Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Boete WWB, IOAW en IOAZ 2013 |
Citeertitel | Besluit Boete 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2013 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 16-07-2013 Veenendaalse Krant, 2013-07-24 | 2013, 2013.07.11-30 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;
het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen omtrent de aan het college toekomende bevoegdheid om de hoogte van de boete aan te passen aan de mate van verwijtbaarheid.
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 18a van de WWB en 20a van de IOAW en IOAZ alsmede de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive en de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013;
In dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2 Algemene bepaling met betrekking tot de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete
Artikel 4 Verminderde verwijtbaarheid
Het basis boetebedrag wordt met 50% verlaagd indien sprake is van verminderde verwijtbaarheid. Van verminderde verwijtbaarheid is in ieder geval sprake indien:
belanghebbende onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt, of heeft anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld gemeld, maar uit eigen beweging alsnog de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij belanghebbende deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.
Artikel 5 Niet nakomen van de inlichtingenplicht zonder financieel nadeel
In plaats van een boete wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven als het niet nakomen van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekken van een uitkering, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan belanghebbende een zodanige waarschuwing is gegeven.
Artikel 7 Het besluit tot opleggen van een boete
In het besluit tot het opleggen van een boete worden in elk geval vermeld:
Het college kan in bijzondere gevallen van de bepalingen in deze regeling afwijken, indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 2 Algemene bepaling met betrekking tot de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete.
Bij wet is geregeld dat in geval van fraude de boete 100% bedraagt van het benadelingsbedrag. Het tweede lid regelt dat hier onder bepaalde omstandigheden van afgeweken kan worden.
Artikel 3 Afzien van een boete
In dit artikel wordt de mogelijkheid beschreven om geen boete op te leggen.
Artikel 4 Verminderde verwijtbaarheid
Bij verminderde verwijdbaarheid kan het college een lagere boete opleggen. In dit artikel wordt beschreven in welke situaties hier sprake van is.
Bij het beschrijven van de situaties en de verlaging met 50% wordt aangesloten bij het beleid zoals dat bij het UWV en SVB wordt gevoerd.
Artikel 5 Niet nakomen van de inlichtingenplicht zonder financieel nadeel
De hoogte van de bestuurlijke boete hangt af van het benadelingsbedrag. Als er geen sprake is van benadeling, dient een minimale boete van € 150,- euro te worden opgelegd, tenzij het college expliciet aangeeft gebruik te maken van haar bevoegdheid om te volstaan met een schriftelijke waarschuwing. In dit artikel wordt gebruik gemaakt van deze bevoegdheid.
Artikel 6 De wijze van oplegging van de boete
De gemeente is wettelijk verplicht de boete te verrekenen met de lopende uitkering. Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid het boetebedrag terug te vorderen bij personen die niet langer een uitkering ontvangen.
Artikel 7 Het besluit tot opleggen van een boete
Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Daarmee maakt het college gebruik van haar wettelijke bevoegdheden sinds de inwerkingtreding van de Wet Aanscherping Handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving.