Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerhugowaard

Beleidsregels verblijfsontzeggingen Heerhugowaard 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerhugowaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels verblijfsontzeggingen Heerhugowaard 2013
CiteertitelBeleidsregels verblijfsontzeggingen Heerhugowaard 2013
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpbeleidsregels

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 172, derde lid van de Gemeentewet
  3. artikel 2:76a van de Algemene plaatselijke Verordening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-06-201308-11-2017nieuwe regeling

29-05-2013

Heerhugowaards Nieuwsblad d.d. 11-6-2013

BW12-0425

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels verblijfsontzeggingen Heerhugowaard 2013

 

 

Beleidsregels verblijfsontzeggingen Heerhugowaard

Nr.BW12-0425

 

De burgemeester van de gemeente Heerhugowaard,

 

Gelezen het voorstel van de sector Brandweer en Rampenbestrijding d.d. 29 mei 2013,

 

Overwegende dat voor toepassing van artikel 2:76a (APV Heerhugowaard) beleidsregels noodzakelijk zijn,

Dat de duur van de verblijfsontzegging gekoppeld dient te zijn aan de verstoring,

Dat de maatregel de subsidiariteit- en proportionaliteitstoets kan doorstaan,

Dat de mogelijkheid om een verblijfsontzegging op te leggen optreden tegen verstoringen in heel Heerhugowaard effectiever maakt,

Dat in het lokaal driehoek d.d. 8 mei 2013 overeenstemming is bereikt over de inhoud en toepassing van onderstaande beleidsregels,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 172, derde lid van de Gemeentewet en 2:76a van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerhugowaard;

 

B e s l u i t :

 

Vast te stellen de navolgende:

Artikel 1

Het opleggen van een verblijfsontzegging is mogelijk wanneer:

  • 1.

    Er sprake is van aantasting van de openbare orde en veiligheid en

  • 2.

    Een wettelijke bepaling is overtreden (ook de APV) en

  • 3.

    Eerder een waarschuwing is gegeven.

Artikel 2

De gedragingen waarvoor een verblijfsontzegging kan worden opgelegd zijn:

A. lichte feiten:

Overtreding van:

  • -

    artikel 2:1. APV: samenscholing en ongeregeldheden

  • -

    artikel 2:26 APV: ordeverstoring bij evenement

  • -

    artikel 2:41 APV: betreden gesloten woning of lokaal

  • -

    artikel 2:47 APV: hinderlijk gedrag openbare plaatsen

  • -

    artikel 2:48 APV: verboden drankgebruik

  • -

    artikel 2:49 APV: verboden gedrag bij of in gebouwen

  • -

    artikel 2:50 APV: hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten

  • -

    artikel 4:8 APV: natuurlijke behoefte doen

  • -

    artikel 4:18 APV: recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

  • -

    artikel 424 lid 1 Sr: straatschenderij

  • -

    artikel 453 Sr: openbare dronkenschap

  • -

    artikel 461 Sr: verboden toegang onbevoegden

  • -

    Handelingen die de orde, rust, veiligheid of goede bedrijfsgang verstoren op het NS-stationals bepaald in of krachtens de Spoorwegwet en /of het Algemeen Reglement Vervoer.

B. zware feiten

Overtreding van:

  • -

    artikel 2:74 APV: drugshandel op straat

  • -

    artikel 2 Opiumwet: verkopen, vervoeren en aanwezig hebben van harddrugs

  • -

    artikel 3 Opiumwet: verkopen, vervoeren en aanwezig hebben van softdrugs

  • -

    artikel 10a Opiumwet: voorbereidingshandelingen verkoop harddrugs

  • -

    artikel 141 Sr: openlijk geweldpleging

  • -

    artikel 180 Sr: weerspannigheid tegen ambtenaar

  • -

    artikel 184 Sr: negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel

  • -

    artikel 267 Sr: belediging ambtenaar in functie

  • -

    artikel 285 Sr: bedreiging

  • -

    artikel 300 Sr: eenvoudige mishandeling

  • -

    artikel 310 Sr: eenvoudige diefstal

  • -

    artikel 312 Sr: diefstal d.m.v. geweld

  • -

    artikel 350 Sr: vernieling

  • -

    artikel 13 en 27 WWM: dragen verboden wapens

  • -

    In geval van uitsluitend het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in artikel 2 of 3 Opiumwet wordt een verblijfsontzegging opgelegd indien de aangetroffen hoeveelheid meer is dan die waarbij volgens de daarvoor geldende richtlijn politiesepot wordt toegepast.

Artikel 3

De duur van de verblijfsontzegging is maximaal voor:

a.Licht feit

1e constatering: schriftelijke waarschuwing

2e constatering binnen een periode van 3 maanden na de dagtekening van een eerder opgelegde waarschuwing wegens een licht feit: 2 dagen

3e constatering binnen een periode van 3 maanden na de dagtekening van een eerder opgelegde verblijfsontzegging wegens een licht feit: 4 dagen

4e en volgende constatering binnen een periode van 3 maanden na de dagtekening van een eerder

opgelegde verblijfsontzegging wegens een licht feit: 7 dagen.

b.Zwaar feit

1e constatering: waarschuwing

2e constatering: binnen een periode van 3 maanden na de dagtekening van een eerder opgelegde waarschuwing wegens een zwaar feit: 4 dagen

3e constatering binnen een periode van 3 maanden na de dagtekening van een eerder opgelegde verblijfsontzegging wegens een zwaar feit: 14 dagen

4e en volgende constatering binnen een periode van 3 maanden wegens een zwaar feit: 1 maand

In geval de overlast tijdens een meerdaags evenement plaatsvindt, kan door de burgemeester worden besloten de overlastveroorzaker bij een tweede constatering een verblijfsontzegging voor de duur van het evenement op te leggen.

Artikel 4

De politie verbaliseert altijd voor het gepleegde feit. De processen-verbaal voor de feiten zoals omschreven in artikel 2 van deze beleidsregels, liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het betreffende gebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger.

Artikel 5

Bij constatering van een gepleegd feit wordt de pleger door de desbetreffende verbalisant direct in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. De zienswijze wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 6

Indien de zienswijze aanleiding geeft tot het opleggen van een waarschuwing wordt door de politiemedewerker een waarschuwing opgemaakt in tweevoud. Een exemplaar wordt aan de pleger uitgereikt. Het tweede exemplaar wordt, voorzien van het verslag van het horen en het proces-verbaal, door de politie aan het Team Veiligheid van de gemeente Heerhugowaard gestuurd.

Artikel 7

Bij een tweede en volgende constatering door de politie wordt contact gezocht met de burgemeester en brengt de politie advies uit over het al dan niet opleggen van een verblijfsontzegging.

Artikel 8

De burgemeester beslist na advies van de politie over het afgeven van een verblijfsontzegging en het gebied waarvoor de verblijfsontzegging geldt en verleend de politiefunctionaris afdoeningsmandaat.

Artikel 9

Een verblijfsontzegging wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt onder verwijzing naar het besluit. De gedragingen waarop de verblijfsontzegging is gebaseerd, worden meegedeeld en schriftelijk vastgelegd in een proces-verbaal, alsmede voor welk tijdvak en gebied de verblijfsontzegging geldt. Tevens wordt een kaart uitgereikt van het gebied waarvoor de verblijfsontzegging van toepassing is.

Artikel 10

Indien de betrokkene kan aantonen dat hij/zij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, wordt in het besluit tot oplegging van een verblijfsontzegging direct een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke

levenssfeer, zoals werken, wonen, het bezoek aan een huisarts, advocaat, overheidsinstantie of een hulpverleningsorganisatie.

Artikel 11

Een verblijfsontzegging treedt in werking op het moment dat het besluit aan betrokkene wordt uitgereikt, dan wel aansluitend op de datum waarop een eerder opgelegde verblijfsontzegging eindigt.

Artikel 12

De politie verstrekt het Team Veiligheid van de gemeente Heerhugowaard een afschrift van de opgelegde verblijfsontzegging met daaraan gekoppeld het proces-verbaal en het verslag van de zienswijze.

Artikel 13

Bij samenloop van feiten wordt verbaliseert voor het zwaarste feit welke tevens de grondslag is voor de waarschuwing/verblijfsontzegging.

Artikel 14

De beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 15

Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels verblijfsontzeggingen Heerhugowaard 2013".

 

Heerhugowaard, 29 mei 2013,

 

De burgemeester van Heerhugowaard,

De heer drs. H.M.W. ter Heegde