Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en verlening van vergunningen voor parkeren 2013 |
Citeertitel | Parkeerplaatsenverordening 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | - |
Deze regeling wordt vervangen door de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2014.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2014 | intrekking | 28-03-2013 Gemeenteblad van Utrecht, 2013, 65 | Raadsvoorstel jaargang 2013, nr. 135 | |
01-07-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 28-03-2013 Verordening van Utrecht 2013, nr. 30 | Raadsvoorstel jaargang 2013, nr. 30 |
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen ende verlening van vergunningen voor het parkeren 2013(raadsbesluit van28 maart 2013)
De raad van de gemeente Utrecht;
gelet op artikel 225 en 228 van de Gemeentewet en de Parkeerplaatsenverordening 2005;
VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2013
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig, dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 475) aangehouden register van opgegeven kentekens, als houder wordt aangemerkt degene wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
binnenstad/zone A1: het gebied omsloten door het Westplein, de Leidseveertunnel, de spoorlijn Arnhem-Amersfoort, de Daalsetunnel, de Nieuwekade, de Stadsbuitengracht, het Moreelsepark, de denkbeeldige lijn tussen het Moreelsepark zuidzijde en de Mineurslaan, de Mineurslaan, de Croeselaan en het Veemarktplein, met inbegrip van de hierbij genoemde straten;
en garageplaatsen: het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde en vigerende uitgiftebeleid met betrekking tot het uitgeven van parkeervergunningen en garageplaatsen;
Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. Hierbij gelden de criteria en voorschriften als omschreven in deze verordening en de nadere regels als bedoeld in artikel 2.
Voor zover het uitgiftequotum per (deel)rayon daartoe ruimte biedt en met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, zevende lid, kan een vergunning worden verleend aan:
de (kenteken)houder van een voertuig, wanneer deze persoon staat ingeschreven op een woonadres in een (deel)rayon waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, hierna 'bewonersvergunning'. Deze bewonersvergunning wordt op kenteken verstrekt voor het (deel)rayon waarbinnen voornoemd woonadres is gelegen. Voor het parkeren van een voertuig in één (deel)rayon wordt één bewonersvergunning verleend;
de (kenteken)houder van een voertuig die een beroep of bedrijf uitoefent en is gevestigd in een (deel)rayon waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, hierna te noemen 'zakelijke vergunning'. Deze zakelijke vergunning wordt op (verkorte) bedrijfsnaam c.q. -code verstrekt voor het (deel)rayon waarbinnen voornoemd beroep of bedrijf wordt uitgeoefend.
Een vergunning voor particulier autodelen kan worden verleend aan de (kenteken)houder van een voertuig zoals bedoeld in het tweede lid, sub a. van dit artikel, met dien verstande dat voor één (of meerdere) autodelers het ‘kenteken-op-naam-criterium’ niet geldt. Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor particulier autodelen dient de aanvrager te voldoen aan de nadere regels als bedoeld in artikel 2, derde lid.
Een stadsbrede vergunning, voor het parkeren op alle belanghebbenden en parkeerapparatuur-plaatsen in zone A1, A2 en B1, kan worden verleend aan huisartsen en verloskundigen, ten behoeve van parkeren tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden. De huisarts of verloskundige komt in aanmerking voor een stadsbrede parkeervergunning wanneer hij/zij verbonden is aan een in Utrecht gevestigde praktijk, een aantoonbaar deel van het patiëntenbestand van de praktijk woonachtig is in betaald parkeergebied, hij/zij staat ingeschreven bij de beroepsvereniging en het kenteken van het voertuig bij de RDW geregistreerd staat op naam van de huisarts of verloskundige.
Een tijdelijke vergunning kan worden verleend aan het bedrijf, dat een voertuig bezigt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, voor zover dit voertuig voor het uitoefenen van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie op belanghebbendenplaatsen in zone A1, moet worden geparkeerd. Deze vergunning kan worden verleend voor de termijn waarbinnen de werkzaamheden worden uitgevoerd;
1. Voor de (deel)rayons in de binnenstad wordt, voor de vergunningverlening zoals bedoeld in het tweede lid, sub a. en het derde lid van dit artikel, één vergunning per woonadres verleend. Voor de overige (deel)rayons kunnen maximaal twee vergunningen per woonadres worden verleend behalve als in een parkeerrayon langdurig geen tweede vergunningen kunnen worden uitgegeven. In dat geval kan maximaal één vergunning per woonadres worden uitgegeven. De wachtlijst wordt in dat geval opgeheven.
Voor de vergunningverlening zoals bedoeld in het tweede lid, sub b. wordt, bij het verlenen van tweede en volgende vergunningen, het aantal werknemers en het bruto vloeroppervlak als criterium gehanteerd. Voor de rayons in de binnenstad gelden strengere uitgiftecriteria dan voor de overige (deel)rayons. De vigerende beleidsregels uitgifte parkeervergunningen en garageplaatsen bevat de geldende uitgiftecriteria.
De (kenteken)houder van een voertuig, wiens woonadres gelijk is aan het vestigingsadres van zijn bedrijf en/of beroep (waardoor hij zowel aan het tweede lid, sub a. als het tweede lid, sub b. voldoet) verkrijgt, wat betreft de eerst aangevraagde vergunning, een bewonersvergunning. Bij de aanvraag voor tweede en volgende vergunningen worden de criteria voor zakelijke vergunningen gehanteerd. De verleende bewonersvergunning wordt afgetrokken.
De aanvragen om een overloopvergunning worden toegewezen in de volgorde waarin men op de wachtlijst staat.
Aan bewoners van de rayons in de binnenstad en van de overige rayons kunnen burgemeester en wethouders op een daartoe strekkend verzoek een bezoekersvergunning verstrekken. Hiermee kan door bezoekers van bewoners tegen een gereduceerd tarief worden geparkeerd op de parkeer-apparatuurplaatsen in het (deel)rayon waarin de bewoner woonachtig is. Er wordt één bezoekersvergunning per woonadres afgegeven.
Artikel 4 Beslissings- en bezwaartermijnen
Binnen acht weken na ontvangst van een volledig ingevulde en van de benodigde bijlagen voorziene aanvraag voor een vergunning wordt op de aanvraag beslist. Deze termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld. Het besluit op de aanvraag wordt met opgaaf van redenen schriftelijk kenbaar gemaakt aan de aanvrager. Indien de aanvraag wordt toegewezen, wordt besloten of daadwerkelijk tot het verlenen van de vergunning kan worden overgegaan dan wel of de aanvrager op een wachtlijst als omschreven in artikel 6 wordt geplaatst.
Artikel 5 Voorschriften, verbodsbepalingen en ontheffingen
Aan de in artikel 3 genoemde vergunningen kunnen beperkende voorschriften worden verbonden voor zowel de te gebruiken parkeerplaatsen als voor de tijdstippen waarop de vergunningen van kracht zijn. Burgemeester en wethouders kunnen aan de in artikel 3 genoemde vergunningen ook andere voorschriften verbinden. Deze voorschriften mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een eerlijke verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
Op het moment dat voor de verleende vergunning de verschuldigde parkeerbelasting is voldaan, gaat de vergunning in. Hiertoe wordt aan bewoners de parkeervergunning afgegeven op kenteken op naam. Voor de overige parkeervergunningen wordt een vergunningvignet afgegeven. Bij het parkeren van een voertuig op de in de vergunning aangegeven plaats en wijze dient dit vignet te allen tijde duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te zijn aangebracht.
Indien een aanvrager voldoet aan alle vereisten voor een vergunning zoals bedoeld in artikel 3, maar in het rayon zijn zoveel vergunningen verleend dat op grond van de nadere regels als bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid het plafond van het uitgiftequotum is bereikt, wordt de aanvrager voor onbepaalde tijd op een wachtlijst geplaatst mits er een wachtlijst is voor het rayon. De aanvrager zal van dit besluit schriftelijk in kennis worden gesteld.
Artikel 7 Intrekken, beëindigen of wijzigen van een vergunning
wanneer de vergunninghouder het deelrayon, waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daarvoor uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt; indien de vergunninghouder binnen het deelrayon, waarvoor de vergunning is verleend, verhuist, kan hij, tenzij dit strijd oplevert met artikel 3, zevende lid, sub 1., de vergunning behouden;
wanneer, in het geval van een overloopvergunning, de vergunninghouder in aanmerking komt voor een parkeervergunning in het (eigen) rayon waarin vergunninghouder woonachtig is en niet langer op de in artikel 6 bedoelde wachtlijst staat.
2.Een besluit tot intrekken, beëindigen of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De vergunninghouder wordt van het intrekken, beëindigen of wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 9 Overgangs- en slotbepalingen
Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerplaatsenverordening 2005 (Gemeenteblad van Utrecht 2004, nr. 60), gewijzigd bij raadsbesluit van 11 september 2008 (Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 63) en gewijzigd bij raadsbesluit van 17 december 2009 (Gemeenteblad van Utrecht 2009, nr. 75).
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 28 maart 2013
Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen