Organisatie | Schouwen-Duiveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut |
Citeertitel | Treasurystatuut |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | nieuwe regeling | 07-12-2010 Ons Eiland, 10-02-11 | 01-12-10/A4 |
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in de Handreiking Treasury van begin 2000 gewezen op de diverse ontwikkelingen die van belang zijn; de Wet financiering decentrale overheden (Fido), die met ingang van 1 januari 2001 in werking is getreden, maakt daar onderdeel van uit. Als gevolg hiervan hebben de Nederlandse gemeenten hun treasuryfunctie geprofessionaliseerd en zijn er treasurystatuten en treasuryhandboeken vastgesteld die taken en bevoegdheden van alle in het treasuryproces actieve gemeentelijke onderdelen en functionarissen vastleggen en waarborgen.
Ook de gemeente Schouwen-Duiveland heeft een Treasurystatuut. In de B&W-vergadering van 25 oktober 2005 is besloten om het huidige Treasurystatuut per 1 januari 2006 in werking te laten treden. Thans is een nieuwe actualisatie aan de orde op grond van enkele aanpassingen in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) en de Regeling Uitzettingen en markten als gevolg van de financiële crisis die in de tweede helft van 2008 is ontstaan. De wijzigingen in de Wet Fido en in Ruddo zijn door middel van een publicatie in de Staatscourant van 3 april 2009 en 6 mei 2009 per die datum van kracht geworden.
Ten aanzien van het te voeren treasurybeleid is vast gesteld welke strategie wordt gevolgd bij het beheersen van renterisico's. De gemeente kiest op grond van de in onderstaande toelichting gekozen voor een offensieve strategie. Dit is voortzetting van het huidig beleid.
In dit verband is er keuze uit verschillende invalshoeken:
De keuze voor het type strategie is afhankelijk van een analyse van:
Gegeven het door de Wet fido voorgeschreven prudente treasury-beleid aangevuld met de wetenschap dat in een complexe (politieke) organisatie als een gemeente de informatiestromen, zeker op middellange en lange termijn, een bepaalde mate van onnauwkeurigheid in zich hebben, is gekozen voor een offensieve strategie.
Bij financiering kan worden gekozen voor twee soorten financiering:
De gemeente past in principe het systeem van totaalfinanciering toe. Dit houdt in dat niet voor iedere grote investering afzonderlijk een geldlening wordt afgesloten, maar dat de investering meeloopt in het totaal van de inkomende en uitgaande geldstromen van de gemeente. Dit wordt bewaakt via een liquiditeitenplanning.
Het doel van het Treasurystatuut is en blijft om de raad met behulp van deze geactualiseerde versie en de treasuryparagrafen in de Planning- en Controldocumenten de mogelijkheid te bieden invulling te geven aan haar verordenende en controlerende bevoegdheid. Daarnaast blijft duidelijk naar voren komen wat de uitvoerende taken van het college van burgemeester en wethouders zijn en de daarbij passende verantwoording. Het resultaat is een duidelijke bestuurlijke verantwoordingsstructuur en een transparante uitvoering van de treasuryfunctie.
In het Treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarna komen de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie aan de orde. Daarbij ligt het accent op de eenduidigheid omtrent de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.
In dit statuut wordt verstaan onder:
Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;
III Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan bonafide organisaties. Het college van burgemeester en wethouders mag middelen uitzetten en garanties verstrekken uit hoofde van de “publieke taak”. Conform artikel 9 lid 2 van de op 25 januari 2007 door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordening dient het college in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en participaties te motiveren;
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut;
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren:
1.1 hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd
1.2 uitzettingen in vastrentende waarden;
1.3 producten waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is. Bij het aangaan van een garantieproduct is op voorhand duidelijk wat de kosten zijn van het voortijdig beëindigen van het contract;
1.4 Beleggingsfondsen die voorkomen op de zogenaamde Witte Lijst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of voldoen aan de bepalingen zoals vastgelegd in (de Handreiking bij) de Wet fido/Ruddo. Het betreft hier (breed gespreide) beleggingen (obligaties e.d.) welke voldoen aan de Wet fido.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist. Indien de gelden worden uitgezet voor een periode van minder dan 3 maanden, tonen de financiële ondernemingen aan dat ze, in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren ten minste beschikken over een A-rating, afgegeven door ten minste twee ratingbureau’s.
XIV Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
De verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
(*) is regulier advies aan het college van burgemeester en wethouders van vakafdeling
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland in de vergadering van 7 december 2010.
G.C.G.M. Rabelink, burgemeester
M.K. van den Heuvel, secretaris
In dit Treasurystatuut is het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 2). Vervolgens geeft het bestuur in het Treasurystatuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet fido. Door middel van de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.
De paragraaf financiering bij de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het Treasurystatuut. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de gemeentefinanciering (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet fido en het Treasurystatuut blijven. De paragraaf financiering in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tussen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.