Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goes

40.1 Bezoldigingsregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling40.1 Bezoldigingsregeling
CiteertitelBezoldigingsregeling Goes 1993
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 125 Ambtemarenwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

artikel 3.1 CAR/UWO

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-199301-01-2017Onbekend

01-06-1993

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

40.1 Bezoldigingsregeling

 

 

40.1 Bezoldigingsregeling

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR;

  • b

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid sub b van de CAR, onverminderd het bepaalde in artikel 4a:3 van de CAR;

  • c

    salaris per uur: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR;

  • d

    salarisschaal: de schaal, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid en opgenomen in bijlage II en IIA van die regeling;

  • e

    salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een letter en een getal, dat in een salarisschaal is vermeld;

  • f

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal behorend bij een salarisnummer dat slechts uit een getal bestaat, dat kan worden bereikt door jaarlijkse salaris-verhogingen;

  • g

    bezoldiging: de bezoldiging, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid;

  • h

    functie: het geheel van werkzaamheden dat blijkens een door burgemeester en wethouders vastgestelde omschrijving in het functieboek door een ambtenaar dient te worden verricht;

  • i

    functiewaarderingsonderzoek: het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies, met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

  • j

    conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • k

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR;

  • l

    functieschaal: de schaal, die aan de hand van het systeem van functiewaardering als omschreven in de Regeling functiewaardering Formatieplaatsen Goes 1993 voor de betreffende formatieplaats is vastgesteld;

  • m

    aanloopschaal: de schaal direct onder de functieschaal;

  • n

    uitloopschaal: de schaal zoals omschreven in artikel 12, eerste lid.

Bij de toepassing van deze regeling wordt artikel 1:2:1 in acht genomen.

Artikel 2 Recht op salaris

Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR.

Artikel 6 Bepaling salarisschaal

vijfde lid van de CAR, met dien verstande dat onder perspectief mede wordt verstaan de uitloopschaal als bedoeld in artikel 12 van deze regeling.

Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij hij de functie (nog) niet volledig vervult dan wel zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderings-onderzoek en de daarbij te hanteren methode.

Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Het vorige lid is niet van toepassing indien bij de bepaling van de salarisschaal aan de ambtenaar schriftelijk is medegedeeld, dat zijn functie een tijdelijk karakter heeft en de salarisschaal in verband daarmede slechts tijdelijk zal gelden.

De beloning van het schoonmaakpersoneel wordt berekend naar een uurloon afgeleid:

  • -

    voor het schoonmaakpersoneel vallend onder bijlage II, van de salarisbedragen in salarisschaal I;

  • -

    voor het schoonmaakpersoneel vallend onder bijlage IIa, van de salarisbedragen in salarisschaal 1.

Burgemeester en wethouders kunnen, onverminderd het bepaalde in het vorige lid, op grond van nader te stellen regels, een ambtenaar een salarisschaal met een lager maximumsalaris toekennen dan de salarisschaal die met inachtneming van het functiewaarderingsonderzoek zoals bedoeld in lid 1 is vastgesteld.

Artikel 6 A Bepaling salarisschaal gemeentesecretaris

De functieschaal van de gemeentesecretaris is afgeleid van de bezoldigingstabel van de burgemeester en bepaald op één schaal lager dan de met het vergelijkbare niveau BBRA 1984 overeenkomende schaal voor de burgemeester.

De aan de functie van gemeentesecretaris verbonden salarisschaal kent een aanloop- en uitloopschaal.

De functionerings- en beoordelingsgesprekken met de gemeentesecretaris worden gevoerd en vastgesteld door de burgemeester en de wethouder P&O, waarbij vooraf een terugkoppeling kan plaatsvinden naar de andere leden van het college.

Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van de beoordelingscriteria vastgesteld voor functiecategorie V (Topfuncties) zoals vastgelegd in de regeling voor functionerings-, beoordelings- en loopbaangesprekken.

Artikel 6 B Bepaling salarisschaal instroombanen in het kader van I/D-banen

De salarisschaal van de ambtenaar die een arbeidsplaats bekleedt bij de gemeente Goes op grond van de I/D-banenregeling worden bezoldigd in salarisschaal 1 van de salaristabel gemeente-ambtenaren, bijlage IIa CAR.

De aan de I/D-banenregeling verbonden salarisschaal 1 kent geen aanloop- en uitloopschaal.

De ambtenaar als bedoeld in lid 1 wordt bij aanstelling ingeschaald op de minimum-bezoldiging van schaal 1. De bezoldiging zal nooit meer bedragen dan 130% van het wettelijk minimumloon conform de bepalingen in de I/D-banenregeling.

De ambtenaar die in het kader van de I/D-banenregeling de functie van stadswacht bekleedt, komt in aanmerking voor de regeling toelage voor onregelmatige diensten.

Artikel 6 C Bepaling vergoeding stagiaires

Een stagiaire komt in aanmerking voor een stagevergoeding indien de stageduur langer is dan 7 weken en 20 uur of meer per week bedraagt.

De stagevergoeding bedraagt € 150,00 netto per maand.

De stagiaire aan wie voor de datum van inwerkingtreding van de 128ste wijziging CAR* een stagevergoeding is verleend van € 238,23 netto per maand blijft in het genot van deze vergoeding voor de reeds aangevangen stageperiode.

Artikel 6 D Bepaling salaris overige ambtenaren

De bezoldiging van de hierna genoemde ambtenaren is afgeleid van een regelnummer van bijlage II van de CAR en bedraagt per maand:

  • -

    stadsbeiaardier: 33,33% van regelnummer 8;

  • -

    brugwachter in het weekend tijdens het zomerseizoen (1 mei t/m 30 september): 10% van regelnummer 25;

  • -

    brugwachter in het weekend tijdens het winterseizoen (1 oktober t/m 30 april): 5% van regelnummer 3.

Artikel 7 Minimum-inkomen

Indien het salaris minder is dan het maandbedrag van het minimumloon, dat krachtens de artikelen 7, 8 en 14 van de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) geldt voor werknemers van dezelfde leeftijd als de ambtenaar, wordt hem een toelage toegekend ten bedrage van het verschil.

Voor de ambtenaar met een niet volledige betrekking, wordt het voor werknemers van dezelfde leeftijd geldende minimumloon geacht te zijn vastgesteld op een evenredig deel van het minimumloon bij een volledige betrekking.

Artikel 8 Periodieke verhoging van het salaris

Het salaris van de ambtenaar wordt bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling één jaar is verstreken en nadien telkens na één jaar;

voor de ambtenaar die op het moment, van inwerkingtreding van deze regeling zijn periodieke verhogingen per 1 januari respectievelijk per 1 juli dan wel in de maand van zijn verjaardag geniet, blijft deze methodiek gehandhaafd.

Het tijdstip waarop ingevolge het tweede lid aan de ambtenaar voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

De genoemde wachttijden van de periodieke verhogingen in de salarisschalen 1 t/m 5 van bijlage II van de CAR worden niet toegepast. Het salaris wordt derhalve ook voor deze schalen, voor de eerste maal na 1 jaar en vervolgens om het jaar verhoogd totdat het maximumsalaris in de voor de ambtenaar geldende schaal is bereikt.

Artikel 9 Niet toekennen periodieke verhoging van het salaris

Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat ten aanzien van hem periodieke verhogingen van het salaris, als bedoeld in artikel 8, achterwege worden gelaten, met inachtneming van de "Richtlijnen Bezoldigingsbeleid Goes 1993".

Burgemeester en wethouders kunnen nadien bepalen dat de periodieke verhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de periodieke verhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 10 Extra periodieke verhoging van het salaris

Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, een extra periodieke verhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, toekennen op grond van de "Richtlijnen Bezoldigingsbeleid Goes 1993".

Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een periodieke verhoging wordt toegekend ongewijzigd, tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen.

Artikel 11 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal geniet, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 9.

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 wordt, voor de ambtenaar op wie bijlage II van de CAR van toepassing is, het salaris in de nieuwe salarisschaal verhoogd tot een bedrag in die schaal, zodra en voor zoveel zulks nodig is om te bereiken dat het nieuwe salaris blijft uitgaan boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal geniet c.q. zou hebben genoten.

Bij de overgang naar een hogere schaal wordt de ambtenaar op wie bijlage IIA van de CAR van toepassing is, ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. In het geval dat het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

Voor het in het vorige lid bedoelde percentage is bepalend het berekende percentage na afronding naar beneden op hele cijfers.

Indien de ambtenaar als bedoeld in lid 3 al op het maximum van zijn schaal wordt bezoldigd wordt bij bevordering naar de naasthogere schaal voor de 75%- norm uitgegaan van het salarisverschil tussen het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal en het oude salaris en het salarisverschil tussen het oude salaris en de voorlaatste periodiek van de oude salarisschaal.

Artikel 12 Uitloopschaal

De uitloopschaal is de eerstvolgende schaal op de voor de formatieplaats vastgestelde functieschaal met dien verstande dat er voor de hierna genoemde functieschalen een afwijkende uitloopschaal is vastgesteld:

  • a

    Bij functieschaal 10 behoort uitloopschaal 11;

  • b

    Bij functieschaal 10A behoort uitloopschaal 11A;

  • c

    Bij functieschaal 11 behoort uitloopschaal 12;

Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar de uitloopschaal toekennen op grond van de "Richtlijnen Bezoldigingsbeleid Goes 1993".

Artikel 13 Bonus

(Vervallen)

Artikel 14 Gratificatie

Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar een gratificatie toekennen op grond van artikel 15:1:28, de "Richtlijnen Bezoldigingsbeleid Goes 1993" en "Handreiking voor het toekennen van gratificaties".

Artikel 15 Tijdelijke persoonlijke toelage

Aan de ambtenaar die naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijzondere prestaties in de functie levert kan een tijdelijke toelage worden toegekend, zulks met inachtneming van de "Richtlijnen Bezoldigingsbeleid Goes 1993".

Artikel 16 Arbeidsmarkttoelage

Aan de ambtenaar kan om redenen van werving en behoud een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

De arbeidsmarkttoelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld met inachtneming van een maximum van drie jaar.

De hoogte van de arbeidsmarktoelage bedraagt maximaal het verschil tussen de voor de ambtenaar geldende maxima van de functie- en uitloopschaal.

Onverminderd het bepaalde in het derde lid kan de ambtenaar die nog niet op het maximum van zijn functieschaal wordt bezoldigd ook in aanmerking komen voor een arbeidsmarkttoelage.

De arbeidsmarkttoelage eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. De arbeidsmarkttoelage kan aan de ambtenaar maar éénmaal worden toegekend.

Indien de ambtenaar die in het genot is van een arbeidsmarkttoelage of die aansluitend op de datum van het vervallen van de arbeidsmarkttoelage wordt bevorderd naar de uitloopschaal, wordt zijn arbeidsmarkttoelage ingebouwd.

Artikel 17 Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 14 en 15.

Artikel 18 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 14 tot en met 16 wordt geen afbouwregeling toegepast.

Artikel 19 Toelage voor onregelmatige diensten

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3, wordt door burgemeester en wethouders een toelage toegekend.

De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur. Dit percentage bedraagt:

  • a

    20 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

  • b

    40 voor de uren op zaterdag, op een brugdag en de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

  • c

    65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid;

met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximumsalaris van salarisschaal 6 van bijlage II en IIa van de CAR.

De toelage voor onregelmatige diensten wordt niet toegekend, indien alleen arbeid wordt verricht op maandag tot en met vrijdag en deze verrichte arbeid niet is aangevangen vóór 07.00 uur of beëindigd na 19 uur.

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders een regeling treffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 20 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en die buiten de werktijden die voor hem gelden krachtens een werktijdregeling als bedoeld in de artikelen 4:1 en 4:2 van de CAR of in bepalingen van dezelfde strekking in een soortgelijke regeling, ingevolge een schriftelijke aanwijzing door burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar of beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten wordt een toelage toegekend.

De toelage bedraagt per uur bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel

  • a

    5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag;

  • b

    10% voor de uren op zaterdag en zondag en op de feestdagen genoemd in het artikel 4:2:1 lid 3 en 4 van de CAR; met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris behorende bij salarisschaal 7.

De op basis van het tweede lid berekende toelage wordt verhoogd met 100% over de uren waarop aan de opgedragen bereikbaarheid en beschikbaarheid een extra plaatsgebondenheid op of rond de plaats van tewerkstelling is verbonden.

In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 21 Toelage vuil en zwaar werk

Aan de ambtenaar bij de afdeling stadsbeheer die vuil of zwaar werk verricht, kan een toelage vuil en zwaar werk worden toegekend.

De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt bruto per maand een percentage van het verschil tussen schaal 4, periodiek 10 en schaal 4, periodiek 11 van bijlage IIa van de CAR. Dit percentage bedraagt:

  • a

    200% voor klasse 1: riolisten, medewerkers begrafenissen, medewerkers kleine vuilnisbakken;

  • b

    150% voor klasse 2: medewerkers reiniging (exclusief machinist/chauffeur), medewerkers bomenploeg en een aantal uitgesloten medewerkers van klasse 1;

  • c

    75% voor klasse 3: overige werklieden bij de afdeling stadsbeheer die vuil of zwaar werk verrichten en een aantal uitgesloten medewerkers van klasse 2.

Bij een deeltijdbetrekking of bij het gedeeltelijk uitvoeren van werkzaamheden waarop de toelage van toepassing is, wordt de toelage naar rato vastgesteld.

Het college stelt bij inwerkingtreding van dit artikel een lijst op van medewerkers die in het genot worden gesteld van deze toelage.

De krachtens het eerste lid toegekende toelage wordt ingetrokken indien de gronden, waarop de toelage werd toegekend, niet meer aanwezig zijn.

Artikel 22 Toelage begraafplaatsen

(Vervallen)

Artikel 23 Toelage schadevrij rijden

Overgangsbepaling (vastgesteld op 8 april 1999)

De chauffeur die op de datum van vaststelling van de overgangsregeling toelage schadevrij rijden, werkzaam is bij de sector grondgebied en die voor de bediening van zijn voertuig moet beschikken over het rijbewijs C kan in aanmerking komen voor de premie schadevrij rijden indien hij in een kalenderjaar volledig schadevrij heeft gereden.

De premie schadevrij rijden is bevroren op het bedrag van 1 april 1998, zijnde €199,26.

De premie schadevrij rijden wordt in een periode van vier jaar gelijkelijk afgebouwd met 25% per jaar en bedraagt voor:

1999

€ 199,26;

2000

€ 149,45;

2001

€ 99,63;

2002

€ 49,82.

Indien de chauffeur een voertuig bestuurt samen met andere chauffeurs, wordt de premie pro rato toegepast.

Artikel 24 E.H.B.O.-toelage

De ambtenaar die door burgemeester en wethouders wordt aangewezen om bij bedrijfsongevallen eerste hulp bij ongelukken te verlenen, ontvangt hiervoor een beloning die gelijk is aan de door of namens de Minister van Binnenlandse Zaken voor het rijkspersoneel vast te stellen E.H.B.O.-toelage.

Artikel 25 B.H.V.-vergoeding

De ambtenaar die is ingedeeld ten behoeve van de bedrijfshulp-verlening en zich daarvoor verdienstelijk maakt, ontvangt hiervoor een beloning die gelijk is aan de door of namens de Minister van Binnenlandse Zaken voor het rijkspersoneel vast te stellen richtlijnen.

Artikel 25A Vergoeding veiligheidsteam

De ambtenaar die is aangewezen als deelnemer van het veiligheidsteam en die naast zijn normale werkzaamheden de veiligheidsteamtaken naar behoren heeft uitgevoerd, ontvangt jaarlijks een basistoelage en een inzetbaarheidstoelage zoals omschreven in de artikelen 3 en 4 van de Bedrijfshulpverleningsregeling BZK.

Artikel 26 Civiele verdediging/rampenbestrijding en -voorkoming

De ambtenaar die buiten de voor hem vastgestelde werktijd werkzaamheden verricht, danwel aan oefeningen deelneemt, in het kader van de civiele verdediging en/of rampenbestrijding en -voorkoming ontvangt hiervoor een beloning volgens door burgemeester en wethouders te stellen regels.

Artikel 27 Bijzondere toelage

In bepaalde gevallen kan aan de ambtenaar of aan een groep ambtenaren een toelage worden toegekend op andere gronden dan die vermeld in de artikelen 19 tot en met 26.

Burgemeester en wethouders kunnen ter zake nadere regels vaststellen.

De krachtens het eerste lid toegekende toelage wordt ingetrokken indien de gronden, waarop de toelage werd toegekend, niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 28 Afbouwtoelage

Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikelen 19, 20 en 21 eerste lid, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

  • a

    die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de  toelage als bedoeld in artikelen 19, 20 en 21 eerste lid, en

  • b

    de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikelen 19, 20 en 21 eerste lid, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 29 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 30 Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als "bezoldigingsregeling Goes 1993".

De regeling wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 juni 1993.

* inwerkingtreding 128ste wijziging CAR: 1 januari 2012.

Artikel 20 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst (T)

Deze consignatieregeling wordt onder meer toegepast bij:

  • -

    het marktmeesterschap;

  • -

    het klachtenregistratiesysteem;

  • -

    de gladheidsbestrijding.

Ter wille van de eenvoud en duidelijkheid, alsmede ter voorkoming van de ter ver gaande verfijning, is in de regeling voor de vaststelling van de toelage uitgegaan van de gemiddelde vorm van bereikbaarheid, waarin men door oproeping en/of instructie, zich direct van huis of een andere plaats in de privé-sfeer naar het werk dient te begeven. Slechts in het geval de bereikbaarheidsdienst de vorm heeft van consignatie op de werkplek wordt en hogere toelage toegekend (lid3) omdat deze vorm een grotere beperking legt op de persoonlijke bewegingsvrijheid. Daarbij wordt aangetekend dat er overigens bij de vaststelling van de hoogte van de toelage voor deze situaties van is uitgegaan dat de betrokken ambtenaar tijdens de nachturen kan beschikken over slaapgelegenheid op de werkplek.