Organisatie | Zaltbommel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit branchering warenmarkten Zaltbommel 2010 |
Citeertitel | Besluit branchering warenmarkten Zaltbommel 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Zaltbommel 2010, art. 2, lid 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2011 | nieuwe regeling | 05-04-2011 Gemeenteblad 2013, week 26 | Onbekend |
I vast te stellen de volgende lijst met artikelengroepen (branches) en een maximum aantal standplaatsen per branche voor de dinsdagmarkt
theedoeken, handdoeken, baddoeken, vaatdoeken, tafelzeil, badlakens, dekbedden, dekbedovertrekken, kussens, slopen, lakens etc. | ||||
schoenen, laarzen, klompen, pantoffels, inlegzooltjes, veters, schoenpoets | ||||
riemen, lederen veters, schoenreparatieartikelen en andere artikelen die niet vallen onder punt 3.2 zoals hoeden en petten | ||||
ook dweilen, vaatdoeken, schuursponsen, stofzuigerzakken en stofzuigeronderdelen, schoonmaakmiddelen, dweilen, borstels, etc. | ||||
II vast te stellen de volgende lijst met artikelengroepen (branches) die in ieder geval op de zaterdagmarkt vertegenwoordigd moeten zijn:
vergunningen die krachtens het bepaalde in Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Zaltbommel of de Marktverordening 2010 zijn verleend en afwijken van deze branchering onverminderd van kracht blijven tot het moment dat de vergunning overeenkomstig het bepaalde in de Marktverordening Zaltbommel 2010 is ingetrokken;
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommelin de vergadering van 5 april 2011
In artikel 2 van de Marktverordening Zaltbommel 2010 is bepaald dat het college een lijst met artikelengroepen (branches) en een maximumaantal standplaatsen per branche kunnen vaststellen. Voor de zaterdagmarkt gold in het verleden reeds een branchering. Gebleken is dat er behoefte bestaat om ook voor de dinsdagmarkt een branchering door te voeren. Hierbij is gebruik gemaakt van de branchelijst van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (branchering op de markt, versie 2006). In de toelichting op de branchelijst gaat deze vereniging in op net en noodzaak van branchering. Die toelichting is hier zoveel als mogelijk overgenomen en daar waar nodig herschreven op de situatie in Zaltbommel.
Een markt moet kunnen functioneren met alle moderne gemakken en voorzieningen die technisch en zakelijk haalbaar en verantwoord zijn, maar die in eerste plaats de consument wil. Het is de consument die bepaalt en de ambulant ondernemer en ons college moeten op een verantwoorde wijze de wensen van het publiek als leidraad nemen in de marktopzet. Branchering is een belangrijk onderdeel van een goede marktopzet.
Het aanbod van de warenmarkten is van het grootste belang voor de consument. Als de markt een zo breed mogelijk assortiment biedt, stijgt de aantrekkingskracht voor de marktbezoekers. Om tegemoet te komen aan dit uitgangspunt kunnen wij vaststellen welke branches door de kooplieden gevoerd worden als ook het aantal kooplieden per branche. De branchering vormt daarmee een instrument om de mogelijkheid tot specialisatie en differentiatie van het aanbod optimaal te benutten. Branchering mag niet leiden tot het afschermen van concurrentie. Branchering moet ook niet zo star zijn dat daarmee de mogelijkheden tot expansie van marktondernemers in de verdrukking komen.
Dat een modern ambulant ondernemer zich moet kunnen ontplooien is uitgangspunt. Vermeden moet worden dat er op de markt een “winkel van Sinkel” ontstaat die anderen de kans ontneemt om zich op de markt te vestigen. Immers, de “winkel van Sinkel” kan in het extreemste geval alle branches voeren. Tot slot kan branchering uitsluitend gebaseerd zijn op basis van ordening en niet op basis van economische motieven.
Wij gaan uit van hoofdbranches. Die hoofdbranches zijn nadere gespecificeerd in subcategorieën. In beginsel geldt: maximaal één subcategorie per ondernemer. In de praktijk blijkt een aantal marktkooplieden waren uit meerdere branches te verkopen (zie bijvoorbeeld de branches 2.11 en 2.12: deze branches worden door één marktkoopman verkocht). Met het toestaan van meerdere branches per marktkoopman wordt zéér terughoudend omgegaan.
Brancheoverschrijdende artikelen
Soms is sprake van brancheoverschrijdende artikelen. Bijvoorbeeld T-shirts. Deze kunnen worden verkocht als bovenkleding, onderkleding, nachtkleding, vrijetijdskleding of als supportersartikel. Een ander voorbeeld zijn pindarotsjes: zijn dat pinda’s met chocolade of chocolade met pinda’s?. Dit soort artikelen kunnen tot het kernassortiment van diverse subcategorieën behoren, maar worden aangemerkt als brancheoverschrijdende artikelen. Dergelijke artikelen behoren tot meerdere branches.
Situatie in Zaltbommel en overgangssituatie.
De branches die op dit moment op de dinsdagmarkt vertegenwoordigd zijn en het aantal standplaatsen binnen die branche is als uitgangspunt genomen. Wij hebben signalen ontvangen dat er op dit moment een overaanbod is binnen de branches 1.7 (stoffen voor kleding) en 2.4 (fruit). Het aantal standplaatsen in die branche is daarom in de nieuwe situatie (uiteraard met inachtneming van de overgangstermijn) met één teruggebracht. Concreet betekent de overgangssituatie dat de huidige standplaatshouders mogen blijven verkopen waarvoor vergunning is verleend. Komt de standplaats door intrekking van de vergunning vrij, dan betekent dat de vrijgekomen plaats niet wordt ingevuld met dezelfde branche.
Op 7 december 2003 is voor de zaterdagmarkt een lijst vastgesteld van branches die in ieder geval op de zaterdagmarkt vertegenwoordigd zouden moeten zijn. Daarbij is aangegeven dat de zaterdagmarkt een traditionele en kleinschalige (vers)markt is. Om de zaterdagmarkt aantrekkelijk te laten zijn en te houden is een goed en gevarieerd, maar vooral ook stabiel aanbod van waren noodzakelijk. Dat betekent dat bij het vrijkomen van een plaats op de zaterdagmarkt binnen de aangewezen branches de plaats opgevuld moet gaan worden door een aanbieder van soortgelijke waren.
De branches die bij besluit van 7 december 2003 als zodanig zijn aangewezen worden met dit besluit niet gewijzigd.