Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Súdwest Fryslân |
Citeertitel | Mandaatbesluit Súdwest Fryslân |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2012 | 25-02-2013 | nieuwe regelgeving | 13-03-2012 Ta jo tjinst | geen. | |
01-04-2012 | nieuwe regelgeving | 13-03-2012 Ta jo tjinst | geen. |
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. de gemeentesecretaris/algemeen directeur: de ambtenaar als bedoeld in artikel 100 van
de Gemeentewet, tevens algemeen directeur van de gemeente.
b. afdelingsmanagers: de managers van de afdelingen bedrijfsvoering, concernstaf, dorpen
en steden, ontwikkeling, publiek, backoffice en realisatie, alsmede de
c. mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te
nemen, als bedoeld in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht.
d. volmacht: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan privaatrechtelijke
rechtshandelingen te verrichten, als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet.
e. machtiging: de bevoegdheid om namens het bevoegde bestuursorgaan handelingen te
verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Artikel 2 Mandaat gemeentesecretaris
De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hem
ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk,
in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt, tenzij
het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.
Artikel 3 Mandaat afdelingsmanagers
De afdelingsmanagers zijn bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan onder hen
ressorterende functionarissen zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk,
in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bekendgemaakt, tenzij
het om een concrete, individuele en eenmalige aangelegenheid gaat.
De mandaathouder draagt er zorg voor dat er terugkoppeling aan het bestuursorgaan /
portefeuillehouder plaatsvindt voordat een besluit wordt genomen, indien:
a. het een aangelegenheid betreft waarover door de raad in een eerder stadium
vragen aan het college of de burgemeester zijn gesteld;
b. het bestuursorgaan, dan wel de portefeuillehouder dit heeft kenbaar gemaakt;
c. het besluit ingrijpende financiële consequenties heeft, zoals budgetoverschrijding
of het aangaan van meerjarige verplichtingen;
d. bij een besluit meerdere afdelingen zijn betrokken, wier standpunt niet
e. het besluit of (rechts)handeling als politiek, bestuurlijk of anderszins gevoelig
f. de aangelegenheid tot kritische berichtgeving in de media heeft geleid dan wel in
verband met de aard van de aangelegenheid redelijkerwijs moet worden
Artikel 10 Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat
Artikel 11 Mandaat aan externen
Het verlenen van mandaat als bedoeld in artikel 10:4 Awb blijft voorbehouden aan het bevoegd
bestuursorgaan. Deze verleende mandaten zijn opgenomen in bijlage 6 bij dit mandaatbesluit.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 maart 2012
Het College van Burgemeester en Wethouders
de secretaris J. Krul
de burgemeester drs. H.H. Apotheker
Aldus vastgesteld op 13 maart 2012
De Burgemeester drs. H.H. Apotheker
Aangelegenheden welke ingevolge artikel 2, derde lid van het Mandaatbesluit blijven
voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester
Behorende bij besluit d.d. 13 maart 2012
A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden
1. Het doen van voorstellen aan de raad.
2. Het vaststellen van het organisatiebesluit.
3. Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie
4. Het nemen van besluiten op bezwaarschriften waarbij het advies van de
bezwaarschriftencommissie niet opgevolgd wordt en geadviseerd wordt contrair te
besluiten, tevens het nemen van besluiten op bezwaarschriften inzake personele
aangelegenheden en inzake besluiten op bezwaarschriften waarbij het primaire besluit
door het college respectievelijk de burgemeester is genomen (niet in mandaat)
5. Het nemen van besluiten op schriftelijk ingediende klachten die in behandeling zijn
6. Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover
deze niet door de raad worden vastgesteld.
7. Het nemen van besluiten om bezwaar of (administratief) beroep aan te tekenen of een
verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te
dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in administratiefrechtelijke
8. Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid, wettelijke voorschriften
en besluiten waarbij gebruik wordt gemaakt van een hardheidsclausule (m.u.v. bijlage 3
Personeelsaangelegenheden onder punt 16 en 19).
9. Het nemen van besluiten over het verstrekken van subsidie waarbij wordt afgeweken van
vastgesteld beleid voor een bedrag hoger dan € 500,00
10. Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid
van bestuur, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s.
11. Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade of nadeelcompensatie voor een
bedrag hoger dan € 25.000,00 en/of wanneer in afwijking van het advies van de wettelijke
12. Het nemen van besluiten, indien ter voorbereiding van deze besluiten een uniforme
openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Awb) is gevoerd en zienswijzen zijn
13. Het nemen van besluiten ten aanzien van het ontzeggen van de toegang tot gebouwen
die in eigendom of gebruik zijn bij de gemeente, voor zover de ontzegging geldt voor een
langere periode dan 24 uur en met uitzondering van schoolgebouwen.
14. Het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:
b. de Koningin en andere leden van het Koninklijk Huis;
c. de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde
onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;
d. de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die
e. de vice-president van de Raad van State;
f. de president van de Algemene Rekenkamer;
g. de Nationale Ombudsman, voor zover het correspondentie betreft terzake van formele
h. enig bestuursorgaan van een waterschap, provincie of Rijk.
15. Het besluit tot oninbaar verklaren van vorderingen, met uitzondering van het oninbaar
verklaren van belastingen, met dien verstande dat de portefeuillehouder Financiën het
besluit tot oninbaar verklaren van vorderingen tot maximaal € 2.500,- kan nemen.
16. Het besluit tot oninbaar verklaren van openstaande belastingaanslagen met dien
verstande dat aan de portefeuillehouder Financiën het besluit tot oninbaar verklaren van
openstaande belastingaanslagen tot een maximum van € 5.000- per aanslag kan nemen.
17. Aan de burgemeester blijft voorbehouden het nemen van een besluit op grond van de
18. Aan de burgemeester blijft voorbehouden het besluit inhoudende een last tot inbewaring
stelling (psychiatrisch ziekenhuis) in het kader van de Wet bijzondere opneming in
1. Het nemen van besluiten om af te wijken van het vastgestelde aanbestedingsbeleid.
2. Het nemen van gunningsbesluiten en het afsluiten van de daaruit voortvloeiende
overeenkomsten voorzover het aanbestedingen betreft die onder de Europese richtlijn
1. Het besluit tot het aangaan van PPS-constructies, convenanten, intentieverklaringen, en
2. Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten met een financiële waarde buiten de
toegekende budgetten en vastgestelde kaders.
3. Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:
a. op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet
informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;
b. op grond van de Gemeentewet de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn
wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te
brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;
c. de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.
5. Het vaststellen van tarieven voor commerciële dienstverlening aan derden.
1. Het besluit tot het aangaan van een civiele procedure.
2. Het besluit hoger beroep of cassatie aan te tekenen namens de gemeente of het
gemeentebestuur in civiele procedures.
3. Het nemen van besluiten t.a.v. alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of
het voorleggen van geschillen aan scheidslieden voor zover afspraken daarover vooraf
Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen
1. Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.
2. Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen.
3. Het aanvaarden van een aanbod tot sponsoring.
4. Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.
5. Het nemen van besluiten over verzoeken om schadevergoeding boven een bedrag ad
€ 50.000,- voor zover dergelijke verzoeken op grond van de verzekeringspolis niet aan de
verzekeraar moeten worden overgedragen.
Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, waarbij de wederpartij
wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de