger'.
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwwerken, geen gebouw zijnde
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.2, ten behoeve van het bouwen van aanlegsteigers, kademuren en oeverbeschoeiingen, met dien verstande dat:
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 14.4.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 14.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 14.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
15.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
15.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van de volgende regels (15.2.2 tot en met 15.2.5).
15.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
15.2.3 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
Voor zover de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen de maximale oppervlakte zoals vermeld in artikel 15.2.3 lid a overschrijdt, mag indien het meerdere wordt gesloopt, 75% van de gesloopte oppervlakte van een gebouw worden teruggebouwd.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 15.2.2, ten behoeve van het verkleinen van de dakhelling tot 0°, met dien verstande dat:
15.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de gebruiksvorm als beoeld in artikel 15.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
15.4.2 Aan huis verbonden beroepen
Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.5.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van aan huis verbonden bedrijven
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 15.4, ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf als opgenomen in het overzicht aan huis gebonden bedrijven (Bijlage 2 bij deze regels), met dien verstande dat:
maximaal in totaal 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden bedrijf, tot een maximum van 25 m², met dien verstande dat niet meer dan 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van de in het onderhavige artikel en de artikelen 15.5.2, 15.5.3 en/of 15.5.4 genoemde nevenactiviteiten tezamen;
15.5.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van detailhandel als ondergeschikte activiteit
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.4, ten behoeve van het gebruik voor detailhandel als ondergeschikte activiteit, met dien verstande dat:
maximaal 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt als verkoopruimte en productieruimte, met dien verstande dat niet meer dan 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van de in het onderhavige artikel en de artikelen 15.5.1, 15.5.3 en/of 15.5.4 genoemde nevenactiviteiten tezamen;
15.5.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van complementaire daghoreca
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 15.4, ten behoeve van complementaire daghoreca, met dien verstande dat:
maximaal 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt voor de horeca-activiteiten, met dien verstande dat niet meer dan 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van de in het onderhavige artikel en de artikelen 15.5.1, 15.5.2 en/of 15.5.4 genoemde nevenactiviteiten tezamen;
15.5.4 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van bed & breakfast
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.4 , ten behoeve van een bed en breakfast, met dien verstande dat:
maximaal 35% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw voor bed- en breakfast activiteiten mag worden gebruikt, met dien verstande dat niet meer dan 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte mag worden gebruikt ten behoeve van de in het onderhavige artikel en de artikelen 15.5.1, 15.5.2 en/of 15.5.3 genoemde nevenactiviteiten tezamen;
15.5.5 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg in vrijstaande bijgebouwen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.4, ten behoeve van mantelzorg in de woning of in bestaande vrijstaande bijgebouwen, met dien verstande dat:
15.5.6 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van woningsplitsing
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 15.4, ten behoeve van splitsing van bestaande woningen, met dien verstande dat:
Artikel 16 Wonen - Woonschepen
16.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Wonen - Woonschepen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
16.1.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen mede gebruiksvormen van de besluitvlakken en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Wonen - Woonschepen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:
16.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het vergroten van de afmetingen van een woonschip, woonboot en/of woonark
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.1, ten behoeve van het vergroten van de afmetingen van een woonschip, woonboot en/of woonark, met dien verstande dat:
16.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de gebruiksvorm als bedoeld in artikel 16.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
17.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende gebruiksvorm(en), mede bestemd voor een ondergrondse hogedruk gastransportleiding en de daarbij behorende voorzieningen.
17.1.2 Gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
17.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwen gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouw zijnde
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 17.2.1, ten behoeve van het bouwen van gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 17.4.1 is niet van toepassing op:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 17.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Artikel 18 Waarde - Archeologie 1
18.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende gebruiksvorm(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
18.1.2 Gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
18.2.1 Onderzoek ten behoeve van verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het bouwen en/of vergroten van gebouwen en/of bouwwerken, waarbij de bestaande bebouwing wordt vergroot met een oppervlakte van meer dan 100 m² en/of de bestaande fundering niet wordt benut, dient door de aanvrager een aanvullend en/of definitief archeologisch rapport te worden overgelegd waarin naar het oordeel van het bevoegd gezag:
18.2.2 Voorwaarden verlening omgevingsvergunning voor het bouwen
Indien uit het in artikel 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 18.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 18.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien mede op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.3.1 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 1 dient een rapport te overleggen waarin naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
18.3.5 Voorschriften omgevingsvergunning
Indien uit het in artikel 18.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Artikel 19 Waarde - Archeologie 2
19.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende gebruiksvorm(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
19.1.2 Gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
19.2.1 Onderzoek ten behoeve van verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen
19.2.2 Voorwaarden verlening omgevingsvergunning voor het bouwen
Indien uit het in artikel 19.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 19.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 19.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien mede op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.3 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 2' dient een rapport te overleggen waarin naar het oordeel van burgemeester en wethouders:
19.3.5 Voorschriften omgevingsvergunning
Indien uit het in artikel 19.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Artikel 20 Waterstaat - Waterkering
20.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende gebruiksvorm(en), mede bestemd voor:
20.1.2 Gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen gebruiksvormen, mede gebruiksvormen en aanduidingen als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
20.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de gebruiksvorm, waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 meter bedraagt.
20.3 Afwijken van de bouwregels
20.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het oprichten van gebouwen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 20.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
20.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk20.4.1 Vergunningplicht
Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren en/of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in artikel 20.4.1 is niet van toepassing op:
De in 20.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige en waterkerende functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij het bevoegde waterschapsgezag.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 22 Algemene bouwregels
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Artikel 23 Algemene gebruiksregels
Het is verboden de gronden en bouwwerken in deze verordening te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven gebruiksvorm(en).
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de verordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Artikel 24 Algemene aanduidingsregels
Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie mogen géén nieuwe geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 24.1.1, met dien verstande dat de geluidsbelasting vanwege industrielawaai op de gevels van de te realiseren geluidgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde.
24.1.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige gebouwen als geluidsgevoelige gebouwen.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - spoor' mogen géén geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.1, met dien verstande dat de geluidbelasting vanwege spoorweglawaai op de gevels van de te realiseren geluidgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde.
24.3 overig - gezoneerd industrieterrein
Ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zijn de gronden aangewezen als gezoneerd industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder.
24.4 veiligheidszone - gasontvangstation
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - gasontvangstation mogen géén kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - LPG mogen géén kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
24.6 veiligheidszone - vuurwerkopslag
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - vuurwerkopslag mogen géén kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Artikel 25 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.
25.2 Kleine bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van het bepaalde in de mede gebruiksvormen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouw- en/of gebruiksregels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, pinautomaten, afval- en glascontainers en dergelijke, met dien verstande dat:
25.3 Functiewijzigingen onbebouwde gronden
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in de mede gebruiksvormen en (gebieds)aanduidingen als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de gebruiksregels voor een wijziging van het gebruik van onbebouwde gronden, zonder dat daarbij wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 26 Algemene procedureregels
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.
27.2.1 Voorrang mede gebruiksvorm van een besluitvlak
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een gebruiksvorm van een besluitvlak en een mede gebruiksvorm van een besluitvlak gaat het belang van de gebruiksvorm van het besluitvlak voor.
27.2.2 Mede gebruiksvormen en aanduidingen
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de medegebruiksvorm van besluitvlakken geldt dat mede gebruiksvormen van besluitvlakken gericht op het in stand houden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven mede gebruiksvormen van besluitvlakken met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de mede gebruiksvormen van de besluitvlakken:
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
28.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegde gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.