Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2014 |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b
1. Regeling gemeentelijke belastingen
2. Beleidsregels ambtshalve vermindering 2005
3. Beleidsregels fiscaal bestuurlijke boeten
4. Leidraad invordering gemeentelijke belastingen
5. Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-03-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | artikel 4 | 13-03-2014 Elektronisch gemeenteblad 19 maart 2014, jaargang 2014, nr. 15043 | raadsbesluit 2014-03774 |
01-01-2014 | 20-03-2014 | nieuwe regeling | 19-11-2013 Veluws Nieuws, 26-11-2013 | raadsbesluit 2013-33602 |
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam marktgeld worden rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt en voor het genot van de diensten die in verband daarmee door of vanwege de gemeente worden verleend.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak.
Het marktgeld wordt geheven bij wege van aanslag of bij wege van mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
Artikel 9 Ontheffing en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel derde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste standplaats in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Op aanvraag wordt teruggaaf verleend over het aantal volle kalendermaanden waarin van de vaste standplaats als gevolg van overmacht geen gebruik is gemaakt.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het marktgeld.
De Verordening marktgeld 2011 van 25 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Epe, 19 november 2013
De raad voornoemd,
de voorzitter, ir. H. van der Hoeve MPA.
de griffier, V. Smit.
Nota-toelichting Verordening marktgeld 2014
De gemeente Epe hanteert als uitgangspunt de modelverordening van de VNG. Er is echter geen modelverordening marktgeld beschikbaar. Daarom volgt hieronder voor zover nodig een toelichting per artikel.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Niet het innemen van, maar het beschikbaar stellen van een standplaats vormt het belastbare feit. Dit sluit aan bij het feit dat geen standplaats mag worden ingenomen zonder vergunning. Daarnaast is marktgeld verschuldigd voor dienstverlening die verband houdt met de markt: het inschrijven op de wachtlijst, het verlengen daarvan en vergunningen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en t arieven
Een standwerkersplaats heeft een vaste afmeting. Daarbij past een vast tarief. Voor dagplaatsen en vaste standplaatsen is het tarief afhankelijk van de ingenomen ruimte. De ruimte die wordt ingenomen voor de opslag van een reservevoorraad, al dan niet op voertuigen, tafels en dergelijke geplaatst, wordt geacht deel uit te maken van de standplaats. Het aantal strekkende meters van de standplaats wordt gemeten, daar waar die het grootst is.
Aangezien het belastbare feit niet het innemen van de standplaats is, maar het ter beschikking stellen, is de heffing ook verschuldigd indien een standplaats niet wordt ingenomen. Meestal levert dat geen problemen op, de marktkooplieden hebben er geen belang bij om een plaats niet in te nemen.
In geval van overmacht, bijvoorbeeld door langdurige ziekte, kan zich een situatie voordoen dat het niet rechtvaardig wordt geacht om te heffen. Daarvoor is de mogelijkheid geopend om teruggaaf te vragen. Er is in de nieuwe redactie voor gekozen om aan te sluiten bij volle kalendermaanden (net als bij de ontheffing uit artikel 9) om deze regel praktisch uitvoerbaar te houden. Overigens komt dit in de praktijk zelden voor. Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat indien de vergunninghouder zijn plaats door een ander laat innemen, er geen teruggaaf wordt verleend. De plaats is dan immers ingenomen.