Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening WWB en WIJ |
Citeertitel | Handhavingsverordening WWB en WIJ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | 620 maatschappelijke begeleiding en advies |
410A
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-03-2010 | 01-10-2009 | 22-09-2016 | nieuwe regeling | 16-02-2010 Gemeenteblad 2010-15c | 2009 09.58814 |
Corsaregistratienummer: 09.58814
De Raad van de gemeente Hoorn;
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van
gelet op de artikelen 147 en 212 van de Gemeentewet en artikel 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid sub d jo 12 tweede lid Wet investeren in jongeren;
overwegende dat conform artikel 8a Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid sub d jo 12 tweede lid Wet investeren in jongeren met betrekking tot bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van het financieel beheer regels gesteld dienen te worden, welke in een verordening worden neergelegd;
HOOFDSTUK 3 HOOGWAARDIG HANDHAVEN
Indien de bijstandsgerechtigde of degene die bijstand heeft gevraagd onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekt of helemaal geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand conform hetgeen hierover bepaald is in de verordeningen als bedoeld in artikel 18 lid 2 WWB en artikel 12 lid 1 sub b WIJ, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.
In bijzondere gevallen, wanneer onverkorte toepassing van deze verordening zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van specifieke individuele situaties, kan het college gemotiveerd beslissen om af te wijken van een of meer bepalingen van deze verordening.
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
TOELICHTING HANDHAVINGSVERORDENING WWB EN WIJ
Artikel 8a WWB schrijft voor dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren in werking getreden. De WIJ verplicht gemeente om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Waar het college de opdracht heeft gekregen de WIJ uit voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De handhavingsverordening is één van die verordeningen.
Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat ten onrechte gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als misbruik en oneigenlijk gebruik goed bestreden wordt, vergroot dit het draagvlak van de bijstandsverstrekking onder burgers. Een goed handhavingsbeleid beperkt de uitgaven op het Inkomensdeel, zodat meer kan worden ingezet op armoedebestrijding en re-integratie.
In het kader van effectieve handhaving is bestrijding van fraude belangrijk. Ook is een stringent terugvorderingsbeleid van belang. Niet tot terugvordering overgaan, betekent een verlaging van de drempel om tot frauderen over te gaan. Frauderen mag niet lonend zijn. Bovendien komen ontvangsten uit teruggevorderde bijstand volledig ten gunste van de gemeentekas. Terugvordering is een bevoegdheid van het college. Deze bevoegdheid en hoe hier mee om wordt gegaan is opgenomen in het debiteurenbeleid.
Er is gekozen voor een handhavingsbeleid dat voor WWB en WIJ gelijk is. WWB en WIJ zijn sterk verwant. Om die reden en om eenheid in beleid te waarborgen is gekozen voor één verordening. Ook wanneer geen bijstand of inkomensvoorziening wordt verstrekt, maar uitsluitend een werkleeraanbod, is handhaving gewenst. Er zijn hiermee immers tevens middelen en inzet van medewerkers gemoeid.
Hoofdstuk 2 Opdracht aan het college
De verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wet werk en bijstand en de WIJ wordt neergelegd bij het college.
Hoofdstuk 3 Hoogwaardig handhaven
Om misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand te voorkomen en te bestrijden heeft de gemeente ingezet op het instrument hoogwaardig handhaven. Dit instrument bestaat uit:
en draagt bij aan gelijke behandeling van alle bijstandsgerechtigden. De gemeente heeft hoogwaardig handhaven specifiek opgenomen en toegelicht in haar beleid.
Er is voor gekozen om reguliere heronderzoeken te gaan uitvoeren. Ten minste eenmaal per jaar wordt de bijstandsgerechtigde die algemene bijstand ontvangt dan wel de jongere die een inkomensvoorziening ontvangt door de afdeling Werk en Bijstand opgeroepen en gecontroleerd.
Daarnaast wordt op basis themacontroleonderzoeken gecontroleerd. Het gaat hierbij om controles op onderwerpen waarbij risicogevoelige zaken worden gecontroleerd. Daarnaast blijven de periodieke inkomstenverklaringen (de maandelijkse rechtmatigheidsformulieren) gehandhaafd. Er kan ontheffing worden verleend voor bepaalde groepen personen, zoals degenen die zijn vrijgesteld van arbeidsverplichtingen of het volgen van een werkleeraanbod.
Ook wordt in het kader van fraudebestrijding aangesloten bij landelijke projecten (aangeboden door interventieteams).
Er zijn ten gunste van hoogwaardig handhaven coördinatoren handhaving aangesteld, die naast coördinerende taken ook ondersteunde taken hebben en verantwoordelijk zijn voor de afhandeling van fraudemeldingen en contact met de sociaal rechercheurs alsmede het aanleveren van managementinformatie. De coördinatoren zijn tevens toezichthouder.
In artikel 4 lid 6 van de verordening wordt verwezen naar de maatregelverordening dan wel afstemmingsverordening die verlaging van de bijstand en inkomensvoorziening mogelijk maken. Naast de reguliere handhavingstaken en mogelijk tot intrekking en terugvordering wordt daarmee verwezen naar een afstemmingsbeleid.
In dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan de aflegging van verantwoordelijkheid over het gehanteerde beleid op het gebied van handhaving van het college aan de gemeenteraad. De gemeenteraad wordt in het kader van de controlerende functie door de kennisneming van het gevoerde beleid in staat gesteld voorstellen te doen tot verbetering of bijsturing van de kaders waarbinnen oneigenlijk gebruik en misbruik van bijstandsvoorzieningen worden bestreden.
In dit hoofdstuk is de mogelijkheid genoemd om in bijzondere gevallen af te wijken van (delen van) de verordening opgenomen. Doorgaans zal in die situaties worden afgeweken in het voordeel van de bijstandscliënt en de jongere. De gemeenteraad geeft de vrijheid aan burgemeester en wethouders om te beslissen in gevallen waarin de verordening niet voorziet.