Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goes

42.5 Cafetariamodel - bestedingsmogelijkheid vergoeding woon-werkverkeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling42.5 Cafetariamodel - bestedingsmogelijkheid vergoeding woon-werkverkeer
CiteertitelCafetariamodel - bestedingsmogelijkheid vergoeding woon-werkverkeer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 125 Ambtenarenwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-08-200601-01-200601-01-2017Onbekend

10-08-2006

Onbekend

2006/3692

Tekst van de regeling

Intitulé

42.5 Cafetariamodel - bestedingsmogelijkheid vergoeding woon-werkverkeer

 

 

42.5 Cafetariamodel - bestedingsmogelijkheid vergoeding woon-werkverkeer

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    werknemer: degene die is aangesteld bij de gemeente Goes op grond van de CAR/UWO.

  • b

    werkgever: het college van burgemeester en wethouders van Goes.

Voor de toepassing van deze regeling worden niet als werknemers beschouwd de personen die zijn opgesomd in artikel 1:2 sub a t/m g van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten.

Artikel 2 Woon-werkverkeer

De vergoeding woon-werkverkeer van de werknemer wordt aangemerkt als een door de werkgever vastgestelde bestedingsmogelijkheid in het kader van het cafetariamodel.

Artikel 3 Deelname

De werknemer die op jaarbasis ten minste 150 dagen de vaste plaats van tewerkstelling bezoekt, kan deelnemen aan het cafetariamodel woon-werkverkeer mits de werknemer geen reiskostenvergoeding woon-werkverkeer ontvangt.

Artikel 4 Berekening

Voor de berekening van het bedrag voor woon-werkverkeer dat in aanmerking mag worden genomen voor het cafetariamodel wordt uitgegaan van de door de belastingdienst voor de berekening van de vaste reiskostenvergoeding vastgestelde 214 gewerkte dagen per kalenderjaar. Bij dit aantal is rekening gehouden met reisonderbrekingen voor bijvoorbeeld incidenteel thuiswerken, ziekte, vakantie en verlof. Het saldo van 214 wordt vermenigvuldigd met de totale reisafstand per dag van en naar de vaste plaats van tewerkstelling. Deze reisafstand op jaarbasis wordt vermenigvuldigd met de maximale onbelaste vergoeding voor zakelijke kilometers. Het berekende bedrag is de onbelaste reiskostenvergoeding per kalenderjaar.

Het in het eerste lid genoemde gewerkte dagen en de in artikel 3 genoemde dagen worden naar evenredigheid aangepast indien:

  • -

    de werknemer op minder dan 5 dagen per week werkt;

  • -

    de dienstbetrekking in de loop van het kalenderjaar begint of eindigt;

  • -

    de reisafstand voor de werknemer door bijvoorbeeld een overplaatsing of verhuizing wijzigt;

  • -

    de toegekende reiskostenvergoeding (tijdelijk) stopt.

De herrekenende dagen op grond van het vorige lid worden naar beneden toe afgerond op hele dagen.

Artikel 5 Reisafstand

De totale reisafstand per dag zoals bedoeld in artikel 4 wordt berekend op basis van de straat, postcode en huisnummer met het routeplannerprogramma  ROUTENET (www.routenet.nl) volgens de routeoptie "optimaal".

Extra kilometers gemaakt om thuis te lunchen of gemaakt uit andere privé-overwegingen mogen niet worden meegenomen in de berekening.

Extra kilometers die een werknemer maakt als gevolg van overwerk mogen eveneens niet worden meegenomen in de berekening.

Artikel 6 Nacalculatie

Als de totale reisafstand van en naar de vaste plaats van tewerkstelling meer is dan 150 kilometer, vindt nacalculatie plaats van het bedrag voor woon-werkverkeer. Als bij nacalculatie blijkt dat het bedrag voor woon-werkverkeer voor een deel bovenmatig is, wordt dit bovenmatige deel tot het loon gerekend of dient dit te worden terugbetaald. De nacalculatie vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar of, als de dienstbetrekking tijdens het kalenderjaar eindigt, in het loontijdvak dat volgt op de maand waarin de dienstbetrekking eindigt.

De werknemer met een reisafstand van en naar de vaste plaats van tewerkstelling van meer dan 150 kilometers, is verplicht een deugdelijke administratie bij te houden van het aantal dagen per jaar dat de plaats van tewerkstelling is bezocht ten behoeve van de verplichte nacalculatie. Deze administratie dient jaarlijks te worden overlegd aan de salarisadministratie van de afdeling P&O.

Indien in het Belastingplan 2007 de verplichte nacalculatie vervalt, is artikel 6 voor toegekende vergoedingen vanaf 1 januari 2007 niet meer van toepassing.

Artikel 7 Opschorting

Deelname aan het cafetariamodel vergoeding woon-werkverkeer wordt niet opgeschort tijdens kortstondige afwezigheid van maximaal zes aaneensluitende weken. Na zes aaneensluitende weken afwezigheid vindt opschorting plaats.

Als langdurige afwezigheid van de werknemer wordt verwacht, mag deelname aan het cafetariamodel gedurende de lopende en de eerstvolgende kalendermaand nog plaatsvinden. Daarna vindt opschorting plaats.

Na opschorting zoals bedoeld in het eerste en tweede lid is deelname pas weer toegestaan vanaf de eerste van de kalendermaand volgend op de maand van werkhervatting.

Artikel 8 Aanvraag

Werknemer die gebruik wil maken van de bestedingsmogelijkheid vergoeding woon-werkverkeer verzoekt om deelname bij werkgever middels het indienen van het formulier “Cafetariamodel vergoeding woon-werkverkeer”. Tevens overlegt de werknemer het formulier "Aanvulling op de akte van aanstelling".

Deelname aan het cafetariamodel kan alleen plaatsvinden met ingang van de eerste van de kalendermaand en kan alleen betrekking hebben op nog niet verstreken kalenderjaren.

Artikel 9 Bronnen

Werkgever kan op verzoek van werknemer:

  • a

    het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, voor zover dat uitgaat boven het wettelijk minimumloon;

  • b

    de vakantietoelage, als bedoeld in artikel 6:3, voor zover dat uitgaat boven de wettelijk minimumvakantietoeslag;

  • c

    de eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3:6;

verlagen voor een onbelaste vergoeding voor woon-werkverkeer.

Een combinatie van de componenten genoemd in het eerste lid is mogelijk.

Artikel 10 Onbelaste vergoeding

De uitbetaling van de onbelaste vergoeding vindt gelijktijdig plaats onder verlaging van de aangegeven looncomponenten:

  • a

    bij de keuze van (een deel van) de looncomponent vakantietoelage vindt de verlaging van de component en de uitbetaling van de vergoeding plaats (voor dat deel) in de maand mei, en

  • b

    bij de keuze van (een deel van) de looncomponent eindejaarsuitkering vindt de verlaging van de component en de uitbetaling van de vergoeding plaats (voor dat deel) in de maand december.

Indien een of meer voornoemde looncomponenten tezamen gaat met de verlaging (een deel van) de looncomponent salaris, zal de werkgever in overleg met de werknemer bepalen in welke maanden de verlaging van deze looncomponent en uitbetaling van de vergoeding voor dat deel plaatsvindt.

Alleen indien de werknemer heeft gekozen voor verlaging van alleen de looncomponent salaris, zal de onbelaste vergoeding onder gelijktijdige verlaging van deze component maandelijks betaalbaar worden gesteld.

Artikel 11 Wijzigingen

De vergoeding wordt aangepast als de omstandigheden wijzigen. Gewijzigde omstandigheden kunnen zijn: verhuizing van werknemer en het structureel op minder of meer dagen gaan werken van werknemer.

De werknemer is verplicht om de wijzigingen tijdig door te geven aan de werkgever.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “cafetariamodel - bestedingsmogelijkheid vergoeding woon-werkverkeer" en wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2006.