Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gewijzigde verordening winkeltijden Alkmaar |
Citeertitel | Gewijzigde verordening winkeltijden Alkmaar |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-02-2016 | 29-03-2019 | aanhef | 17-09-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 24-02-2016 | Onbekend. | |
29-06-2013 | 25-02-2016 | nieuwe regeling | 16-05-2013 Officiële Mededelingen, 26-06-2013 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Alkmaar;
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr. 2015-1123;
gelet op het advies van de commissie Ruimte;
de Verordening inzake de winkeltijden Graft-De Rijp, zoals vastgesteld op 20 februari 1997 door de Raad van Graft-De Rijp, en de Winkeltijdenverordening Schermer, zoals vastgesteld op 16 mei 2006 door de Raad van Schermer, met inachtneming van het bepaalde in artikel 28 van de Wet algemene regels herindeling vervallen te verklaren.
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 maart 2013
gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet;
winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;
Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing
Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
Artikel 5. Vrijstelling zon- en feestdagen (koopzondagen) ten behoeve van het toerisme
Van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, en tweede lid van de wet wordt om redenen van op de gemeente gericht toerisme, vrijstelling verleend op zon- en feestdagen tussen 10.00 en 21:00 uur.
Van het verbod vervat in artikel 2, tweede lid van de wet wordt voor standplaatsen op een evenemententerrein vrijstelling verleend op zon- en feestdagen tijdens de tijden genoemd op de bijbehorende evenementenvergunning, voor zover de standplaatsen deel uitmaken van deze evenementenvergunning.
Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen
Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet genoemde verboden ten behoeve van winkels
waar hoofdzakelijk eetwaren en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
Artikel 7. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)
Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.
Een ontheffing, verleend op grond van de verordening, bedoeld in artikel 9, wordt gelijkgesteld met een ontheffing op grond van de Verordening winkeltijden Alkmaar.
Artikel 9. Intrekking voorgaande regeling
De huidige Verordening winkeltijden Alkmaar wordt ingetrokken.
Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn voorganger, de Winkelsluitingswet 1976.
De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183. Met ingang van 1 januari 2011 is de Winkeltijdenwet gewijzigd. De wijziging geeft een kader ten aanzien van de bevoegdheid van de gemeente om toeristische gebieden aan te wijzen, waar de winkels op alle zon- en feestdagen open mogen zijn. Het gaat om een aantal extra eisen aan de besluitvorming en een aanscherping van de bevoegdheid op grond van artikel 3, derde lid, onder a, van de wet. De vrijstellingen die de raad op basis van dit artikel bij verordening kan geven, zijn vatbaar voor bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Uitgangspunten Winkeltijdenwet
In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende:
Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.
Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.
Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.
De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.
Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden. Aan de ontheffingen op grond van artikel 3, vierde lid, en op grond van artikel 7 van de Winkeltijdenwet (avondopenstelling op zondag respectievelijk op werkdagen) kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad).
De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.
Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven. Deze is te vinden op de website van de VNG, http://www.vng.nl/eCache/DEF/62/907.html.
Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.
Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de verordening.
Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.
Artikel 3. Overdracht van de ontheffing
De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.
Artikel 5. Vrijstelling zon- en feestdagen (koopzondagen) ten behoeve van het toerisme
De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. De vrijstelling is verleend door de raad en geldt voor de tijdstippen 10:00 tot 21:00.
Het toeristische regime en de relatie met de zondagsrust is toegelicht in de memo “besluit vrije koopzondagen”
Voor verkoop tijdens een evenement op zon- en feestdagen is geen ontheffing noodzakelijk, waar zover de verkoop deel uitmaakt van de evenementenvergunning. Verkoop mag alleen plaatsvinden tijden de evenemententijden. Dit betreft alleen verkoop vanuit standplaatsen.
Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen
Dit artikel van de verordening steunt op artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet, dat luidt:
Voorts kan de gemeenteraad bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen op een daartoe strekkende aanvraag en met inachtneming van de in die verordening gestelde regels ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, vervatte verboden, voor zover het winkels betreft die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde dagen tussen 0 uur en 16 uur, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. De verordening bepaalt in ieder geval het aantal winkels waarvoor in de gemeente ontheffing kan worden verleend. Dit aantal kan ten hoogste één winkel per 15 000 inwoners van de gemeente zijn of, indien het inwonertal lager is dan 15 000, één winkel.
De vereisten uit de Winkeltijdenwet zijn dus:
er mag maar 1 ontheffing verleend worden per 15.000 inwoners (verwerkt in het tweede lid van artikel 6 van deze Verordening). Dit aantal moet strikt worden toegepast, er mag dus niet naar boven worden afgerond. Een gemeente die minder dan 15.000 inwoners heeft mag aan één winkel de ontheffing ex artikel 3, vierde lid verlenen.
Artikel 7. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkel)
Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Artikel 7 luidt:
Het verbod van artikel 2 van de wet voor de werkdagen staat in het eerste lid, onder c en houdt in dat de winkels niet tussen 22.00 uur en 6.00 uur open mogen zijn. De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde.
De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. Aan de ontheffing kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad).