Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goes

40.2 Richtlijnen bezoldigingsbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling40.2 Richtlijnen bezoldigingsbeleid
CiteertitelRichtlijnen Bezoldigingsbeleid Goes 1993
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 125 Ambtenarenwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Artikel 3.1 CAR/UWO

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-199301-01-2017Onbekend

01-06-1993

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

40.2 Richtlijnen bezoldigingsbeleid

 

 

40.2 Richtlijnen bezoldigingsbeleid

Artikel 1 Algemene bepalingen

In deze richtlijnen wordt verstaan onder:

  • a

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b

    functieschaal: de schaal, die aan de hand van het systeem van functiewaardering als omschreven in de "Regeling functiewaardering formatieplaatsen Goes 1993" voor de betreffende formatieplaats is vastgesteld;

  • c

    aanloopschaal: de schaal direct onder de functieschaal;

  • d

    uitloopschaal: de schaal zoals omschreven in artikel 12 eerste lid van de bezoldigingsregeling;

  • e

    bandbreedte: aanloop- en functieschaal.

Artikel 2 Algemene bepalingen

Het niveau van de functie wordt vastgesteld volgens de "Regeling functiewaardering formatieplaatsen Goes 1993" en met behulp van de daarbij behorende conversietabel uitgedrukt in een aan de functie te verbinden schaal, de zogeheten functieschaal.

Salarisschaal 3 kent geen aanloopschaal.

De aan de functie verbonden bezwarende omstandigheden zijn niet opgenomen in het systeem van de functiewaardering, omdat ervan wordt uitgegaan dat deze bezwaren in principe zoveel mogelijk moeten worden verminderd door gepaste technische en/of organisatorische voorzieningen. Voor zover dit niet mogelijk is kunnen zij afhankelijk van de bezwaren gecompenseerd worden buiten de beloningssfeer of met toepassing van regels, als bedoeld in de "Bezoldigingsregeling Goes 1993".

De wijze waarop de ambtenaar zijn functie vervult, zal worden vastgesteld door middel van een beoordeling van zijn prestaties en gedragingen. Deze beoordeling zal plaatshebben volgens de Regeling voor functionerings-, beoordelings- en loopbaangesprekken.

Artikel 3 Bepaling bezoldiging bij aanstelling

Aanstelling vindt in principe plaats in de aanloopschaal waarbij de salariëring geschiedt volgens de bij deze functie behorende salarisschaal.

In bijzondere gevallen kan de aanstelling plaatsvinden in de functieschaal.

Artikel 4 Bevordering van de aanloopschaal naar de functieschaal

De bevordering naar de functieschaal vindt plaats als de ambtenaar:

  • a

    de functie volledig vervult;

  • b

    voldoet aan de eisen die aan de functievervulling zijn verbonden;

  • c

    ten minste 12 maanden in de aanloopschaal dienst heeft gedaan.

Een en ander wordt bepaald aan de hand van de in artikel 2, lid 4 bedoelde beoordeling.  

Artikel 5 Bezoldiging binnen de bandbreedte

Een normale periodieke verhoging wordt toegekend als de functie op een voldoende wijze wordt vervuld. Er vindt geen beoordeling plaats als bedoeld in artikel 2, lid 4.

Onthouding van de normale periodieke verhoging kan plaatsvinden indien er geen sprake is van tenminste normaal functioneren op grond van een beoordeling als bedoeld in artikel 2, lid 4.

Een extra periodieke verhoging kan worden toegekend, als de ambtenaar in zijn functievervulling uitgaat boven de daaraan gestelde eisen op grond van een beoordeling als bedoeld in artikel 2, lid 4.

Twee extra periodieke verhogingen kunnen worden toegekend, als de ambtenaar in opvallende mate in zijn functievervulling uitgaat boven de daaraan gestelde eisen op grond van een beoordeling als bedoeld in artikel 2, lid 4.

Toekenning van extra periodieke verhogingen is slechts mogelijk tot het maximum van de schaal waarnaar de ambtenaar wordt gesalarieerd.

Toepassing van het bepaalde in lid 3 vindt slechts tweemaal plaats in dezelfde salarisschaal. Toepassing van het bepaalde in lid 4 vindt slechts éénmaal plaats in dezelfde salarisschaal.

Een gratificatie in verband met het functioneren kan alleen aan de ambtenaar worden toegekend als hij incidenteel een bijzondere prestatie levert. Deze prestatie kan van kwantitatieve of van kwalitatieve aard zijn. Er vindt geen beoordeling plaats als bedoeld in artikel 2, lid 4.

Voor een uitzonderlijke prestatie die vooraf en in tijd is bepaald kan een tijdelijke toelage per maand worden toegekend, met dien verstande dat deze toelage vermeerderd met het salaris van de ambtenaar het hoogste bedrag van de naasthogere schaal niet overschrijdt.

Artikel 6 Bezoldiging boven de bandbreedte -uitloopschaal

De bevordering naar de uitloopschaal kan plaatsvinden als de ambtenaar:

  • a

    ten minste 1 jaar op het maximum van zijn functieschaal wordt bezoldigd, én het samenvattend oordeel van de beoordeling als bedoeld in artikel 2 lid 4 luidt: “gaat in opvallende mate boven de gestelde eisen uit”;

  • b

    ten minste 3 jaar op het maximum van zijn functieschaal wordt bezoldigd, én het samenvattend oordeel van de beoordeling als bedoeld in artikel 2 lid 4 luidt: “gaat boven de gestelde eisen uit”;

  • c

    ten minste 5 jaar op het maximum van zijn functieschaal wordt bezoldigd, én het samenvattend oordeel van de beoordeling als bedoeld in artikel 2 lid 4 luidt: “voldoet aan de gestelde eisen”;

De in het eerste lid bedoelde termijnen worden gerekend vanaf 1 januari 2002.

(Overgangsbepaling): de ambtenaar die op 31 december 2001 in dienst was van de gemeente Goes en op deze datum 45 jaar of ouder was, kan, onverlet het bepaalde in het eerste en tweede lid, ook bevorderd worden naar de uitloopschaal per 1 januari van het kalenderjaar waarin hij de 50-jarige leeftijd bereikt, indien:

  • a

    hij op het maximum van zijn functieschaal wordt bezoldigd, en

  • b

    het samenvattend oordeel van de beoordeling als bedoeld in artikel 2 lid 4 luidt: “voldoet aan de gestelde eisen”;

Artikel 7 Overgangsbepaling

De ambtenaar aan wie in het verleden een bonus is toegekend dient jaarlijks beoordeeld te worden zoals bedoeld in artikel 2, lid 4. Indien uit de beoordeling blijkt dat de ambtenaar de functie niet meer structureel op uitstekende wijze vervult, wordt de bonus verlaagd doch met niet meer dan 5% per twee jaren.

Voor de ambtenaar die een bonus heeft op het moment dat hij naar de uitloopschaal gaat, geldt dat de bonus op dat moment wordt ingebouwd in het salaris.

Artikel 8 Salaris en andere functie

Bij aanstelling in een andere functie, waaraan een hogere salarisschaal is verbonden, vindt de toekenning van het salaris in principe plaats volgens deze richtlijnen en volgens hetgeen hierover bepaald is in de Bezoldigingsregeling Goes 1993.

Artikel 9 Salaris en functiewaardering

Als bij functiewaardering de functie hoger wordt gewaardeerd, wordt de betrokken ambtenaar bevorderd naar de nieuwe functieschaal, tenzij hij de functie (nog) niet volledig vervult en/of (nog) niet geheel voldoet aan de eisen, die aan de functievervulling zijn verbonden.

Artikel 10 Salarisgarantie

De ambtenaar, die volgens een hogere salarisschaal wordt gesalarieerd dan de bij de functiewaardering vastgestelde functieschaal, behoudt zijn oude salarisschaal en heeft geen uitloopmogelijkheid.

Artikel 11 Overgangsbepaling

Burgemeester en wethouders kunnen in gevallen, waarin deze richtlijnen in redelijkheid niet of niet geheel voorzien, nadere of afwijkende beslissingen nemen.

Artikel 12 Citeertitel

Deze richtlijnen kunnen worden aangehaald als de "Richtlijnen Bezoldigingsbeleid Goes 1993" en treden in werking met ingang van 1 juni 1993.