Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt de Verordening hondenbelasting 2012, die van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich vóór 1 januari 2013 hebben voorgedaan.
Ingangsdatum heffing: 1 januari 2013.
Gemeentewet, artikel 226
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2012 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 07-11-2012 Stadsnieuws 2012, 50 | RB12.0190 |
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 4 Maatstaf van de heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,50.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 11.350,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien (10) gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Voor elke hond waarvoor aangifte is gedaan wordt kosteloos een penning uitgereikt, die dient te worden ingeleverd bij beëindiging van de belastingplicht. Het model van deze penning wordt door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar vastgesteld.
Indien een uitgereikte penning verloren is, wordt op aanvraag van de belastingplichtige aan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, genoemde gemeenteambtenaar, tegen betaling van € 5,-- een nieuwe penning afgegeven.
De belastingplichtige is verplicht er voor te zorgen dat de in artikel 9 a bedoelde penning door de hond duidelijk zichtbaar wordt gedragen wanneer deze zich op de openbare weg bevindt. Het is verboden de penning aan anderen af te geven of in gebruik te geven of te doen dragen door een hond waarvoor geen aangifte is gedaan.
Op eerste vordering van de daartoe bevoegde ambtenaren is de geleider van de hond verplicht halt te houden, teneinde bedoelde ambtenaren gelegenheid te geven tot controle.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.
De gewijzigde Verordening hondenbelasting 2012, vastgesteld bij Raadsbesluit van 7 november 2012,wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.