Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sittard-Geleen

Beleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSittard-Geleen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra
CiteertitelBeleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

incl toelichting

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2˚ Wabo juncto artikel 4, negende lid, Bijlage II Bor, Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb),

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-09-2013nieuwe regelgeving

03-09-2013

Elektronisch gemeenteblad week 37 - 11 september 2013

03092013

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra

Beleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

 

overwegende dat :

- de gemeente wordt geconfronteerd met verzoeken voor vestiging van fitnesscentra op de meest uiteenlopende locaties;

- deze locaties en onderliggende bestemmingsplannen staan vestiging van fitnesscentra veelal niet toe;

- het college bevoegd is om met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, onder c, juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2˚ van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van het bestemmingsplan af te wijken. De maximale afwijkingsmogelijkheden op grond van dit artikelonderdeel staan opgenomen in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor);

- planologisch afwijkend gebruik specifiek is geregeld in het negende lid van voornoemd artikel;

- het bevoegd gezag (lees: het college) de beleidsvrijheid toekomt om deze afwijkingsmogelijkheid nader vorm te geven c.q. dit nader in te vullen;

bij beoordeling van diverse verzoeken voor vestiging van fitnesscentra verder is gebleken dat onduidelijkheid bestaat over invulling en toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid, mede ook gelet ook op de ruimtelijke uitstraling van deze gebruiksvorm;

- er behoefte bestaat aan een praktisch (ruimtelijk) toetsingskader waarbinnen planologisch afwijkend gebruik t.b.v. vestiging en uitbreiding van fitnesscentra in de gemeente Sittard-Geleen wordt toegestaan. Hiermee wordt dus een grote mate van uniformiteit in de besluitvorming bevorderd;

het toetsingskader kan worden vastgelegd in beleidsregels en vormt een uitwerking van bovengenoemde afwijkingsbevoegdheid van het college;

deze beleidsregels hebben daarnaast nog tal van andere voordelen:

  • ·

    door het vaststellen van beleid waarop nieuwe aanvragen getoetst kunnen worden ontstaat duidelijkheid voor de aanvrager en wordt de beoordeling eenvoudiger voor de interne organisatie;

  • ·

    door het opstellen van beleid worden de bestuurslasten (de ambtelijke toetsing) lager, omdat aanvragen eenvoudiger en daarmee sneller kunnen worden getoetst. Eenvoudige toetsing is daarnaast belangrijk, omdat indien niet tijdig wordt beslist, de vergunning van rechtswege wordt verleend;

  • ·

    beleidsregels kunnen sneller worden aangepast dan een bestemmingsplan;

  • ·

    in vergunningaanvragen of juridische procedures kan naar vastgesteld beleid worden verwezen;

dat gelet op artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2˚ Wabo juncto artikel 4, negende lid, Bijlage II Bor,

mede gelet op Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb),

 

 

besluit vast te stellen:

 

“Beleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra”.

 

 

BELEIDSREGELS

Artikel 1 Algemeen.

  • 1.

    Deze beleidsregels dienen uitsluitend voor de beoordeling van planologisch afwijkend gebruik in de vorm van aanvragen om vestiging of uitbreiding van fitnesscentra in bouwwerken:

    • a.

      gelegen binnen de bebouwde kom, en

    • b.

      met een maximaal (totale) oppervlakte van 1.500 m2,

al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten (artikel 2.1, eerste lid, onder c juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2˚ Wabo juncto artikel 4, negende lid Bijlage II, Bor).

Artikel 2 Begripsomschrijving.

  • 1.

    Aanvraag omgevingsvergunning: een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2˚ Wabo juncto artikel 4, negende lid, Bijlage II, Bor;

  • 2.

    Fitnesscentrum: een gebouw/centrum waar mensen tegen betaling en met behulp van daartoe voorziene fitnessapparatuur aan lichaam en conditie werken door lichamelijke beweging in de vorm van ritmische beweging (al dan niet op muziek), fitnesstraining en krachttraining;

  • 3.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen;

  • 4.

    PR-zone: zones die in het kader van de externe veiligheid zijn bepaald en waarbinnen (beperkt) kwetsbare objecten (o.a. fitnesscentrum) ongewenst zijn;

  • 5.

    Veiligheidszone: zone die of gebied dat is aangewezen vanwege het beperken van het risico voor gevaar voor mensen in verband met het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, de weg of door buisleidingen of vanwege een inrichting aangewezen op grond van het Bevingen of het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, hieronder begrepen de Veiligheidszone Chemelot en de Spoorzone.

  • 6.

    Verzoeken: een principeverzoek, een verzoek wijziging bestemmingsplan (art. 3.6, eerste lid, onder a Wro) als ook aanvraag omgevingsvergunning.

Artikel 3 Doelstelling.

  • 1.

    1.Het scheppen van een ruimtelijk toetsingskader voor verzoeken waarbinnen planologisch afwijkend gebruik mogelijk is voor vestiging en/of uitbreiding van fitnesscentra in de gemeente Sittard-Geleen, mits passend binnen de voorwaarden als beschreven in artikel 1.

Artikel 4 Toetsingskader.

  • 1.

    Een verzoek wordt geweigerd/afgewezen indien dit betrekking heeft op:

    • a.

      een perceel of een pand in het buitengebied, een PDV-locatie of stedelijk bedrijventerrein, uitgezonderd de stedelijke dienstenterreinen met een specifiek sport- en leisurethema zoals Fortunastadion e.o.; of

    • b.

      een perceel of gebouw binnen de PR-zone(10-6) of in een veiligheidszone;

  • 2.

    Aan een verzoek kan medewerking worden verleend indien:

    • a.

      het verzoek betrekking heeft op een bestaand gebouw, dit met uitzondering van de onder lid 1, sub a genoemde stedelijke dienstenterreinen met een specifiek sport – en leisurethema zoals Fortunastadion e.o;

    • b.

      gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en gebouwen niet onevenredig worden aangetast;

    • c.

      parkeren geheel plaatsvindt op eigen terrein, waarbij wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen;

    • d.

      geen sprake is van een onevenredige toename van de verkeersbelasting in de omgeving;

    • e.

      geen onevenredige negatieve milieueffecten worden veroorzaakt voor de omgeving;

    • f.

      een toename van het groepsrisico is verantwoord;

    • g.

      de onderbouwing behorend bij het verzoek tevens vergezeld blijkt dat het verzoek past binnen de toetsingsregels van dit artikel;

    • h.

      uit een bij het verzoek behorende onderbouwing blijkt dat:

      • 1.

        het fitnesscentrum past binnen de toetsingsregels zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel, onder a t/m g en;

      • 2.

        uit een bij deze onderbouwing behorend behoefte-onderzoek blijkt dat het verzoek voorziet in een actuele (regionale) behoefte;

    • i.

      de gemeente is gevrijwaard van planschade middels een ondertekende planschadeovereenkomst.

Artikel 5 Overgangsrecht.

  • 1.

    Deze beleidsregels gelden niet voor verzoeken waarvoor al een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend en/of verzoeken waarover al besluitvorming in het college heeft plaatsgevonden.

Artikel 7 Inwerkingtreding.

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 12 september 2013.

Artikel 8 Citeerartikel.

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra”

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 september 2013.

Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen,

 

De burgemeester

Drs. G.J.M.Cox

De secretaris

Mr. J.H.J.Höppener

Toelichting “Beleidsregels planologisch afwijkend gebruik fitnesscentra”.

Algemene toelichting.

In deze notitie zijn beleidsregels opgenomen voor de planologische afwijking m.b.t. wijziging gebruik van bouwwerken. Deze beleidsregels zijn uitsluitend bedoeld voor beoordeling van verzoeken t.b.v. vestiging of uitbreiding van fitnesscentra en niet passend binnen de regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan.

Meer recentelijk is de gemeente geconfronteerd met diverse verzoeken voor vestiging van fitnesscentra. Omdat dergelijke verzoeken veelal niet passen binnen de ter plaatse geldende planologische kaders, moet steeds per geval worden beoordeeld of hieraan toch medewerking kan worden verleend. Deze afwijkingsbevoegdheid is opgenomen in artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2˚ Wabo juncto artikel 4, negende lid, Bijlage II Bor.

Bij de beoordeling van deze verzoeken is gebleken dat onduidelijkheid bestaat over toepassing van voornoemde afwijkingsbevoegdheid. Aldus bestaat behoefte aan een ruimtelijk toetsingskader waarbinnen planologisch afwijkend gebruik mogelijk is ten behoeve van vestiging en uitbreiding van fitnesscentra in de gemeente Sittard-Geleen. Mede ook gezien de bijkomende voordelen die dit geeft, zoals bijv. een eenvoudige, snelle en eenduidige toetsing.

Deze beleidsregels voorzien in een ruimtelijk toetsingskader waarbij een aantal uitgangspunten zijn gehanteerd. Alvorens nader in te gaan op deze uitgangspunten zijn hieronder eerst een aantal feiten en trends m.b.t. de fitnessbranche uiteengezet.

Feiten en trends:

De fitnessbranche is een omvangrijke volwassen markt geworden. De laatste jaren is de explosieve groei van de voorgaande decennia tot stilstand gekomen. Hoewel de markt is verzadigd neemt het aantal fitnesscentra nog steeds toe, ook door toetreding van buitenlandse partijen. Daarnaast lijkt het aantal fitnessers, hoewel enorm in aantal, zich te stabiliseren.

De ontwikkelingen in de fitnessbranche gaan de laatste tijd snel. Nieuwe concepten zien het licht, waardoor beter wordt ingespeeld op de beleving en wensen van de klant. Zo is er een opkomst van bijzondere fitnesscentra zoals Anytime Fitness (waar je 24 uur per dag en 7 dagen in de week terecht kunt) en Train More (hoe vaker je komt hoe goedkoper het wordt).

De verwachting is dat de omzet voor 2013 stabiliseert dan wel licht zal stijgen met 1%. Veel bedrijven hebben het financieel zwaar en hebben moeite om het hoofd boven water te houden. Omdat het binnenhalen van nieuwe klanten door de scherpe concurrentie en prijsdruk moeilijker is geworden, komt er meer nadruk te liggen op klantbehoud en het vinden van nieuwe doelgroepen.

Het gemiddelde fitnesscentrum heeft overwegend een lokaal verzorgingsgebied. Het verzorgingsgebied is gemiddeld 18 kilometer rondom het centrum. Gemiddeld woont de fitnessklant niet verder dan vier kilometer van het centrum en bijna de helft woont binnen een straal van twee kilometer. Er is een verschuiving van de leeftijd waarneembaar, omdat meer ouderen gaan fitnessen met ziektepreventie als reden.

Het aanbod van fitnesscentra is zeer divers en loopt uiteen van het traditionele krachthonk tot en met leisurecenters die naast fitnessruimten vaak meerdere tennis- en squashbanen hebben. Ook is er onderscheid tussen prijsvechters en luxeleveranciers. Healthclubs zijn doorgaans kleiner dan centra die zich vooral op de leisure markt toeleggen. De programma's van healthclubs richten zich op het verbeteren van fitheid en gezondheid.

In de fitnessbranche is sprake van een seizoenspatroon in de vraag. Topmaanden zijn de maanden oktober tot en met april, met als belangrijke maand januari, omdat veel mensen een goed voornemen hebben om het nieuwe jaar gezond en sportief te beginnen. Sommige centra verliezen in de zomermaanden wel 50% van hun leden, waar anderen maar 10% verliezen.

In het algemeen is de markt voor fitness onder te verdelen naar drie groepen gebruikers: particulieren, bedrijven en de medische sector. Particulieren komen vooral voor het plezier of de gezondheid. De bedrijvensector toont een toenemende belangstelling, maar de uitvoering hiervan is nog beperkt. De medische sector gebruikt fitnesscentra voor het behandelen en/of begeleiden van onder meer blessures.

Uitgangspunten:

Concurrentieverhoudingen vormen geen bij een planologische belangenafweging in aanmerking te nemen belang, tenzij zich een duurzame ontwrichting van het voorzieningenpatroon voordoet die niet door dwingende redenen wordt gerechtvaardigd.

De Raad van State heeft meermaals overwogen dat voor antwoord op de vraag of sprake is van een duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau in een bepaalde sector, geen doorslaggevende betekenis toekomt aan de vraag of sprake is van overaanbod in het verzorgingsgebied en mogelijke sluiting van bestaande (detailhandels)vestigingen. Het doorslaggevende criterium is of ook na het sluiten van een of meer voorzieningen voor de inwoners in een bepaald gebied een voldoende voorzieningenniveau behouden blijft in die zin dat zij op een aanvaardbare afstand van of in hun woonplaats hun dagelijkse boodschappen kunnen doen. Gezien het bestaande aanbod c.q. voorzieningenniveau aan fitnesscentra in Sittard-Geleen en de regio, is dat laatste voldoende verzekerd.

In meer algemene zin wordt opgemerkt dat de toets voor het aannemen van duurzame ontwrichting buitengewoon streng is, feitelijk bijna niet aantoonbaar. Nergens is uit gebleken of, en zo ja, wanneer sprake is van duurzame ontwrichting binnen de fitnessbranche in Sittard-Geleen. Er zijn geen ook onderzoeken bekend waaruit dit blijkt.

Tegen deze achtergrond moet worden geconcludeerd dat de gemeente de bestaande fitnessmarkt niet kan beschermen door te sturen vanuit de aanbodzijde. De te formuleren beleidsuitgangspunten voor fitnesscentra moeten daarom enkel en alleen gebaseerd zijn op ruimtelijke motieven. Hierbij zijn vooral ook de aanwezige beleidskaders in ogenschouw genomen.

Uit het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) volgt dat stedelijk recreatieve voorzieningen bij voorkeur in het centraal stedelijk gebied dienen te worden gevestigd. Deze voorzieningen horen niet thuis op bedrijventerreinen. Ruimtelijke beperkingen of inpassingproblemen kunnen echter aanleiding zijn om bepaalde recreatieve voorzieningen (bijv. binnenspeeltuin) te plaatsen in bestaande bedrijfsgebouwen op stedelijke bedrijventerreinen. Woongebieden bieden plaats aan kleinschalige initiatieven zoals fitnesscentra.

Uit het POL, meer specifiek het Programma Werklocaties Limburg 2020, volgt verder dat hiermee enerzijds wordt beoogd om voldoende ruimte te faciliteren voor de dynamiek van het gevestigde bedrijfsleven. Anderzijds wordt beoogd om de komst van nieuwe bedrijven mogelijk te maken. Dit vertaalt zich in de beschikbaarheid van voldoende werklocaties, met een kwaliteit waar het bedrijfsleven om vraagt en met voldoende variatie in vestigingsmilieus. Het accent ligt daarbij primair op een optimaal gebruik van de beschikbare (of door herstructurering beschikbaar te maken) ruimte. M.a.w. er moet zorgvuldig worden omgesprongen met bestaande bedrijventerreinen alvorens nieuwe locaties aan de orde zijn.

Het gemeentelijke ruimtelijke ordeningsbeleid is vastgelegd in door de gemeenteraad

vastgestelde structuurvisies en bestemmingsplannen. Het toekennen van bestemmingen en bijbehorende regels (bouwen en gebruik) is een weloverwogen beleidsafweging geweest. Als het college van burgemeester en wethouders gebruik wil maken van de door de wetgever aan haar toegekende beleidsvrijheid om van het in de bestemmingsplannen vastgelegde raadsbeleid af te wijken dan moet dat zeer zorgvuldig gebeuren. Uitgangspunt is om zo dicht mogelijk bij het raadsbeleid te blijven.

Uit de ‘Structuurvisie Sittard-Geleen’ volgt dat rondom het Fortunastadion het hart van de Sportzone Limburg zal worden ontwikkeld. Het streven is een topsportfaciliteit te realiseren, aangevuld met o.a. leisure. In 2014 zal, voor zover daar aanleiding toe is, herijking plaatsvinden van deze visie en bijbehorend uitvoeringsprogramma.

Verder volgt uit het ‘Coalitieprogramma Sittard-Geleen 2010-2014’ dat de gemeente Sittard-Geleen zich wil profileren als vitale en ondernemende stad waarin werkgelegenheid de hoogste prioriteit heeft. De gemeente staat daarnaast ook open voor behoeften en signalen vanuit de samenleving en zorgt voor behoud van leefbaarheid van wijken en kernen door toekomstbestendige voorzieningen. Bovendien moeten ondernemers zich hier thuis voelen wat wordt gefaciliteerd via een toegankelijk en soepel toelatingsbeleid evenals een uitnodigend vestigingsbeleid. Dit geldt zeker nu sprake is van krimp en economisch moeilijke omstandigheden met alle gevolgen van dien (bijv. leegstand)

Kortom, binnen de gegeven (wettelijke) (beleids)kaders en mogelijkheden spant de gemeente zich tot het uiterste in om deze doelstellingen te bereiken.

Binnen de kaders van het ruimtelijk beleid bestaat een voorkeur voor de locaties in gebieden die zijn aangemerkt voor sport– en leisurefuncties, zoals Fortunastadion e.o., Glanerbrook en ’t Anker. Dat wil echter niet zeggen dat indien er initiatieven zijn op andere locaties, de voorkeurslocatie voor gaat op die andere locatie.

Ongewenst is vestiging van fitnesscentra binnen gebieden waarvoor expliciet beleid is opgesteld, zoals beleid dat in het kader van externe veiligheid is vastgesteld. Op grond van dat beleid is het ongewenst om kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten toe te staan.

Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Hierin is de omgevingsvergunning geïntroduceerd. In bepaalde gevallen kan het voorkomen dat een bouwplan, dat in strijd is met de regels van het bestemmingsplan, toch wenselijk is. Artikel 2.12 Wabo geeft het college de bevoegdheid om in voorkomende gevallen af te wijken van het bestemmingsplan. Op grond van de zgn. ‘kruimelgevallenregeling’ in het Bor kan het college daarbij ook afwijken voor het wijzigen van gebruik van bouwwerken (Bor, bijlage II, artikel 4, lid 9). Het afwijkend gebruik mag niet meer dan 1.500 m2 bedragen.

Verzoeken die een grotere vloeroppervlakte hebben vallen niet onder de beleidsregels. Voor die verzoeken is een projectafwijkingsbesluit nodig. Als handvat worden ook voor die grotere initiatieven dezelfde criteria gehanteerd. Deze criteria gelden tot de nieuwe structuurvisie is vastgesteld.

Toelichting op enkele artikelen.

Artikel 4 eerste lid, onder a:

Een fitnesscentrum is een intensief recreatieve functie. Het buitengebied Sittard-Geleen is naast de agrarische belangen en de belangen van natuur en landschap gericht op extensief recreatief medegebruik. Een fitnesscentrum past daar niet in.

Artikel 4, tweede lid, onder a:

Deze regel is gericht op het tegen gaan van leegstand.

Artikel 4, tweede lid, onder c:

Op 15 maart 2012 heeft de raad van Sittard-Geleen de Nota Parkeernormen Sittard-Geleen- Parkeernormensystematiek 2012 vastgesteld. Nieuwe ontwikkelingen zoals een gebruikswijziging moeten hieraan worden getoetst. Uitgangspunt vormt het parkeren op eigen terrein, waarbij in bepaalde gevallen een ontheffing mogelijk is en/of een afkoopregeling.

Artikel 4, tweede lid, onder d:

Fitnesscentra hebben een grote verkeersaantrekkende werking. Een goede ontsluiting is daarom een belangrijk vereiste. Aan hand van bestaande verkeersintensiteiten en de verwachte toename daarvan als gevolg van het fitnesscentrum, moet per aanvraag worden beoordeeld of de verkeersbelasting aanvaardbaar is.

Artikel 4, tweede lid, onder f:

Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit (1% letaliteitsgrens).

De verantwoordingsplicht houdt in dat iedere wijziging m.b.t. planologische keuzes moet worden onderbouwd en verantwoord. Hierbij geeft het bevoegde gezag aan of het groepsrisico in de betreffende situatie aanvaardbaar wordt geacht. In het Bevi, de cRnvgs en het Bevb zijn bepalingen opgenomen waaraan deze verantwoording moet voldoen.

De verantwoording van het GR is conform het Bevi van toepassing indien sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling binnen het invloedsgebied van een Bevi-inrichting.

Artikel 4, tweede lid, onder h:

Een ruimtelijke onderbouwing maakt deel uit van de aanvraag. In deze onderbouwing wordt gemotiveerd waarom het verzoek past binnen de beleidsregels.

Verder maakt een behoefte-onderzoek deel uit van deze onderbouwing. Hieruit moet in elk geval blijken wat de (regionale) ruimtevraag is voor deze stedelijke ontwikkeling. Kort gezegd: de vraag is gelijk aan de behoefte minus het aanbod. Met de (regionale) ruimtevraag in beeld kan worden beoordeeld of een voorgenomen stedelijke ontwikkeling (vestiging fitnesscentra) voorziet in een actuele (regionale) behoefte. Dit met het oog op bijv. leegstand en verloedering.

Artikel 4, tweede lid onder i:

Door toepassing te geven aan deze beleidsregels en daarmee dus ook aan een afwijking bestemmingsplan, kan de gemeente worden geconfronteerd met planschadeclaims als bedoeld in art. 3.6 Wro. Om de gemeente Sittard-Geleen te vrijwaren van te honoreren verzoeken om planschadevergoeding ex. art. 3.6 Wro dient aanvrager een zgn. planschadeverhaalsovereenkomst te ondertekenen.

Lijst met afkortingen

·

Awb

 

: Algemene wet bestuursrecht

·

Bevb

 

: Besluit externe veiligheid buisleidingen

·

Bevi

 

: Besluit externe veiligheid inrichtingen

·

Bor

 

: Besluit omgevingsrecht

·

BRZO

 

: Besluit Risico’s Zware Ongevallen

·

Bvo

 

: Bedrijfsvloeroppervlak

·

cRnvgs

: Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen

·

GR

 

: Groepsrisico

·

PDV

 

: Perifere Detailhandels Vestigingen

·

POL

 

: Provinciaal Omgevingsplan Limburg

·

PR

 

: Plaatsgebonden risico

·

Wabo

 

: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht