Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Destructieverordening |
Citeertitel | Destructieverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | Onbekend | 16-12-2004 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 30 december 2004 | Onbekend |
De raad van de gemeente Terneuzen;
gezien het voorstel van het college d.d.
overwegende, dat deze verordening valt onder de werking van de Tijdelijke referendumwet (Trw) en dat dit inhoudt dat deze verordening eerst 6 weken na de publicatie in werking zal kunnen treden;
dat de inwerkingtreding, gelet op artikel 28 van de Wet algemene regels herindeling, dient plaats te vinden op uiterlijk 1 januari 2005;
dat daarom op grond van artikel 25 van de Trw wordt bepaald dat dit besluit in werking treedt alvorens de termijn, als vermeld in artikel 22, tweede lid, van de Trw is verstreken;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 17 van de Destructiewet;
Deze verordening verstaat onder:
a..wet : de Destructiewet, zoals deze geldt vanaf 03-03-2000
b.destructiebesluit : besluit van 5 januari 1996, houdende vaststelling van
regels ter uitvoering van de wet;
c.aangifteplichtige : degene die als eigenaar of houder van destructiemateriaalingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;
d.destructiemateriaal : hoog-risico-materiaal als bedoeld in artikel 2, eerste lid,onder g. van de wet, te weten dode honden en katten.
Als verzamelplaats voor destructiemateriaal wordt de regionale milieustraat gevestigd aan de Koegorsstraat te Terneuzen aangewezen. Desgewenst zijn burgemeester en wethouders bevoegd een andere verzamelplaats dan wel meerdere andere verzamelplaatsen aan te wijzen.
De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag , die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar de naastbij gelegen verzamelplaats en het daar aan te geven en af te staan.
Tot het tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.
De artikelen 3 en 4 vinden geen toepassing voorzover artikel 30 van het Destructiebesluit van toepassing is.