Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Eijsden-Margraten

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Eijsden-Margraten
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014
CiteertitelVerordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt per 1 januari 2014 de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2013 vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2012.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-201301-01-2015nieuwe regeling

12-11-2013

Gemeenteblad 4251, 17-12-2013

13IN005799

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014

De raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken en Middelen van 8 oktober 2013;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014.

Artikel 1 - Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoodzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    kampeerboerderij: een boerderij waar een kampeerterrein is opengesteld, waarbij het kampeerterrein wordt aangemerkt als camping en de boerderij zelf wordt aangemerkt als overig verblijf.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Terzake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "toeristenbelasting"een directe belasting geheven.

Artikel 3 - Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, terzake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 - Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven terzake het verblijf:

  • 1.

    door degene die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijf;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubiliseerde woning, indien hij terzake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

    • c.

      op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd;

Artikel 5 - Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode van 1 januari tot en met 31 december, bepaald op 2,5

  • 2. het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht:

    • 1.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 oktober, wordt bepaald op 60;

    • 2.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 december, wordt bepaald op 80;

Artikel 7 - Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting op/in:

  • a.

    een camping of een kampeerboerderij € 1,10;

  • b.

    overige verblijven € 1,35.

Artikel 8 - Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 - Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 - Aangifte

  • 1. Door de belastingplichtige moet binnen dertig dagen na afloop van het betreffende tijdvak aangifte worden gedaan over elk van de volgende tijdvakken van een kalenderjaar:

    • -

      de maanden januari tot en met maart;

    • -

      de maanden april tot en met juni;

    • -

      de maanden juli tot en met september;

    • -

      de maanden oktober tot en met december.

  • 2. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld.

Artikel 11 - Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 12 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 - Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 15 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2013” vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2014”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12november 2013.

M.G.A.J.T. Verbeet, D.A.M. Akkermans

Griffier, Voorzitter