Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Houten

Ruimtelijke beleidsregels kinderopvang

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHouten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRuimtelijke beleidsregels kinderopvang
CiteertitelRuimtelijke beleidsregels kinderopvang
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-09-2013Nieuwe regeling

05-03-2013

Houtens Nieuws

BWV13.00103

Tekst van de regeling

Intitulé

RUIMTELIJKE BELEIDSREGELS KINDEROPVANG

 

 

1. Aanleiding

 

Ouders zijn voor een groot gedeelte aangewezen op kindercentra als zij werk en de zorg voor hun kinderen willen combineren. Het college vindt het daarom van belang om voldoende en kwalitatief hoogwaardige opvang mogelijk te maken binnen de gemeente. De opvang moet zorgen voor een warme en veilige plek waar kinderen spelenderwijs kunnen werken aan persoonlijke en sociale ontwikkeling.

 

Eind maart 2009 heeft het college besloten kleinschalige kinderopvang (i.h.b. BSO) in de wijken (i.h.b. in Houten-Zuid) te willen stimuleren. Een van de acties is om een collegevoorstel op te stellen met een plan van aanpak om te komen tot beleidregels waarmee kinderopvang en BSO door de gemeente gefaciliteerd kunnen worden. Onderdeel van de uitwerking is het opstellen van een ruimtelijk beleidskader. Het huidige ruimtelijke beleid sluit op dit moment onvoldoende aan bij de wens van het college om kleinschalige kinderopvang te faciliteren. Deze beleidsregels zullen een ruimtelijk toetsingskader vormen voor nieuwe aanvragen van kleinschalige kinderopvang en nieuwe bestemmingsplannen. Het gaat hier om vormen van opvang die vallen onder de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

 

2. Wetgeving en vormen van kinderopvang

Kinderopvang wordt door de rijksoverheid gestuurd via de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk. Deze wet regelt de kosten(verdeling) en de kwaliteit van de kinderopvang. Zowel dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelzaalwerk vallen onder deze wet.

 

De Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk onderscheiden dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelzaalwerk. Combinaties zijn mogelijk. Dagopvang is opvang in een kinderdagverblijf, voor kinderen van nul tot vier jaar gedurende één of meer dagdelen per week het hele jaar door. Buitenschoolse opvang is opvang van kinderen in de basisschoolleeftijd vóór en/of na schooltijd, tijdens studie- en adv dagen van leraren en in de vakanties. Gastouderopvang is opvang van kinderen in de woning van de gastouder of de vraagouder. De gastouder mag tegelijkertijd maximaal zes kinderen (inclusief eigen kinderen) onder de hoede nemen. Onder de Wet kinderopvang vallen alleen gastouders die zijn aangemeld bij een geregistreerd gastouderbureau.

Vrienden-/familiediensten, au-pairs of een incidentele oppas (de zogenaamde informele opvang) en tieneropvang vallen niet onder de Wet kinderopvang.

 

De ruimtelijke beleidsregels Kinderopvang nemen de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen als uitgangspunt. In het Besluit Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen van mei 2012 zijn de volgende eisen relevant voor de ruimtelijke beleidsregels:

 

  • -

    Bij een gastouder mogen maximaal 6 kinderen tegelijk zijn, inclusief de eigen kinderen onder de 10 jaar.

  • -

    Er dienen binnen en buiten voldoende speelmogelijkheden te zijn, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

  • -

    Gastouders mogen op verschillende adressen kinderen opvangen: op het woonadres van de gastouder en/of op het woonadres van een vraagouder. Een gastouder mag bijvoorbeeld op maandag bij zichzelf thuis een kind opvangen, en op dinsdag bij de ouder thuis het kind opvangen. Het opvangadres waar alle kinderen worden opgevangen, mag bij de gastouder en bij één van de vraagouders zijn. Als de opvang plaatsvindt bij één van de vraagouders, mogen daar ook kinderen van andere ouders worden opgevangen.

Ruimtelijk relevante regels dagopvang

  • -

    Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte

  • -

    Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.

  • -

    Er is ten minste 3 m2 bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

  • -

    De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

 

Ruimtelijk relevante regels bso

  • -

    Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind.

  • -

    Er is ten minste 3 m2 bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. OF 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

 

 

3. Kinderopvang in Houten

 

In deze beleidsregels zullen dagopvang, BSO en gastouderopvang apart bekeken worden, onder andere omdat de eisen voor bereikbaarheid anders zijn.

De bestaande grootschalige kinderdagverblijven liggen voornamelijk buiten de Rondweg namelijk op bedrijfsterreinen Doornkade en de Schaft en in de voorzieningengebieden Kruisboog en Weteringhoek. Een aantal bevindt zich in de woonwijk. Nieuwe middel- en grootschalige ontwikkelingen in de dagopvang kunnen terecht in de voorzieningengebieden Weteringhoek en Kruisboog.

De buitenschoolse opvang wordt aangeboden enerzijds bij de bestaande kinderdagverblijven, anderzijds op nieuwe plekken als sportverenigingen, en in scholen zelf. Dit betreft bestaande gebouwen, zoals kantines bij sportverenigingen, een kerk, wijkgebouwen, woningen, scholen en boerderijen, maar ook gebouwen waarbij kinderopvang en BSO in het ontwerp is meegenomen zoals bij de ontwikkeling van een brede school.

 

Bij de beoordeling van de aanvragen wordt onderscheid gemaakt in grootte, omdat de ruimtelijke impact verschilt. De grootte van de kinderopvang is bepalend voor de mogelijke locatie. De volgende schaalindeling wordt gehanteerd, overgenomen uit de Raamwerk Notitie Facilitering Kinderopvang en BSO.

 

1. Kleinschalig:

max. 6 kinderen van 0-13 jaar op een locatie voor gastouderopvang (incl. eigen kinderen) en maximaal 6 kinderen voor BSO en kinderopvang (excl. eigen kinderen).

 

2. Middelgroot:

Tussen 6 (exclusief eigen kinderen) en 30 kinderen.

 

3. Grootschalig

Meer dan 30 kinderen.

 

4. Ruimtelijke aspecten

 

4.1 Inleiding

 

In deze paragraaf zal ingegaan worden op de ruimtelijk- beleidsmatige aspecten bij kinderopvang. Op verzoek van het college zal hier met name ingegaan worden op kleinschalige kinderopvang en BSO in de wijk. Kinderopvang dient aan het bestemmingsplan te worden getoetst, te passen in het bestemmingsplan, dan wel planologisch geregeld te worden. Als sprake is van een vigerend bestemmingsplan waarin de functie niet geregeld is, zou een afwijkingsprocedure kunnen worden doorlopen.

 

4.2 Bestaand ruimtelijk beleid

 

Kinderopvang past in beginsel niet in de woonbestemming zoals die in de huidige bestemmingsplannen is geregeld. Dit geldt voor gastouderopvang, BSO en dagopvang. Ook op de bedrijventerreinen, in het buitengebied, centrum, oude dorp, oude linten en Castellum is dit niet direct geregeld, buiten de bestaande voorzieningen.

Voor kleinschalige gastouderopvang (tot 6 kinderen) en kleinschalige kinderopvang (tot 8 kinderen) geldt dat deze als beroep of bedrijf aan huis worden aangemerkt. Dit is verankerd in de beleidsnotitie “Beroep en bedrijf aan huis”, welke op 1 mei 2012 door het college is vastgesteld.

 

Voor de voorzieningengebieden Kruisboog en Weteringhoek geldt dat de bestaande kleinschalige , middelgrote en grootschalige kinderopvangcentra zijn bestemd ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan Kruisboog-Weteringhoek op 6 maart 2012. Voor de vestiging van nieuwe centra kan een procedure voor omgevingsvergunning worden doorlopen, waarbij onder andere aandacht besteed dient te worden aan de verkeerssituatie.

 

4.3 Nieuw ruimtelijk beleid

 

4.3.1 Grootschalig en middelgroot

 

De voorzieningengebieden Kruisboog en Weteringhoek zijn en blijven bij uitstek de plekken waar middel- en grootschalige opvang een plaats moeten krijgen. Zoals gezegd is dit reeds geregeld in het GBHV.  Het zogenaamde 3e voorzieningengebied is in ontwikkeling. Ook in dit gebied, tussen Amsterdam- Rijnkanaal en Meerpaal, zal kinderopvang een plek kunnen krijgen.

 

Een aantal kinderdagverblijven in Houten zijn op bedrijventerreinen gesitueerd. Deze zijn echter zo gesitueerd dat zij aan de rand van het terrein liggen of bijvoorbeeld direct grenzend aan een groenzone (Bijvoorbeeld de Notedop op Doornkade). Het is en wordt echter geen algemeen beleid om deze functie toe te staan op een bedrijventerrein, omdat bedrijven de opvangfunctie milieutechnisch kunnen hinderen en andersom. Risicovolle bedrijven kunnen een risico vormen in het kader van externe veiligheid.

 

Door transformatie van bijvoorbeeld leegkomende scholen, wijkgebouwen, winkelpanden of bedrijfspanden kan wel grootschalige of middelgrote kinderopvang nabij de woonwijk worden gerealiseerd. Deze locaties zijn voldoende groot, de verkeersontsluiting is goed en er is parkeergelegenheid aanwezig. Natuurlijk moet hier in elk individueel geval specifieker naar worden gekeken. De voorzieningengebieden Kruisboog en Weteringhoek en het te ontwikkelen 3e voorzieningengebied zijn in de eerste plaats bestemd voor dit soort functies.

 

Dan is er nog de Brede School. Bij een Brede School gaat het om een samenwerkingsverband dat leidt tot een geïntegreerde aanpak ter verbetering van de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren in hun diverse leefmilieus: op school, in het gezin, en in hun vrije tijd. Het doel van een brede school is komen tot een samenwerkingsverband met een wijkgerichte oriëntatie bestaande uit de school en andere voorzieningen in de wijk. Opvang van kinderen hoort tot een van die voorzieningen. Nieuwbouw of het realiseren van een brede school in bestaande situaties wordt door de gemeente als een positieve ontwikkeling gezien. Ruimtelijk gezien is deze ontwikkeling in principe mogelijk en kan dit middels een procedure voor omgevingsvergunning mogelijk gemaakt worden, waarin alle belangen worden afgewogen.

 

BSO moet bij voorkeur gevestigd zijn in de nabijheid van de school, zodat de kinderen geen lange afstanden hoeven af te leggen om er te komen en met de fiets of te voet kunnen komen. Automatisch zit je in Houten meestal in de buurt van de hoofdfietsroutes en verder in de wijk vanaf de Rondweg gezien.

 

Bij de ontwikkeling van kinderopvang in de woonbuurt zijn omvang en schaal van belang. Grootschalige kinderopvang past in principe niet in de woonbuurt. De mogelijke overlast naar de belendende woningen is te groot. Het gaat daarbij niet alleen om verkeersoverlast bij het brengen en halen, maar ook om geluidsoverlast. Bij kinderopvang hoort een buitenruimte met spelende kinderen; dit zal overlast geven naar aangrenzende woning en achtertuinen. Het is met name bij achtertuinen dat mensen gesteld zijn op hun rust. Nieuwbouw voor grootschalige kinderopvang zal waarschijnlijk ook niet in de bestaande woonwijk kunnen plaatsvinden, omdat daar, zonder grootschalige sloop, simpelweg geen plek voor is.

 

Beleidsregel/ actie

Indien mogelijk in nieuwe bestemmingsplannen middel- en grootschalige kinderopvang en BSO mogelijk maken in scholen, wijkgebouwen, bedrijfsgebouwen, etc.

 

Zoals hier boven vermeld is gezien de scheiding van functies in Houten, de overlast die het kan opleveren en het bedrijfsmatige karakter niet wenselijk om deze vorm in een woonomgeving te faciliteren. Dubbelgebruik of ondergeschikt gebruik van sociaal culturele centra, scholen, verenigings-, wijk of kerkgebouwen is echter heel goed mogelijk. Vooral BSO zal op deze manier gefaciliteerd kunnen worden. De overlast naar de (woon)omgeving zal waarschijnlijk beperkt blijven, maar dat moet per geval bekeken worden.

 

Beleidsregel/ actie

Waar mogelijk in nieuwe plannen dubbelgebruik mogelijk maken van sociaal culturele centra, scholen, verenigings-, wijk of kerkgebouwen. Indien nog geen actueel plan voorhanden is met (binnenplanse) afwijking regelen van dit dubbelgebruik.

 

4.3.2 BSO en dagopvang/ kleinschalige opvang

 

Voor gastouderopvang en kleinschalige kinderopvang geldt dat deze zijn verankerd binnen de beleidsnotitie “beroep en bedrijf aan huis”, welke is vastgesteld op 1 mei 2012 door het college.

Hieruit volgt dat gastouderopvang voor maximaal 6 kinderen (inclusief de eigen kinderen) mogelijk is. Dit sluit aan bij de landelijke wetgeving waaruit volgt dat niet meer van gastouderopvang gesproken kan worden als er meer dan 6 kinderen aanwezig zijn.

Voor kleinschalige kinderopvang geldt eveneens een maximum van zes kinderen binnen de beleidsnotitie “beroep en bedrijf aan huis”, maar dan exclusief de eigen kinderen.

 

4.3.3 Gastouderopvang

 

Kleinschalige kinderopvang in de woonbuurt moet mogelijk zijn. Inhoudelijk en juridisch is de aanwezigheid van kinderen in woonwijken namelijk een vanzelfsprekendheid. Kindergeluid hoort in een woonomgeving en is verenigbaar met de woonfunctie; dit blijkt onder meer uit jurisprudentie. In veel buurgemeenten van de gemeente Houten wordt bovendien kinderopvang ook toegestaan in vrijstaande bijbehorende bouwwerken.

 

4.3.4 Buitengebied

Tot nu is er nog niet gesproken over het buitengebied. Kinderopvang in het buitengebied zijn vaak niet mogelijk vanwege een combinatie van de plek en de verkeersaantrekkende werking. Veel autoverkeer over smalle wegen in het buitengebied vormen geen wenselijke situatie. Bij BSO heeft het de voorkeur dat de fietsbereikbaarheid goed is. In principe zou een boerderij een mooie plek zijn voor (thematische) middelgrote kinderopvang. De afstand tot de scholen en woningen moet daarbij niet te groot zijn, zodat het voor de grotere kinderen mogelijk is om te fietsen. Hier is maatwerk vereist. In de kleine kernen zelf zijn scholen en gebouwen met een maatschappelijke functie natuurlijk wel weer geschikt om opvang te realiseren.

 

Hoofdstuk 5 Conclusie

Grootschalige en middelgrote kinderopvang kan mogelijk gemaakt worden door transformatie of dubbelgebruik. Gastouderopvang en kleinschalige opvang tot en met zes kinderen kan in principe aan huis. Onderstaande tabel geeft aan waar (soort gebied) welke schaalniveau voor vestiging van nieuwe kinderopvang gewenst is. Een kruis betekent dat het in principe mogelijk moet zijn.

Tabel 1: locaties voor nieuwe kinderopvangcentra

 

Gastouder

Kleinschalig

Middelgroot

Grootschalig

Woongebied

X

X

 

 

Bedrijventerrein/ Kantoorgebied

 

 

X

 

Voorzieningengebied

 

 

X

X

Gebieden met functiemening zoals oude lintbebouwing en het Oude Dorp

X

X

X

 

Buitengebied

X

X

X

 

Bij het vestiging van een kinderopvang maakt het type gebouw in principe niet uit. Elke schaal van opvang zou ruimtelijk gezien in principe plaats kunnen vinden in elk type gebouw (school, wijkcentrum, sociaal- cultureel centrum, sportkantine, bedrijfsgebouw of kantoor). Bij elke afwijkingsprocedure of bestemmingswijziging moet nog steeds een specifieke afweging gemaakt worden of het ook wel haalbaar is in verband met parkeren, en bereikbaarheid en overlast naar de omgeving. Dit is op voorhand niet te bepalen, daarbij moet plek en capaciteit individueel bekeken worden.

Mits passend binnen het type locatie, worden sommige gebouwen vanwege hun aard of hoofdfunctie niet passend geacht als vestiging van een nieuw kinderopvangcentrum.

Tabel 2: Passende gebouwen voor nieuwe kinderopvangcentra

 

kleinschalig

middelgroot

groot

School

X

X

X

Wijkcentrum

X

X

X

Sportkantine

X

X

X

Wijk- /sociaal- cultureel centrum

X

X

 

Kantoor

X

X

X

Bedrijfsgebouw

X

X

X

Kerk

X

X

 

Gastouderopvang en kleinschalige opvang

De mate waarin gastouderopvang en kleinschalige kinderopvang is toegestaan, staat omschreven in de beleidsnotitie beroep en bedrijf aan huis. Deze notitie is op 1 mei 2012 vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders.Bijlage 1 Kwaliteitseisen voor gastouders

Afkomstig van Website Rijksoverheid (08-10-2012): http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvang/vraag-en-antwoord/aan-welke-eisen-moeten-gastouders-voldoen.html

Aan welke eisen moeten gastouders voldoen?

Gastouders moeten aan verschillende eisen voldoen. Bent u gastouder, dan moet u geregistreerd staan in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Ook moet u het juiste diploma of certificaat hebben. De locatie(s) waar u gastouder bent, moet voldoen aan de eisen. Daarnaast mag u niet te veel kinderen opvangen en moet u de betalingen goed regelen. Alleen als u geregistreerd staat in het LRKP hebben uw vraagouders recht op kinderopvangtoeslag.

Locatie gastouderopvang

Voor de locatie waar u gastouder bent, gelden de volgende voorschriften:

  • ·

    U mag op meerdere locaties kinderen opvangen.

  • ·

    Als u opvang aanbiedt in het huis van een van de vraagouders, mag u daar kinderen opvangen van verschillende ouders.

  • ·

    Op het woonadres van een vraagouder kunnen meerdere gastouders werken. Bijvoorbeeld als 2 gastouders ieder een deel van de week de opvang verzorgen. Een gastouder mag niet werken op het woonadres van een andere gastouder.

  • ·

    Als u een kortdurende ziekte heeft, zoals een griepje, mag u zich laten vervangen door een andere gekwalificeerde gastouder. Dit kan op de locatie waar u werkt. Als u langer uit de roulatie bent, moet de opvang worden verplaatst naar de locatie waar de vervangende gastouder geregistreerd staat. Dit betekent dat de kinderen tijdelijk op een ander adres zullen worden opgevangen.

Overige vereisten aan de locatie gastouderopvang:

  • ·

    Als u kinderen tot 1,5 jaar opvangt, moet u een aparte slaapruimte hebben voor deze kinderen.

  • ·

    Er zijn binnen en buiten voldoende speelmogelijkheden.

  • ·

    U kunt geen gastouder zijn als u op hetzelfde adres woont als de ouders van het kind dat u wilt opvangen, dus bijvoorbeeld wanneer u au pair bent.

  • ·

    Als u 4 of meer kinderen tegelijk opvangt, heeft u een achterwacht die telefonisch bereikbaar moet zijn en bij calamiteiten binnen 15 minuten aanwezig kan zijn.

  • ·

    De woning is altijd volledig rookvrij en er zijn voldoende goed functionerende rookmelders.

Overige vereisten gastouder en betalingen

Vraagouders mogen u niet rechtstreeks betalen. Betalingen tussen ouders en gastouders lopen via het gastouderbureau. De Belastingdienst of de GGD kan dit controleren. Verder gelden de volgende vereisten:

  • ·

    Als u jonger bent dan 18 jaar mag u geen gastouder zijn.

  • ·

    Tijdens het werk spreekt u Nederlands, Fries of een andere Nederlandse streektaal. Als de opgevangen kinderen tijdelijk in Nederland wonen (bijvoorbeeld expats), mag u een andere taal spreken.

  • ·

    U moet voordat u start met uw werkzaamheden als gastouder een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) overhandigen aan het gastouderbureau. De VOG mag op dat moment niet ouder zijn dan 2 maanden. Vanaf 1 juli 2012 moeten ook alle vrijwilligers en stagiaires in het bezit zijn van een VOG. Ook stagiaires die korter dan 3 maanden worden ingezet.

  • ·

    Als u thuis kinderen opvangt, moeten uw huisgenoten van 18 jaar of ouder ook een VOG hebben.

  • ·

    Als u kinderen opvangt op het adres van de vraagouder, hoeft alleen u als gastouder een VOG te hebben.

  • ·

    Als 1 of meer van uw eigen kinderen onder toezicht staan, kunt u geen gastouder zijn.

  • ·

    De houder (ondernemer) kan geen gastouder zijn bij het eigen gastouderbureau of als ouder gebruik maken van de diensten van het bureau. Wel kan hij bemiddelingswerker zijn.

Gastouders en regeling dienstverlening aan huis

Sommige gastouders gebruiken de Regeling dienstverlening aan huis om te werken als gastouder. Als de vraagouder recht wil hebben op kinderopvangtoeslag, dan moet u als gastouder voldoen aan alle voorwaarden van de Regeling dienstverlening aan huis en ook aan de eisen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Als u maximaal 3 dagen per week werkt als gastouder, kunt u onder de regeling dienstverlening aan huis vallen. Dit hangt af van het soort contract dat u afsluit met de vraagouder(s).

Als u niet onder de regeling dienstverlening aan huis valt, is het mogelijk dat u als gastouder minder verdient dan het minimumloon. Dit kan als er geen sprake is van een gezagsverhouding tussen u en de vraagouder. Een gezagsverhouding houdt in dat een werkgever aangeeft welk werk u als werknemer moet doen. Ook dit is afhankelijk van het soort contract dat u afsluit. De Belastingdienst bepaalt in individuele gevallen of er sprake is van een dienstbetrekking.

Aanvragen VOG voor gastouders en huisgenoten

Als u een VOG aanvraagt, moet u daarvoor speciale, voorgedrukte aanvraagformulieren gebruiken.

Maximum aantal kinderen bij gastouders

Een gastouder mag maximaal 6 kinderen van 0 - 13 jaar gelijktijdig opvangen, inclusief eigen kinderen tot 10 jaar:

  • ·

    waarvan maximaal 5 kinderen tot 4 jaar, inclusief eigen kinderen in die leeftijd;

  • ·

    waarvan maximaal 4 kinderen tot 2 jaar, inclusief eigen kinderen in die leeftijd;

  • ·

    waarvan maximaal 2 kinderen tot 1 jaar, inclusief eigen kinderen in die leeftijd.

Aanmelden als gastouder

Zodra u aan de eisen voldoet, moet uw gastouderbureau een aanvraag tot exploitatie voor u doen bij de gemeente. Bij deze aanvraag moet het gastouderbureau uw diploma of certificaat goed gastouderschap overhandigen, uw VOG (en van uw huisgenoten van 18 jaar en ouder) en een kopie van uw identiteitsbewijs. Ook moet het gastouderbureau het adres van de opvang doorgeven. Dat is uw eigen woonadres als u bij u thuis opvangt en het adres van een vraagouder, als u daar kinderen opvangt. Voldoet u aan alle vereisten, dan volgt registratie in het LRKP.

GGD controleert gastouderopvang

De GGD controleert jaarlijks gastouderbureaus. Dit gebeurt meestal onaangekondigd. Ook controleert de GGD steekproefsgewijs een deel van de gastouders.

Eerst controleert de GGD of gastouders een VOG, diploma/certificaat en EHBO hebben. Vervolgens is er elk jaar een controle van de eisen die gelden voor accommodatie en inrichting van de opvang, pedagogische kwaliteit, het aantal kinderen en de veiligheid en gezondheid. Werkt u ook bij 1 of meer vraagouders, dan controleert de GGD steekproefsgewijs bij 1 of meer adressen van vraagouders.

Ook houdt de GGD een inspectieonderzoek als er signalen zijn dat de opvang niet in orde zou zijn.

Meer informatie gastouders

Met vragen over de gevolgen die gastouder zijn heeft voor uw belastingaangifte of voor de belasting die u betaalt, kunt u bij de Belastingdienst terecht.