Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Opleidingsfaciliteiten (2013) |
Citeertitel | Regeling Opleidingsfaciliteiten (2013) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De "Regeling Studiefaciliteiten (2008)" zoals vastgesteld op 12 februari 2008 (nummer 6:4:2) wordt hierbij ingetrokken.
Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2013 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 03-06-2013 PO&O-toppings, 20-07-2013 | B&W dd. 03-06-2013 7:5:1 |
Deze regeling is een nadere uitwerking van het strategisch opleidingskader van de gemeente Westland zoals verwoord in de beleidsnota "Bewust opleiden binnen de gemeente Westland" en houdt rekening met de artikelen 15.1.26 en 15.1.27 (volgen van een opleiding) en 17.4 (persoonlijk ontwikkelingsplan) van de CAR/UWO.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
als ambtenaar bent u verplicht uw werk nauwgezet en ijverig te vervullen en u te gedragen als een goed ambtenaar.
Concreet betekent dit dat er regels zijn waar iedereen zich aan moet houden. Zo kun je, in het kader van deskundigheid-bevordering, verplicht worden (artikel 15:1:26 CAR/UWO) een bepaalde vakopleiding of nader te duiden onderwijs te volgen of vastgelegde afspraken in een POP (persoonlijk ontwikkelplan, artikel 17:4 CAR/UWO) na te komen;
woongebied(artikel 9 verblijfskosten
burgemeester en wethouders hebben ter nadere uitvoering bepaald dat als woongebied, aansluitend aan het grondgebied van de gemeente Westland, wordt aangewezen het gebied dat tot en met 37km reisafstand ligt van de standplaats te Naaldwijk, Wateringen, de Lier, Monster of ´s-Gravenzande (e.e.a. overeenkomstig de criteria in de Regeling Woon-werkverkeer en zijnde de maximale vergoedingsgrens voor het woon-werkverkeer).
Artikel 2 Opleidingsactiviteiten en -faciliteiten
De gemeentelijke opleidingsactiviteiten worden ingedeeld in 3 niveaus, te weten:
Organisatiebrede en afdeling- of teamgerichte opleidingsactiviteiten worden gefaciliteerd via de Westlandse School.
In individuele scholingsactiviteiten heeft de Westlandse School soms een makelaarsrol en/of opleidingsadviesrol.
Artikel 4 Organisatiebrede opleidingsactiviteiten
De hieronder vallende opleidingsactiviteiten hebben een koppeling met de organisatiedoelen van de gemeente Westland en zijn bedoeld om het personeel toe te rusten ter realisering van deze doelstellingen.
Gerichte en planmatige opleidingen, afgestemd op organisatiebrede-ontwikkelingen en specifieke thema's, worden jaarlijks aangeboden en gefaciliteerd via de Westlandse School.
Bepaalde thema's kunnen ook op een specifieke functiegroep betrekking hebben.
Bedoelde opleidingsactiviteiten worden voor 100% in tijd en voor 100% in geld gefaciliteerd en er geldt geen terugbetalingsverplichting.
De tijd die wordt besteed aan het opleidingsbezoek, toetsen of examens (of dit nu binnen of buiten roostertijd valt) wordt aangemerkt als gewerkte tijd (niet zijnde overwerk).
Voor de voorbereiding op de opleidingsactiviteit(en), een toets of examen kan studietijdcompensatie worden verleend conform informatie/advies van de Westlandse School.
Als de opleidingsactiviteit(en) buiten de gemeengrens plaatsvindt wordt de (objectieve*) reistijd, vanaf de feitelijke vertrekplaats, welke méér bedraagt dan 60 minuten per enkele reis aangemerkt als gewerkte tijd (niet zijnde overwerk).
(*te berekenen via de ANWB-routeplanner bij vervoer per motorvoertuig of een OV-plan bij gebruik van openbaar vervoer)
Artikel 5 Afdelingsbrede opleidingsactiviteiten
De hieronder vallende ontwikkelingen binnen de afdeling, de strategie en visie vragen om een constante alertheid en zonodig bijstelling. Afdelingshoofden weten in grote lijnen wat in de nabije toekomst nodig is aan kennis en kunde binnen hun afdeling. Dit is rechtstreeks af te leiden uit de ontwikkelingen binnen het vakgebied en de gewenste organisatie-ontwikkelingen.
Gerichte en planmatige opleidingen, in kaart gebracht door benodigde kennis en kunde af te zetten tegen wat al aanwezig is op de afdeling, zijn bedoeld om het personeel toe te rusten voor bedoelde ontwikkeling(en).
De Westlandse School ondersteunt deze processen en faciliteert de afdeling(en) bij het ontwikkelen en aanbieden van opleidingen en specifieke thema's. Thema's kunnen ook een specifieke functiegroep binnen de afdeling betreffen.
De uitvoering zal veelal bestaan uit (vak-)bijscholing voor functiegroepen of individuen.
Bedoelde opleidingsactiviteiten worden voor 100% in tijd en voor 100% in geld gefaciliteerd en er geldt geen terugbetalingsverplichting.
De tijd die wordt besteed aan het opleidingsbezoek, toetsen of examens (of dit nu binnen of buiten roostertijd valt) wordt aangemerkt als gewerkte tijd (niet zijnde overwerk).
Voor de voorbereiding op de opleidingsactiviteit(en), een toets of examen kan extra (tijd)compensatie worden verleend conform informatie/advies van de Westlandse School of het opleidingsinstituut.
Als de opleidingsactiviteit(en) buiten de gemeengrens plaatsvindt wordt de (objectieve*) reistijd, vanaf de feitelijke vertrekplaats, welke méér bedraagt dan 60 minuten per enkele reis aangemerkt als gewerkte tijd (niet zijnde overwerk).(*te berekenen via de ANWB-routeplanner bij vervoer per motorvoertuig of een OV-plan bij gebruik van openbaar vervoer)
Artikel 6 Individuele opleidingsactiviteiten
De individuele opleidingsactiviteiten worden onderverdeeld in drie categorieën, te weten:
Artikel 6:1a (vak-)bijscholing / opleidingsnoodzaak
De hier bedoelde noodzakelijke vakgerichte opleidingen op individueel niveau maken deel uit van de afdelingsbrede opleidingsactiviteiten. Veelal zullen deze activiteiten in een afdelingsopleidingsplan zijn benoemd.
Bij uitzondering (bijvoorbeeld bij de plotselinge wijziging van de te gebruiken software of wijziging regelgeving ) kan los van het afdelingsplan een opleidingsnoodzaak ontstaan, dit geldt ook voor het bezoeken van congressen/seminars e.d..
Het kenmerk van deze ad hoc annex specifieke bijscholingsactiviteit(en) is dat het actie(s) betreft (kortdurende cursus of seminar) welke noodzakelijk is/zijn voor een goede uitoefening van de functie (artikel 15:1:26 CAR/UWO)
Deze opleidingsactiviteit(en) worden (gelijk de organisatiebrede opleidingsactiviteiten) voor 100% in tijd en voor 100% in geld gefaciliteerd en er geldt geen terugbetalingsverplichting.
De tijd die wordt besteed aan het opleidingsbezoek, de toetsen of examens (zowel binnen als buiten de roostertijd) wordt aangemerkt als gewerkte tijd (niet zijnde overwerk). De te compenseren/faciliteren tijd wordt gebaseerd op het rooster van het opleidingsinstituut.
Voor de voorbereiding op de opleidingsactiviteit(en), een toets of examen kan extra (tijd)compensatie worden verleend conform informatie/advies van de Westlandse School.
Als de opleidingsactiviteit(en) buiten de gemeengrens plaatsvindt wordt de (objectieve*) reistijd, vanaf de feitelijke vertrekplaats, welke méér bedraagt dan 60 minuten per enkele reis aangemerkt als gewerkte tijd (niet zijnde overwerk).
(*te berekenen via de ANWB-routeplanner bij vervoer per motorvoertuig of een OV-plan bij gebruik van openbaar vervoer)
Artikel 6:1b (vak-)bijscholing / ontwikkelgericht
De hier bedoelde vakgerichte opleidingen op individueel niveau richten zich op verdere ontwikkeling van het vakmanschap van de medewerker in de functie. De opleidingsactiviteit sluit aan op de afdelingsbrede ontwikkelingen of de ontwikkelingen in de functie. Veelal zullen deze activiteiten in het afdelingsopleidingsplan zijn benoemd. Ook kan in overleg tussen de medewerker en de leidinggevende in een POP-gesprek een ontwikkelgerichte scholing worden afgesproken. Ook het bezoek aan een specifiek congres/seminar kan hierbij worden afgesproken.
Deze opleidingsactiviteiten kunnen kort van aard zijn of een langer traject behelzen en dragen bij aan het verhogen/ontwikkelen van het vakmanschap in de functie. Omdat er geen sprake is van een opleidingsnoodzaak, en zowel de organisatie als de medewerker belang heeft bij het ontwikkelen van zijn/haar vakmanschap, wordt een deel eigen investering (in tijd) van de medewerker gevraagd.
Deze opleidingsactiviteiten worden voor 100% in geld en voor het volgen van lessen voor maximaal 7,2 uur per week in tijd (deeltijders tijd naar rato) gefaciliteerd. De facilitering in tijd, compensatie voor het volgen van lessen en/of toetsen, wordt gebaseerd op het les-/toetsrooster volgens opgave van het opleidingsinstituut. In bijzondere situaties kan deze basis-faciliteit (tijdelijk) nog worden uitgebreid (zie artikel 8)
Ter voorbereiding op een (eind)examen/scriptieverdediging/deelkwalificatie/tentamen wordt 3,6 uur voorbereidingstijd (deeltijders naar rato) gefaciliteerd. Per kalenderjaar is dit in zijn geheel maximaal 10,8 uur (ook in geval van meerdere cursussen per jaar).
Voor deze opleidingsactiviteiten geldt wel een terugbetalingsverplichting.
-gericht op het verhogen/de verdere ontwikkeling van het vakmanschap in de huidige functie (er is geen sprake van
opleidingsnoodzaak zoals genoemd bij 1a);
Artikel 6:2 Scholing in het kader van (interne) mobiliteit/loopbaanontwikkeling / de TalentenCoach
De hier bedoelde opleidingen zijn gericht op de persoonlijke ontwikkeling in het kader van de interne loopbaan/mobiliteit van de medewerker. Deze opleidingsactiviteiten kunnen kort van aard zijn of een langer traject behelzen en zijn toekomstgericht. Daar waar de ontwikkelbehoefte van de medewerker volledig aansluit op de organisatiebehoefte, kunnen opleidingsactiviteiten in het kader van een POP worden afgesproken. Deze opleidingsactiviteiten zullen echter altijd deel uitmaken van een breder op de loopbaan gericht ontwikkelplan. Om een juiste invulling te geven aan het ontwikkelplan, wordt de match tussen de organisatiebehoefte en de persoonlijke behoefte en mogelijkheden, in beeld gebracht via de TalentenCoach. Indien na advisering vanuit de TalentenCoach blijkt dat de opleidingsactiviteit volledig aansluit bij de organisatiebehoefte, de ontwikkelbehoefte en ontwikkelmogelijkheden van de medewerker, dan wordt de medewerker in tijd en geld gefaciliteerd.
Voor deze opleidingsactiviteit geldt wel een terugbetalingsverplichting.
Het toekennen van deze faciliteiten betekent overigens niet dat daarmee een claim kan worden gelegd op het in de toekomst verkrijgen van een andere functie.
Deze opleidingsactiviteiten worden voor 100% in geld en voor het volgen van lessen voor maximaal 7,2 uur per week in tijd (deeltijders tijd naar rato) gefaciliteerd. De facilitering in tijd, compensatie voor het volgen van lessen en/of toetsen, wordt gebaseerd op het les-/toetsrooster volgens opgave van het opleidingsinstituut. In bijzondere situaties kan deze basis-faciliteit (tijdelijk) nog worden uitgebreid (zie artikel 8)
Ter voorbereiding op een (eind)examen/scriptieverdediging/deelkwalificatie/tentamen wordt 3,6 uur voorbereidingstijd (deeltijders naar rato) gefaciliteerd. Per kalenderjaar is dit in zijn geheel maximaal 10,8 uur (ook in geval van meerdere cursussen per jaar).
Voor deze opleidingsactiviteiten geldt wel een terugbetalingsverplichting.
-via advisering vanuit de TalentenCoach moet blijken dat de opleidingsactiviteit volledig aansluit bij de organisatie-
behoefte én de ontwikkelbehoefte- en mogelijkheden van de medewerker;
-maakt deel uit van een op de loopbaan gericht ontwikkelplan.
Artikel 6:3 Scholing in het kader van persoonlijke belangstelling
In een POP of ander HRM-gesprek worden ook opleidingsactiviteiten besproken gericht op de persoonlijke ontwikkelwensen van medewerkers.
Persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling zijn redenen om belangstelling te hebben voor een individuele opleidingsactiviteit die niet noodzakelijk is voor de huidige afdeling/functie (vakmanschap binnen de afdeling/huidige functie) en niet zijn gericht op de persoonlijke ontwikkeling (vakmanschap medewerker i.h.k.v. loopbaan/mobiliteit) dus niet valt onder 1 of 2.
Bij deze scholing/opleiding is er sprake van een overheersend belang van de medewerker en deels organisatiebelang. Het belang voor de organisatie bestaat uit het feit dat het verwerven van kennis, de functie-uitoefening toch ten goede zal komen en dat er een motiverende werking van uit zal gaan. Ook draagt het bij aan het vergroten van de blijvende inzetbaarheid van de medewerker (binnen of buiten de organisatie). Daarnaast draagt het bij aan de doelstelling van “goed werkgeverschap” en de lerende organisatie.
Om het organisatiebelang te garanderen, dient er echter wel verband te bestaan tussen de gewenste opleiding en de binnen de organisatie aanwezige functies.
Deze opleidingsactiviteiten kunnen kort van aard zijn of een langer traject behelzen.
Deze opleidingsactiviteiten worden voor 50% in geld en voor het volgen van lessen voor maximaal 7,2 uur per week in tijd (deeltijders tijd naar rato) gefaciliteerd. De facilitering in tijd, compensatie voor het volgen van lessen en/of toetsen, wordt gebaseerd op het les-/toetsrooster volgens opgave van het opleidingsinstituut. In bijzondere situaties kan deze basis-faciliteit (tijdelijk) nog worden uitgebreid (zie artikel 8)
Ter voorbereiding op een (eind)examen/scriptieverdediging/deelkwalificatie/tentamen wordt 3,6 uur voorbereidingstijd (deeltijders naar rato) gefaciliteerd. Per kalenderjaar is dit in zijn geheel maximaal 10,8 uur (ook in geval van meerdere cursussen per jaar).
Voor deze opleidingsactiviteiten geldt wel een terugbetalingsverplichting.
-de opleidingsactiviteit is niet noodzakelijk voor de huidige functie en hoeft niet volledig aan te sluiten op de organisatie-
behoefte en op mobiliteit/loopbaanontwikkeling;
-er dient verband te bestaan tussen de gewenste opleiding en de binnen de organisatie aanwezige functies.
Artikel 6:4 Suppletie faciliteiten
Indien scholing, aangevangen onder het regime van artikel 6:3, voor het einde van de terugbetalingstermijn naar oordeel van de leidinggevende alsnog blijkt aan te sluiten op de organisatiebehoefte (zoals omschreven in art 6:2) dan wordt de facilitering in geld met terugwerkende kracht omgezet in 100% in plaats van 50%.
Artikel 7 Schriftelijke cursussen
Indien opleidingen in de categorieën 6.1, 6.2 en 6.3 schriftelijk worden gevolgd dan kan op basis van het, door opleidingsinstituut aanbevolen, studietempo en de aanbevolen studiebelasting studietijdcompensatie worden verleend voor 50% van de studiebelasting met een maximum van 3,6u per week (deeltijders naar rato) voor opleidingen in de categorieën 6.1 en 6.2 en voor 25% van de studiebelasting in de categorie 6.3.**
De genoten opleidingskosten dienen door de medewerker te worden (terug)betaald indien:
hij op eigen verzoek, of tengevolge van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden, wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zónder dat het door hem -na het verstrijken van de (volledige) studietermijn- afgelegde examen tot het behalen van een diploma c.a. heeft geleid.
.Indien op de datum van ingang van het ontslag van de in het vorige lid bedoelde termijn van twee jaren tenminste één jaar is verstreken, blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot het 1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor genoten bedragen voor iedere volle maand die aan die termijn van twee jaren ontbreekt.
Artikel 14.1 Procedure Organisatiebrede en Afdelingsbrede Opleidingsactiviteiten
Opleidingen (en faciliteiten) als bedoeld in de artikelen 4 en 5 (organisatie- en/of afdelingsbreed) worden afgewikkeld via de Westlandse School.
Artikel 14.2 Procedure Individuele Opleidingsnoodzaak-Vak/Bijscholing
Opleidingen, cursussen, seminars (en faciliteiten) als bedoeld in artikel 6.1-a (individuele opleidingsnoodzaak – vak/bijscholing) worden, eventueel ondersteund door informatie/advies van de Westlandse School, door de afdeling afgehandeld (dienstopdracht ingevolge artikel 15:1:26 CAR/UWO) en gemeld aan team FAI (ter registratie in PIMS).
Vastgesteld door burgemeester en wethouders in hun vergadering van 3 juni 2013 (nummer 7.5.1).
Burgemeester en wethouders van Westland
De gemeentesecretaris, de burgemeester,
M.van Beek J. van der Tak
Voorbeeld toepassing compensatie in (studie/les)tijd bij schriftelijke cursus Basiskennis Boekhouden:
* = aanbevolen studietempo en studiebelasting
Voor de categorie 6.1 en 6.2 betekent dit dan 50% compensatie over 4 uur p.w. = 2 uur p.w. en voor de categorie 6.3
is dit 25% compensatie en dat is dan 1 uur p.w. compensatie.