Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer 2013 |
Citeertitel | Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer 2016.
Gemeentewet, art. 149, Wet op de lijkbezorging, art. 33 e.v.)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-07-2013 | 06-01-2017 | Nieuwe regeling | 24-06-2013 Zoetermeer Dichtbij 4 juli 2013 | 2013-002015 |
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder
gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten van 0tot 11 jaar;
b.algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheidwordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;
c.algemeen urnengraf: een urnengraf bij de gemeente in beheer, waarin aan eeniedergelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
-de algemene begraafplaats Binnenweg, gelegen aan de Binnenweg te
f.beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsof degene die hem vervangt;
g. belanghebbende: de belanghebbende op een algemeen graf;
h. columbarium: muur met nissen, waarin asbussen kunnen worden bijgezet;
i. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk ofrechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
1.het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten van
2.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen metde as van kinderen van 0 t/m 11 jaar;
k.eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een
natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
1.Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden opde begraafplaats moeten minimaal 48 uur van tevoren worden gemeld aan debeheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waaropde plechtigheid zal plaatsvinden.
2.De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in hetbelang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 24 uur voor de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving,bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk 48 uur voor de werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
4.De in het lid drie bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond opgehele jaren.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten enhoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen gravenen hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben.Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven enurnennissen. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld inde Wet op de lijkbezorging.
Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kunnen stoffelijke overschotten worden begraven, die niet in een eigen graf worden begraven. In elk algemeen graf kan per verdieping slechts één lijk worden begraven. In de graven worden de stoffelijke overschotten boven elkaar begraven. Bijzetting vindt plaats van beneden naar boven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelenin categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering enoppervlakte.
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarinvoor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen testellen voorwaarden.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het eigen graf of urnennis worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 18 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijkafstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van deontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan derechthebbende.
Artikel 21 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting en materialen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert,kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt opschadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zijverwelkt en of kapot zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen endergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van derechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 22 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt het college aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken terbeschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 wasverleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lidgenoemde termijn.
Artikel 23 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking en hem een redelijke termijn is gegeven om dit te herstellen. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf bovengronds en ondergronds te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend en er verschijnt een oproep in een landelijk dagblad.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of omde as te doen verstrooien.
Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 26 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 20, derde lid, van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Hoofdstuk IX Inrichting register
De administratie bevat een register van alle op de begraafplaatsen begravenstoffelijke overschotten met een nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zijbegraven zijn, alsmede een register van bijgezette asbussen met de krachtens artikel65, eerste lid, van de wet voorgeschreven gegevens. De in deze registersopgenomen gegevens zijn openbaar.
Artikel 31 Intrekking oude regeling
De “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zoetermeer” vastgesteld op24 april 2006 wordt ingetrokken.