Organisatie | Leiderdorp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REININGINGSRECHTEN 2006 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing en Reiningingsrechten 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2007 | Onbekend | 21-11-2005 Onbekend | Onbekend |
De raad der gemeente Leiderdorp;
gelezen het voorstel van 18 oktober 2005, nr. 143;
gezien het advies van commissie 1 van 7 november 2005;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeente- wet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REININGINGSRECHTEN 2006
Hoofdstuk II AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieven- tabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan Euro 200,00 doch minder is dan Euro 2.000,00 en zolang de verschuldigde be- dragen door middel van automatische incasso van de daartoe door de belastingplichtige aangewezen bank- of girorekening kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen betaald moeten worden in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid geld dat in geval het totaalbedrag van de op een aanslag- biljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan Euro 200,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de daartoe door de belastingplichtige aangewe- zen bank- of girorekening kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen betaald moe- ten worden in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III REININGINGSRECHTEN
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer ofonderhoud zijn.
De rechten worden geheven van diegene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van diegene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de verschuldigde rechten
Artikel 16 Termijnen van betaling
De op grond van artikel 14, eerste lid, verschuldigde rechten moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk IV AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 17 Machtiging tot overdracht bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toe- stemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.
Artikel 18 Verzenden van aanslagbiljetten
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 8, eerste lid, van de invorderingswet 1990 (Stbl. 221) voor de met de invordering van gemeentelijke belastingen belaste gemeenteambtenaar een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt.
Artikel 19 Nakomen van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47,49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelas- tingen (Stbl. 1959,301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel be- doeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachten artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethou- ders aangewezen ambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijk belastingen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de verordening, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden.
Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 21 november 2005,
de voorzitter, M.Zonnevylle
de griffier, mw. J.C. Zantingh
Tarieventabel behorende bij verordening reinigingsheffingen 2006
Behorende bij raadsbesluit van 21 november 2005, nr.