Organisatie | Laarbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde raadsvergaderingen Laarbeek 2006 |
Citeertitel | Reglement van orde raadsvergaderingen Laarbeek 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De regeling uit 2006 is op onderdelen gewijzigd 24-1-2013. Deze regeling is de geconsolideerde versie.
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2006 | 27-11-2015 | Geconsolideerd 24-01-2013 | 24-01-2013 | Gemeenteblad nr 222 |
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Laarbeek 2006.
Geconsolideerd op 24 januari 2013.
De raad van de gemeente Laarbeek;
gezien het voorstel van de raadsvoorzitter en de griffier d.d. 23 mei 2006;
gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Laarbeek 2006.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen.
Het presidium is belast met de vaststelling van de voorlopige agenda’s voor de vergaderingen van de raad en van de raadscommissies, met het doen van aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad en zijn commissies, met de procesbewaking van de werkzaamheden van de raad en zijn commissies, met andere in dit reglement of in andere regelingen aan het presidium opgedragen taken en overigens met de regeling van de met voormelde taken samenhangende procedurele aangelegenheden.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijstip van vergaderen; voorbereidingen
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Daarbij komen de onderwerpen, waarbij gebruik gemaakt wordt van het in artikel 28 bedoelde spreekrecht, zo veel mogelijk als eerste aan de orde. Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.
Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 17 Primus bij hoofdelijke stemming en beraadslagingen
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een lid van de raad aangewezen; bij dat aangewezen lid begint de hoofdelijke stemming.
De concept-besluitenlijst en de op een geluidsdrager vastgelegde opname van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de leden van de raad toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep voor de volgende vergadering. Deze bescheiden worden gelijktijdig aan de overige personen, die het woord hebben gevoerd, toegezonden.
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de concept-besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.
ring aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren en overige personen die
ming van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de
leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich
bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
voorzitter en de griffier wordt ondertekend.
6.Aan de hand van de concept-besluitenlijst worden de besluiten, voorzover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt door plaatsing in De Laarbeeker, op de voor aankondigingen inde gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website.
Artikel 20 Aantal spreektermijnen
voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel.
5.Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft
gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 22 Handhaving orde; schorsing
het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert dan
wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien
de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de ver-
gadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
3.De voorzitter kan ter handhaving van de orde van de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en –indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord- de vergadering sluiten.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.
Paragraaf 3 Spreekrecht burgers; Burgerinitiatief
Artikel 28 Spreekrecht burgers
aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en tele-
foonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de raadsvergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Voorafgaand aan de tweede termijn geeft de voorzitter aan insprekers de gelegenheid tot een korte reactie of aanvulling. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.
Artikel 29b Geldigheid burgerinitiatief
Een verzoek om een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de raad te plaatsen is slechts geldig indien dat verzoek:
Artikel 29d Wijze van indiening burgerinitiatief
verzoeker en zijn plaatsvervanger;
d.een lijst met de achternamen, voornamen, adressen, geboortedata en handtekeningen
Artikel 29e Wijze van behandeling burgerinitiatief
1.Het presidium beoordeelt in de eerstvolgende vergadering na ontvangst van het burgerinitia-
tiefvoorstel of het verzoek voldoet aan de eisen van artikel 29b, 29c en 29d.
2.Het presidium adviseert de raad over de wijze van afdoening van het burgerinitiatiefvoorstel.
Indien er geen weigeringsgronden zijn plaatst het presidium het burgerinitiatiefvoorstel op
de voorlopige agenda van de eerstvolgende raad. Indien het presidium weigeringsgronden
aanwezig acht, brengt het presidium dit in het advies aan de raad tot uitdrukking.
3.De raad beslist of het initiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt
geplaatst. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 29c sub a, kan de
raad het voorstel ter afdoening in handen stellen van burgemeester en wethouders of de
burgemeester. Een afwijzing moet duidelijk worden gemotiveerd.
4.De raad draagt er zorg voor dat de verzoeker wordt uitgenodigd voor de vergadering van de
raad waarin het burgerinitiatiefvoorstel voorlopig is geagendeerd. De verzoeker krijgt tijdens
deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te
5.Binnen twee weken nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft geno-
men, wordt dit besluit bekend gemaakt op de wijze die is aangegeven in de artikelen 3:41
Paragraaf 4 Procedures bij stemmingen
Artikel 30 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 32 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is zijn stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
7.Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de
Artikel 33 Herstemming over personen
1.Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt
tot een tweede stemming overgegaan.
2.Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkre-
gen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming
de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste
stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitge-
maakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
3.Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond
Hoofdstuk 4 Rechten van de leden
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;
de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
4.De raad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet
zijnde een voorstel voor een verordening.
5.Op een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een wethouder, zijn de
bepalingen in dit artikel niet van toepassing. Een dergelijk voorstel kan na instemming van de raad terstond aan de agenda toegevoegd worden.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 41 Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door het college of de burgemeester gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Direct na de opening is er in alle reguliere vergaderingen van de raad een vragenhalfuurtje, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In spoedeisende gevallen wordt er een vragenhalfuurtje gehouden binnen 48 uur na de in het tweede lid bedoelde melding aan de voorzitter. In bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenhalfuurtje op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenhalfuurtje eindigt.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenhalfuurtje vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenhalfuurtje bij de voorzitter, uitgezonderd in spoedeisende gevallen, als bedoeld in het eerste lid. De voorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuurtje aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
Hoofdstuk 5 Begroting en jaarrekening
Artikel 44 Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Artikel 45 Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 46 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om, in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken of voor het sluiten van de vergadering, verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Voor door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter doorverwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon, als bedoeld in het eerste lid, ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 40, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
De concept-besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de besluitenlijst. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 50 Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers
Artikel 52 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
Artikel 53 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergaderingen, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.