Organisatie | Heemstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik van de openbare havens en binnenwateren |
Citeertitel | Verordening op het gebruik van de openbare havens en binnenwateren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-02-2010 | 27-03-1994 | 11-04-2013 | Nieuwe regeling | 30-05-1996 De Heemsteder, 24 februari 2010 | Onbekend |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
De verordening is van toepassing op alle voor het publiek toegankelijke wateren binnen de grenzen van de gemeente Heemstede.
Deze verordening verstaat onder:
vaartuigen: alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd, danwel bestemd of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren en/of stoffen, goederen of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakend alsmede caissons, ketels en dergelijke lichamen en houtvlotten;
Artikel 3 Aanwijzing plaatsen waar het verboden is met vaartuigen ligplaats in te nemen
Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben danwel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen in de volgende wateren:
voor zoveel betreft pleziervaartuigen: alle openbare wateren met uitzondering van:
de Bronsteevaart, de Bronsteevijver, de Wagnervaart, de Craijenestervaart, de Zandvaart, de Blekersvaart, de waterpartij in het Centrumplan, de Houtvaart, de sloot tussen "Berkenrode" en de Geleerdenwijk, de sloot ten noorden van Leiduin, de sloten ten noorden en ten zuiden van "Ipenrode", de sloot ten zuiden van de Rivierenwijk, de brede sloot naar de boerderij, voormalig van Biezen, (nabij de grens met Bennebroek uitkomende op de Ringvaart), de Glipper Zandvaart, de Höckervaart, de Van Merlenvaart; één en ander voor zover onmiddellijk grenzend aan particuliere terreinen (dus eventueel niet de tegenover liggende oever wanneer deze niet aan particulier terrein grenst);
voor zoveel betreft pleziervaartuigen die voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt: de Leidsevaart, met de beperking: voorzover de ligplaats wordt ingenomen tegenover het aan de Leidsevaartweg gevestigde bedrijf dat bedrijfsmatig gebruik maakt van de ligplaats en voorzover de per bedrijf in te nemen ligplaats in totaal niet langer is dan 12 meter.
Artikel 4 Aanwijzing bevoegde ambtenaren en opsporingsambtenaren
Burgemeester en wethouders kunnen de zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening en voor de regeling van het verkeer in de havens en op de voor de scheepvaart openstaande wateren opdragen aan door hen aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 5 Betreden terreinen en ruimten
Ter verzekering van de naleving der in deze verordening vervatte voorschriften, strekkende tot handhaving van de openbare rust of veiligheid of tot bescherming van het leven of de gezondheid van personen, wordt aan de in artikel 4 genoemde ambtenaren de last verstrekt, met inachtneming van de bepalingen van de wet van 31 augustus 1853, Stbl 83, de tot woning ingerichte gedeelten van vaartuigen zelfs tegen de wil van de bewoners te betreden.
Hoofdstuk II De orde en de veiligheid in het algemeen
Innemen ligplaats in openbare wateren, met uitzondering van de jachthavens die niet in beheer zijn bij de gemeente
Het bepaalde in de artikelen 6 tot en met 32 zijn niet van toepassing op de wateren waarvan het beheer door de gemeente is overgedragen aan derden.
Het is verboden, behoudens vergunning van burgemeester en wethouders, met een vaartuig waarvan de lengte meer bedraagt dan 20 meter ligplaats in de wateren te nemen.
Ieder is verplicht terstond te gehoorzamen aan de mondelinge of schriftelijke bevelen gegeven door een ambtenaar genoemd in artikel 4, ter uitvoering van deze verordening of in het belang van de openbare orde of veiligheid.
Artikel 10 Rondvaart- en verhuurbedrijf
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden:
Het is de gezagvoerder van een vaartuig verboden met zodanige snelheid te varen dat door golfslag of zuiging schade of letsel kan worden toegebracht aan derden.
Artikel 14 Uitstekende voorwerpen
De gezagvoerder van een vaartuig is verplicht ervoor te zorgen:
Het in het vorige artikel onder a. en b. bepaalde geldt niet voor de gezagvoerder van een vaartuig dat zeilt. Het gestelde onder e. geldt niet voor roeiboten, kano's en dergelijke kleine vaartuigen.
De gezagvoerder of, bij diens ontstentenis, de reder of eigenaar van een gezonken vaartuig of een voor de scheepvaart hinderlijk voorwerp is verplicht onmiddellijk na het zinken daarvan kennis te geven aan burgemeester en wethouders of bij afwezigheid van dezen aan een ambtenaar van politie.
Zowel bij dag als bij nacht dienen zodanige bakens en/of lichten op of nabij het gezonken vaartuig of voorwerp te worden geplaatst als door het voormelde college van burgemeester en wethouders of ambtenaar van de politie nodig wordt geoordeeld.
Artikel 18 Voorwerpen in de wateren
Het is verboden op, in of boven de wateren voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de wateren of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de wateren.
Het is zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden een vaartuig op te leggen.
Artikel 20 Onbeheerd drijvende vaartuigen
De in artikel 4 genoemde ambtenaren zijn bevoegd onbeheerde vaartuigen, welke in de wateren worden aangetroffen, te meren, te verhalen en in bewaring te nemen voor rekening en risico van de eigenaars danwel beheerders.
Artikel 21 Herstellen en slopen van vaartuigen
Zonder vergunning van burgemeester en wethouders is het verboden in de wateren herstellingen aan vaartuigen te verrichten, of te doen verrichten. Dit verbod geldt niet voor noodreparaties.
Gezagvoerders die een hond of honden aan boord hebben zijn verplicht deze hond of honden bij het betreden van het schip en gedurende het verblijf van voornoemde ambtenaren aan boord vast te leggen of te doen vastleggen.
Wanneer een vaartuig schade heeft gevaren aan een voorwerp, een werk of een inrichting, is de gezagvoerder verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan de directeur gemeentewerken of aan de door hem aangewezen ambtenaren. Bij afwezigheid moet direct kennis worden gegeven aan de plaatselijke politie.
Artikel 24 Ligplaats woonschip
Het is de eigenaar of gebruiker van een woonschip verboden met een woonschip ligplaats te nemen of te hebben op een andere plaats dan is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders.
Dit verbod geldt tevens indien sprake is van vervanging van een woonschip.
Artikel 26 Betreden/lossen van vaartuigen
Ingeval aan de buitenkant van een vaartuig één of meer vaartuigen gemeerd zijn, is de gezagvoerder van eerstgenoemd vaartuig verplicht op last van de directeur zijn plaats in te ruimen indien hij niet wil toestaan dat personen zich over het vaartuig begeven van de wal naar laatstbedoelde vaartuig en omgekeerd of dat in de nabijheid liggende vaartuigen over zijn vaartuigen laden of lossen.
Het is verboden zonder daartoe bevoegd te zijn enig vaartuig los te maken, te verleggen of te verhalen, daarvan trossen te kappen of los te gooien of zich op of in een vaartuig te bevinden.
Indien een gezagvoerder met zijn vaartuig wil vertrekken, terwijl één of meer vaartuigen tegen dit vaartuig zijn gemeerd, zijn de gezagvoerders van laatstgenoemde vaartuigen, tenzij zulks tengevolge van bijzondere omstandigheden niet uitvoerbaar is, verplicht het vaartuig, dat moet vertrekken, in de gelegenheid te stellen zulks te doen.
Artikel 30 Toegang tot openbare trappen en steigers
Het is zonder toestemming van burgemeester en wethouders verboden de toegang tot de in of aan de kademuren of andere oevers gebouwde openbare trappen of steigers te belemmeren of daarvan gebruik te maken, anders dan voor het in- of ontschepen van personen en niet voor langere tijd dan hiervoor nodig is.
Artikel 31 Beveiligingsmaatregelen bij meren
Waar geen remmingswerken aanwezig zijn is de gezagvoerder verplicht door het aanbrengen van fenders, kurkzakken of drijfbalken of op andere wijze ervoor te zorgen, dat tengevolge van het meren van zijn vaartuig geen schade aan enig eigendom van derden kan worden veroorzaakt.
Artikel 32 Nadere regels en voorschriften
Onverminderd het krachtens het eerste lid bepaalde kunnen burgemeester en wethouders aan de rechthebbende op een vaartuig voorschriften stellen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Hoofdstuk IV Overgangs- en slotbepalingen
De rechthebbende op een vaartuig die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening met zijn vaartuig ligplaats heeft ingenomen, is gehouden binnen 1 maand na de dag van inwerkingtreding van de verordening - voorzover een melding nog niet heeft plaatsgevonden - het innemen van de ligplaats te melden bij burgemeester en wethouders.