Organisatie | Woensdrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van Woensdrecht 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Z14.02291 |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-05-2014 | 07-05-2014 | 24-01-2017 | Vernieuwd reglement | 07-05-2014 | 2014.20570 |
26-10-2006 | Vernieuwd reglement | 17-10-2006 Woensdrechtse Bode, 25-10-2006 + Gemeenteblad 2006.43 | Onbekend |
Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging
In deze vergadering worden in ieder geval besluiten genomen over
a. De verdeling van de portefeuilles tussen de collegeleden;
b. De omschrijving van de portefeuilles;
c. De onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van de burgemeester;
d. De onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van één der wethouders.
Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen
Indien een wethouder een extra vergadering nodig acht, verzoekt hij onder opgave van reden(en) aan de voorzitter deze bijeen te roepen. De secretaris zorgt na overleg met de voorzitter voor een oproep voor de vergadering – onder vermelding van de te bespreken onderwerpen – die zo mogelijk uiterlijk 24 uur van tevoren op een in de gemeente gebruikelijke wijze aan de leden van het college wordt toegezonden.
Voor elke vergadering wordt, als regel op maandagmorgen vóór de vergadering, door de secretaris een concept-besluitenlijst gemaakt, onderverdeeld in bespreekstukken per portefeuillehouder, representatie, ingekomen stukken, terug- en vooruitblik activiteiten collegeleden, afgeparafeerde stukken actiepuntenlijst.
De agenda wordt opgemaakt op basis van de tijdig bij het bestuurssecretariaat ingeleverde adviesnota’s. Nota’s voor het college en ingekomen stukken worden uiterlijk de woensdag vóór de collegevergadering om 15:00 uur - na afstemming met de portefeuillehouder - bij het bestuurssecretariaat ingeleverd, waarna de stukken eerst ter beoordeling aan de gemeentesecretaris worden aangeboden. Uiterlijk de donderdag vóór de collegevergadering worden om 14:00 uur de collegemappen (per portefeuillehouder 1 map) in roulatie gebracht.
Onderwerpen waarvan tijdige agendering, zoals bedoeld in lid 2 en lid 5, niet mogelijk is, doch waarvan ten gevolge van de bestuurlijke spoedeisendheid geen uitstel mogelijk is, kunnen onder opgave van reden(en) van urgentie uiterlijk acht uur voor de vergadering door de portefeuillehouder worden aangemeld bij de voorzitter.
Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning
De secretaris draagt zorg voor al hetgeen wat binnen de opgedragen taak nodig is in het belang van een vlot verloop van de vergadering van het college. De gemeentesecretaris beziet de stukken, alvorens deze ter agendering worden opgevoerd, op zaken als volledigheid, besluitwaardigheid en representativiteit.
Artikel 7 Deelneming door derden
Het college kan besluiten een ambtelijk medewerker of derden voor een vergadering uit te nodigen, teneinde zijn mening ten aanzien van een onderwerp te geven dan wel een (nadere) toelichting te verschaffen op een agendapunt.
a. Indien geen van de leden van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
b. Stukken of adviezen, waarvan de leden door het stellen van een paraaf te kennen hebben gegeven dat zij met het met daarop betrekking hebbend advies instemmen, worden niet ter bespreking of voor stemming ingebracht. Het besluit is in dat geval genomen conform het uitgebrachte advies. Tenzij één van de leden staande de vergadering één van de besluiten alsnog ter bespreking opvoert.
c. Indien een lid van het college bij het nemen van het besluit stemming vraagt, wordt mondeling gestemd, tenzij het tweede lid van toepassing is.
a. Indien een lid van het college dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende stembriefjes.
b. De voorzitter en een wethouder fungeren als commissie van stemopneming.
c. Ieder in de vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren.
d. Het aantal te benoemen personen bepaalt het aantal stemmingen.
e. De commissie van stemopneming onderzoekt:
1. of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren;
2. of de ingeleverde stembriefjes behoorlijk zijn ingevuld.
f. Indien de commissie constateert dat het aantal ingeleverde stembriefjes niet gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
g. De volstrekte meerderheid wordt bepaald door de leden die een behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd.
h. Onder een behoorlijk ingevuld stembriefje vallen niet:
2. een ondertekend stembriefje;
3. een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;
4. een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;
5. een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.
i. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het college, op voorstel van de voorzitter.
j. De secretaris draagt zorg voor de vernietiging van de stembriefjes na de vaststelling van de beslissingenlijst van de vergadering waarin de stemming heeft plaatsgevonden.
a. Wanneer bij de eerste stemming, als bedoeld in artikel 8.2, niemand de volstrekte meerderheid heeft, wordt tot een tweede stemming overgegaan.
b. Wanneer ook bij deze tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft, vindt een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden.
c. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.
a. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, identieke briefjes geschreven.
b. Deze briefjes worden, nadat zij door de commissie van stemopneming zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.
c. Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje staat, wordt benoemd.
Artikel 9 Verslag en besluitenlijst
De besluitenlijst bevat tenminste:
a. De namen van de afwezige leden;
b. De namen van de voorzitter, secretaris en andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;
c. Een formulering van de door het college genomen besluiten (besluitenlijst), alsmede een zakelijk verslag van tijdens de vergadering gevoerde gesprekken met derden.
Artikel 10 Openbare vergadering
a. De oproeping voor een openbare vergadering vindt schriftelijk plaats en wordt uiterlijk 10 dagen voor de vergadering aan de leden toegezonden.
b. De oproeping bevat de agenda en de te behandelen voorstellen.
c. De bij de voorstellen behorende stukken liggen gedurende tenminste één week voor de vergadering ter inzage.
Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders 2014".
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders, d.d. 7 mei 2014
de secretaris, de voorzitter,
A.P.E. Baart drs. J.J.C. Adriaansen
Toelichting op het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college.
Ingevolge artikel 52 van de Gemeentewet stelt het college een reglement van orde voor zijn werkzaamheden andere werkzaamheden vast. Onder werkzaamheden wordt blijkens de memorie van toelichting bij de Gemeentewet (1994) onder meer verstaan de bekendmaking van besluiten. De achtergrond voor het herzien van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college is de behoefte om met de start van het nieuwe college de wijze van aanleveren van adviesnota’s en het versnellen van de besluitvorming te formaliseren. Na vaststelling van het reglement wordt een exemplaar aan de raad toegezonden.
Artikel 1. Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging
In het eerste lid van dit artikel wordt een onderwerp geregeld, zoals dat aan de orde zal zijn in het zogenaamde constituerende beraad, de eerste vergadering van het college direct na de raadsvergadering waarin de wethouders zijn benoemd.
Wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat het college als geheel de verantwoordelijkheid draagt voor de uitgeoefende taken, dit ondanks de portefeuilleverdeling en het eventueel gebruikmaken van de mogelijkheid die in artikel 168, leden 1 tot en met 3 van de Gemeentewet geboden wordt (de machtiging van één of meerdere leden tot het uitoefenen van één of meer van zijn bevoegdheden).
Naast de verdeling van de werkzaamheden kan de onderlinge vervanging worden geregeld. Door de Wet dualisering gemeentebestuur is het niet meer mogelijk een raadslid aan te wijzen als vervanger van een wethouder. De vervanging zal onderling geregeld moeten worden, of indien mogelijk gezien het aantal wettelijk toegelaten wethouders (artikel 36 v.d. Gemeentewet ; zijnde niet meer dan 20 procent van het aantal raadsleden), door het tijdelijk aanstellen van een extra wethouder.
Met het derde lid wordt tegemoet gekomen aan gestelde in artikel 77 van de Gemeentewet (tijdelijke waarneming in de college- of raadsvergadering). Het vierde lid van dit artikel is een voorwaarde om de vervangingsprocedure in werking te doen treden.
Het vijfde lid is van betekenis voor de overige werkzaamheden van het college. Bij de planning van de overige werkzaamheden voor het college – buiten de reguliere vergaderingen om – moet voor zover mogelijk rekening worden gehouden met de eventuele tijdelijke afwezigheid van een portefeuillehouder.
Artikel 2. Dag en plaats van de vergaderingen
Met het eerste en derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 53, lid 1 van de Gemeentewet. In tegenstelling tot het vorige reglement is de formulering niet flexibel geformuleerd, omdat in dit reglement de gebruikelijke werkwijze van de collegevergaderingen worden geformaliseerd.
Het tweede lid geeft de procedure voor het beleggen van een extra vergadering weer. Door niet voor te schrijven in welke vorm de toezending van de oproep en de stukken moet gebeuren, kan in veel voorkomende gevallen de stukken voor de vergadering zo nodig per e-mail verzonden worden.
Dit artikel is naast vastlegging van de procedure ook van belang om voorafgaand aan de vergadering te kunnen constateren dat het benodigde quorum voor besluitvorming niet gehaald wordt (artikel 56 Gemeentewet).
De rol van de gemeentesecretaris bij de collegevergaderingen wordt in de artikel 103 tot en met 105 van de Gemeentewet aangegeven. In dit artikel is met name de wijze waarop de agenda wordt opgesteld uitgewerkt en de rol van de secretaris in deze. Ten opzichte van het oude reglement zijn de vaste agendapunten als onderdeel van het artikel opgenomen.
Daarbij is ook de procedure van aanlevering aangepast. Stukken worden niet langer in het college behandeld, als deze niet eerst zijn afgestemd met de portefeuillehouder. Volgens de nieuwe werkwijze worden adviesnota’s eerst besproken met de portefeuillehouder en vervolgens ingebracht door of via de portefeuillehouder.
In lid 6 van het artikel wordt de wijze uitgewerkt waarop spoedeisende stukken in het college gebracht kunnen worden.
Artikel 5 en 7. Ambtelijke ondersteuning en deelneming door derden
Dit artikel is de uitwerking van artikel 4, lid 5. In artikel 7 is aangegeven op welke wijze tijdens de collegevergadering toelichting gegeven kan worden op een agendapunt.
In de eerste plaats moet hier worden gewezen op artikel 56 van de Gemeentewet. Voor stemmingen is het quorum vereist, zoals vastgelegd in artikel 6.
Voor reguliere stemmingen mag verwacht worden dat het college het duale stelsel naleeft en collegiaal bestuurt. Dat rechtvaardigt de stemverhouding van 1 stem per collegelid, op uitzondering van de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris neemt als adviseur van het college deel aan de vergaderingen, maar neemt niet deel aan de beraadslagingen.
In dit reglement is de besluitvorming rondom het parafenbesluit expliciet benoemd. Het college kent al het principe van de Afgeparafeerde stukken, maar nieuw ten opzichte van het oude reglement is dat de besluitvorming hierover is geformaliseerd.
Lid 4 van dit artikel is overeenkomstig artikel 31 van de Gemeentewet.
Artikel 9. Verslag en besluitenlijst
Dit artikel regelt de verslagleggende taak van de secretaris en de wijze waarop het verslag wordt vastgesteld. Zoals is bepaald in artikel 55 van de Gemeentewet wordt over stukken waarop geheimhouding berust een afzonderlijk verslag gemaakt.
In het zesde lid is aangegeven hoe de besluitenlijst tot stand komt en is gekozen voor een regeling waarbij de informatie over de besluitenlijst snel beschikbaar gesteld kan worden. Openbaarmaking geschiedt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.
Artikel 10. Openbare vergadering
Artikel 54 van de Gemeentewet schrijft voor dat collegevergaderingen achter gesloten deuren dienen plaats te vinden. In het tweede lid heeft dit artikel echter aan dat hiervan afgeweken kan worden, als het reglement van orde daarvoor ruimte biedt. In artikel 10 is de werkwijze voor openbare vergaderingen omschreven.