Organisatie | Vianen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | PROCEDUREREGELING FUNCTIEBESCHRIJVING EN FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE VIANEN |
Citeertitel | Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Vianen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Bezoldigingsregeling gemeente Vianen 2011
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-08-2013 | 01-01-2021 | Onbekend | 23-07-2013 Vianet, 06 augustus 2013 | Onbekend |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Vianen;
overwegende, dat is besloten dat de gemeente Vianen per 1 mei 2013 voor het beschrijven en waarderen van functies aansluiting zoekt bij het sectorale functiewaarderingssysteem HR21 en terzake een licentieovereenkomst heeft gesloten;
dat het noodzakelijk is dat in lijn met de uitgangspunten van HR21 een nieuwe procedureregeling, afgestemd op een generieke wijze van beschrijven en waarderen, wordt vastgesteld;
gelet op, het bepaalde in de Bezoldigingsregeling gemeente Vianen 2011;
de instemming van de ondernemingsraad d.d. 16 mei 2013 met betrekking tot de aansluiting bij HR21;
de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg van 21 juni 2013 terzake de inhoud van deze regeling;
Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Vianen;
Het samenstel van taken en/of werkzaamheden dat, afgeleid uit de taakstelling van de organisatie, is opgedragen aan een functiehouder.
De normbeschrijving dan wel de lokale functiebeschrijving die een resultaatgerichte weergave is van aard, overwegend karakter, niveau en complexiteit van taken.
De generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. De normbeschrijving is voorzien van een vaste waardering (puntenreeks).
De volgens het format van HR21 lokaal gewijzigde normbeschrijving of toegevoegde (nieuwe) functiebeschrijving.
Het bepalen van de relatieve functiewaarde van een functiebeschrijving aan de hand van de in HR21 vastgelegde waarderingsmethode.
Het college van burgemeester en wethouders.
De bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).
De algemeen directeur/gemeentesecretaris en de clustermanagers.
Een door de systeemhouder (VNG) erkend deskundige inzake de ontwikkeling, toepassing en werking van HR21.
De volgens de normering van de extern deskundige opgeleide lokale gebruiker die geautoriseerd is om te werken met HR21.
De adviescommissie zoals bedoeld in artikel 6 van deze regeling.
Artikel 2: Vaststelling functiebeschrijvingen
De bestuurder, of in opdracht de clustermanagers, selecteert/selecteren (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) per functie een normbeschrijving uit HR21. Indien de normbeschrijving voor de functie onvolledig is, dan wel een voor de functie dekkende normbeschrijving niet beschikbaar is, wordt een lokale functiebeschrijving opgesteld.
De geselecteerde normbeschrijving(en) en/of lokale functiebeschrijving(en), wordt/worden besproken binnen het directieteam en door of namens de bestuurder voorlopig vastgesteld. De voorlopig vastgestelde functiebeschrijving(en) wordt/worden door de bestuurder ter informatie aangeboden aan de ondernemingsraad (OR).
Indien sprake is van een organisatiebrede functiebeschrijvingronde, of indien sprake is van een organisatorische verandering zoals bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de WOR, dan stelt de bestuurder de OR in de gelegenheid advies uit te brengen over de voorgenomen vaststelling van de functiebeschrijvingen. Artikel 25, tweede tot en met zesde lid, en artikel 26 WOR zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing.
Met inachtneming van het bepaalde in het tweede of derde lid, legt de bestuurder de functiebeschrijvingen ter vaststelling voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag stelt de aldus voor de gemeentelijke functies tot stand gekomen (norm- en lokale) functiebeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast.
Artikel 3: Vaststelling waarderingen
Het bevoegd gezag stelt de waarderingen vast met inachtneming van het eindadvies functiewaardering. Afwijking van het advies kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. Het bevoegd gezag stelt de waarderingen van de lokale functiebeschrijvingen en normbeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast.
Artikel 4: Vaststelling conversietabel
Het bevoegd gezag stelt op basis van de vastgestelde gemeentelijke salarisstructuur, na verkregen overeenstemming binnen de commissie voor georganiseerd overleg, een conversietabel vast. Wijziging van de gemeentelijke salarisstructuur vindt niet plaats zonder overeenstemming binnen de commissie voor georganiseerd overleg.
Artikel 5: voorbereiding indelingsadvies, indelingsbesluit, bezwaar en beroep
Het directieteam adviseert (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) het bevoegd gezag over de indeling van de functies in norm- en/of lokale functiebeschrijvingen. Indien het een functie van een lid van het directieteam betreft, wordt het advies over de indeling door een extern deskundige uitgebracht.
In geval van een organisatiebrede functiebeschrijvingronde, of indien sprake is van een ingrijpende organisatorische verandering, wordt het indelingsadvies ter toetsing voorgelegd aan een indelingscommissie. De gecertificeerde gebruiker en/of externe deskundige zijn als adviseur(s) aanwezig bij de vergaderingen van de indelingscommissie. De indelingscommissie bestaat uit:
Het bevoegd gezag maakt aan de functiehouder schriftelijk bekend welke (norm- of lokale) functiebeschrijving zij voornemens is op de functie van toepassing te verklaren (indelingsbesluit). In het voorgenomen indelingsbesluit zijn tevens de gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging.
De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn/haar zienswijze over de indeling met betrekking tot de norm- of lokale functiebeschrijving kenbaar te maken. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt vier weken. De zienswijze wordt schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag legt de zienswijze ter advisering voor aan het directieteam. Indien het een functie van een lid van het directieteam betreft, dient het advies door een extern deskundige te worden opgesteld.
Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het vierde lid, maakt het bevoegd gezag, indien van toepassing na kennisneming van de ingediende zienswijze(n) van de functiehouder(s) en het advies van het directieteam of de extern deskundige, schriftelijk en gemotiveerd aan de functiehouder bekend in welke functiebeschrijving de functie van de functiehouder is ingedeeld en welke de gevolgen zijn voor de inschaling, het salaris en/of bezoldiging. Deze mededeling is een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Tegen dit besluit kan de functiehouder schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij het bevoegd gezag.
De bezwarencommissie dient bij elke vergadering voltallig tot besluitvorming te komen. Minderheidsstandpunten kunnen worden ingenomen. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en bevat tenminste een verslag van het horen. Indien er een minderheids- en meerderheidsstandpunt is, dienen beide standpunten aan het bevoegd gezag te worden voorgelegd.
Artikel 7: nieuwe en gewijzigde taken
Indien de heroverweging leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan is het bepaalde in artikel 5 (met uitzondering van het tweede lid) van overeenkomstige toepassing. In het geval dat de heroverweging niet leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan wordt de functiehouder hiervan onverwijld in kennis gesteld.
Artikel 9: Overgangs- en slotbepalingen
Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen omtrent hetgeen in deze procedureregeling is neergelegd voor zover aard en strekking van deze regeling zich daartegen niet verzetten. Indien en voor zover bij nadere regels van deze regeling wordt afgeweken, dient hierover voorafgaand instemming te worden gevraagd aan de ondernemingsraad. Het bepaalde in artikel 27, tweede tot en met zevende lid, WOR is van overeenkomstige toepassing.